Persconferentie Rob Oudkerk 21 januari
23 januari 2004 - Johanneke Helmers
Dames en Heren van de pers.
Prive en publiek
Ik ben een politicus, en ik ben gewend om als politicus beoordeeld te
worden. Dat gaat van tijd tot tijd keihard, spijkerhard. Naar mij toe,
en ik naar anderen. Dat zijn de regels van het spel, dat is
democratie.
Wat mij de afgelopen dagen is gebeurd, heeft echter niets met mijn
politiek functioneren te maken. Mijn persoonlijk leven ligt op straat.
Het verwijt dat ik krijg is dat ik er zelf over begonnen ben. Ik krijg
van veel mensen te horen dat ik te openhartig ben geweest, dat ik
mensen teveel vertrouwd heb. Ik denk dat ze gelijk hebben, maar ik
weiger te geloven dat openheid en vertrouwen slechte kwaliteiten zijn
voor een politicus. Integendeel: zo ben ik als mens, en dus ook als
politicus. Daar zit geen licht tussen.
Media
Ik concludeer dat ik beoordeeld en afgerekend werd op een
privé-gesprek. Want zoveel is mij duidelijk geworden: als ik het
gesprek met Heleen van Royen niet had gehad, was er geen enkel
probleem geweest, was er niets in de pers gekomen en had ik gewoon
door kunnen werken als wethouder in Amsterdam. Maar: ik héb niet
publiek gemaakt wat privé was. Ik ben er zelf niet over begonnen.
Het Parool is er over begonnen door een privé-gesprek publiek te
maken. Tegen mijn zin, en zonder wederhoor.
De manier waarop dit privé-gesprek gevolgd werd door honderden
publicaties, en de tweede golf media aandacht naar aanleiding van
gelekte overheidsrapporten, hebben mij geschokt. Ik ben psychisch en
lichamelijk kapot en de druk op mijn gezin is onmenselijk. Ik gun dat
niemand. En daarom wil ik vandaag nadrukkelijk oproepen: ...
Als dit zo door gaat is het wachten op de volgende die gepakt wordt.
We mogen in Nederland politici niet gaan afrekenen op hun privé-leven,
op beeldvorming in plaats van op feiten, en hetzes gaan voeren die
politici politiek én privé compleet kapot maken.
Theemsweg
Dan: de Theemsweg. Het beeld van de Theemsweg wordt aan mij
opgedrongen. Wat ik daar over te zeggen heb, maakt niets meer uit,
beeldvorming haal je niet weg. Maar naast beeldvorming horen, nee
moeten feiten te staan. Ik ben inderdaad een paar keer bij de
Theemsweg geweest, en ik heb dat niet meer gedaan sinds Job Cohen mij
in november 2002 daar op aangesproken heeft. Ik heb de waarschuwing
van Cohen niet genegeerd. Pas in augustus 2003 is de Theemsweg in
opspraak in de gemeenteraad, en in november heeft het college van B&W
besloten de tippelzone te sluiten.
U zult vragen of ik het verstandig vind als wethouder naar de
Theemsweg gaan? Dat is niet relevant. Ik werd door de PvdA-fractie
weggestuurd omdat ik gesignaleerd ben op een door de gemeenteraad
opgerichte tippelzone.
De feiten en beeldvorming: wat zou ik nu allemaal eigenlijk hebben gedaan en
wat wordt mij nagedragen? Mensen hebben het over een `reeks incidenten'
1. Ik heb twee jaar geleden het woord `Kutmarokkanen' gebruikt;
Klopt. Was stom, excuses voor gemaakt, Amsterdammers weten wie ik
daarmee bedoelde.
2. Ik heb niet gescholden tegen de politie over mijn achterlicht;
daar is niets over te vinden in het politierapport, de burgemeester
heeft dit bevestigd, maar het wordt mij als `feit' nagedragen.
3. Ik heb niet tegen Heleen van Royen gezegd dat ze over mijn
privé-leven mocht publiceren; ik heb een privé-gesprek gevoerd en nu
wordt mij verweten dat ik mijn privé-leven openbaar publiek gemaakt
zou hebben en dus niet meer kan functioneren als wethouder; Klopt dus
ook niet.
4. Ik heb nooit cocaïne gebruikt, maar ook dit wordt gepresenteerd
als `feit'
5. Ik heb prostituees bezocht. Klopt. Nieuws? Ja en nee. Voor mijn
politiek functioneren kan en mag het niets uitmaken. Het was binnen
mijn partij bekend en heeft mijn wethouderschap niet in de weg
gestaan. Ik ben - voor alle duidelijkheid - nooit chantabel geweest en
ook nu niet.
6. En dan de finale: ik ben gesignaleerd op de Theemsweg. Daar ben
ik inderdaad geweest. De Theemsweg was toen een door de gemeente
Amsterdam in het leven geroepen en gefaciliteerde tippelzone.
Er is plaats voor excuses.
Die heb ik gemaakt. Wat privé is had privé moeten blijven.
Ik wilde door. Naïef? Dacht ik dat ik niet beschadigd was? Hou op. Ik
ben beschadigd. Politiek: geloofwaardigheid, gezag, draagvlak.
Persoonlijk: verwoesting.
Toch wilde ik door. Betrokkenheid niet aangetast, zelfs mijn
draagkracht hield `t. Werklust, mijn idealen, anderen helpen hun
idealen te verwezenlijken gaven de kracht om door te gaan.
PVDA: zeg je vertrouwen op, dan ga ik. Zuiver. Politieke
werkelijkheid. De opdrachtgever (PvdA-fractie) zegt tegen de
opdrachtnemer (ik) we willen jou niet meer deze opdracht geven.
Pijn in mijn hart maar opgezweept door de ongekende massale steun van
Amsterdammers ga ik weg.
Velen gaan essentieel werk voortzetten. Verdomd pijnlijk dat ik daar
niet meer aan mee mag doen.
Nu: afstand nemen. Rust. De valse energie van mij afwerpen, de te
grote dosis adrenaline die de ratrace van politiek en media opwekt,
die deze baan opwekt, verslavend, de combi van uitdaging, alertheid,
in het middelpunt staan en de zware tol die dat eist. Die in mij
junkachtige en ook verkeerde krachten losmaakt. Dat alles ga ik
dempen.
Ik ga tot op het bot analyseren wat mij eigen rol is geweest, bewust,
onbewust, dat heeft geleid tot dit ongeluk. Ik ga niet oordelen over
het gedrag van anderen.
En dan?
Ik ben met hart en ziel verbonden aan de publieke zaak. Het is mijn
levensader. Diepgewortelde opvattingen over sociaal-democratie.
Autonomie. relativering. Primair intuïtief, daarna volgt rationele
verwoording. Als dokter, als politicus. Die lijn is nu even geknakt.
Ik zal nadenken over hoe en waar en wanneer ik die lijn kan hervatten.
Over wat te doen en wat te laten. Nu daarover beslissen: no way. 99
van de 100 beslissingen in de situatie waarin ik verkeer zijn fout.
En als ik dat weet - over een tijdje- zal ik mij met alles wat ik in
me heb, blijven inzetten voor die publieke zaak.
Ik vond het een voorrecht wethouder te mogen zijn in mijn eigen Mokum
en geïnspireerd te worden door zoveel mensen.
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam