Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Staatssecretaris Van Gennip wijst reisbranche op ontmoedigingsbeleid ten aanzien van Birma
Nummer: 446

Datum: 21-01-2004


Staatssecretaris van Economische Zaken Karien van Gennip heeft vandaag in een gesprek met de ANVR gewezen op het ontmoedigingsbeleid van Nederland en de EU ten aanzien van Birma. Voor zover reisorganisaties er toch voor kiezen om in Birma actief te blijven, verzoekt zij hen hun activiteiten zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan de verbetering van de mensenrechten en de politieke situatie in het land. Dit kunnen zij bijvoorbeeld doen door toeristen via hun websites of brochures daarover te informeren en door het gebruik van infrastructuur die met dwangarbeid is aangelegd, te vermijden.


Achtergrond

Het ontmoedigingsbeleid van de Nederlandse regering en de EU is geen formeel verbod maar een oproep aan het bedrijfsleven om geen economische activiteiten in Birma te ontplooien. Het gesprek met de ANVR komt voort uit het afronden van een vraag bij het Nationaal Contactpunt (NCP), een interdepartementaal orgaan onder voorzitterschap van het ministerie van Economische Zaken. Bij het NCP kunnen vragen worden voorgelegd over de toepassing van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Deze richtlijnen geven de verwachtingen weer van de OESO-lidstaten en een groeiend aantal overheden over het gedrag van ondernemingen.
De vakbonden FNV en CNV hebben in het verleden bij het NCP een vraag voorgelegd over de toepassing van de OESO-richtlijnen door reisorganisaties in Birma. Naar aanleiding hiervan zijn gesprekken gevoerd met betrokken partijen en op grond daarvan zijn aanbevelingen geformuleerd voor de overheid en voor het bedrijfsleven. Voor de overheid werd geconcludeerd dat deze meer duidelijkheid zou moeten verschaffen over de beleidsintenties ten aanzien van Birma. Hieraan wordt gevolg gegeven door een nieuwe tekst over dit onderwerp op de websites van de ministeries van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken te plaatsen. De reisorganisaties kregen onder meer de volgende aanbevelingen: vermijd plaatsen die met zekerheid door dwangarbeid tot stand zijn gekomen, richt je op kleinschalig toerisme, vermijd staatshotels, maak (potentiële) toeristen attent op de politieke situatie, wijs op de bezorgdheid van de internationale gemeenschap over de situatie in Birma.