Ingezonden persbericht


Persbericht

LBL, expertisecentrum leeftijd en maatschappij

Utrecht, 21 januari 2004

17 jaar voor de bromfiets deugt niet

Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat wil de minimum leeftijd om op een brom- of snorfiets te mogen rijden verhogen van 16 naar 17 jaar. Het verhogen van de leeftijdsgrens roept maatschappelijke weerstand op en is bij de bromfietsbranche en bij een Kamermeerderheid slecht gevallen. Voor bestrijders van leeftijdsdiscriminatie lijkt dit verzet in eerste instantie verheugend. Bij nader inzien echter, gaat het in de discussie met name om economische belangen en is de vraag niet aan de orde of een leeftijdsgrens überhaupt acceptabel is.

Om te beoordelen of een leeftijdsgrens gerechtvaardigd is, of deze nu 16 of 17 of 18 jaar is, moet er aan drie voorwaarden voldaan worden. Op de eerste plaats mag het doel van de leeftijdsgrens geen discriminerend effect hebben. Het doel is hier verkeersveiligheid en dat is legitiem. Op de tweede plaats moet een leeftijdsgrens geschikt zijn om dat doel, een verhoogde verkeersveiligheid, te bereiken. De cijfers uit het onderzoek dat de minister aanhaalt onderbouwen dat het stellen van een leeftijdsgrens een geschikt instrument is om dat doel te bereiken. Het verhogen van de minimumleeftijd tot 17 jaar bespaart 18 doden en 874 ziekenhuisgewonden per jaar in vergelijking met 16 jaar. Een verdere verhoging tot 18 jaar bespaart nog eens 22 doden en 626 ziekenhuisgewonden. Op basis van de cijfers is 18 jaar dus geschikter dan 17 jaar.

De derde voorwaarde voor het hanteren van een leeftijdsgrens is dat er geen alternatieven zijn waarmee het doel ook bereikt kan worden. Het meest voor de handliggende alternatief is om mensen ongeacht hun leeftijd individueel te testen op rijvaardigheid en rijgeschiktheid. Het onderzoek dat Peijs gebruikt wijst uit dat dit hooguit enkele doden zal besparen en daarmee slechts in geringe mate bijdraagt aan een verhoging van de verkeersveiligheid.

Beginnende bestuurders op jonge leeftijd maken meer ongelukken dan beginnende bestuurders op latere leeftijd. Jonge leeftijd op zichzelf is dus een belangrijke factor in de kans op ongelukken, een factor die door rijervaring niet ongedaan wordt gemaakt. Dit betekent dat er (nog) geen alternatieven bestaan en dat een minimum leeftijdsgrens om een bromfiets te mogen berijden onontkoombaar is. De vraag is dan vervolgens 'welke' leeftijdsgrens.

De minister laat in de keuze voor 17 jaar het voorkomen van verkeersslachtoffers expliciet prevaleren boven de economische belangen van bromfietshandelaren. In haar verantwoording om niet voor de grens voor 18 jaar te kiezen bezwijkt zij voor de maatschappelijk druk en is de weging van belangen precies tegenovergesteld: het economische belang wint het van het belang van de verkeersveiligheid. Daarmee ondergraaft de minister haar eigen argumenten. Als de minister de verkeersveiligheid ècht serieus neemt, wordt de minimumleeftijd verhoogt naar 18 jaar en niet naar 17 jaar.