Vrije Universiteit Amsterdam

Overzicht | veb@dienst.vu.nl

---

Eenderde van gescheiden partners valt in diep dal

Eenderde van de gescheiden personen ondervindt na het verbreken van de relatie met de ex-partner langdurige negatieve sociale gevolgen. Vooral personen met een negatieve evaluatie van de scheiding en diegene die niet hertrouwen hebben kans op dergelijke negatieve netwerkveranderingen. Voor de meeste gescheidenen geldt echter dat het verlies van de partner, en daarmee het verlies van de wederzijdse steun, gecompenseerd wordt door de steun van vrienden en familieleden uit het persoonlijke netwerk van de gescheidene. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van Lissy Terhell die 22 januari aanstaande haar proefschrift Veranderingen in het persoonlijke netwerk na echtscheiding verdedigt aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Terhell vergeleek de sociale participatie en de steunnetwerken van gehuwde en (ooit) gescheiden mannen en vrouwen met gegevens van een nationaal representatieve steekproef die in het kader van het onderzoeksprogramma Scheiding in Nederland 1998 waren verzameld. Wat blijkt is dat alleenstaande gescheidenen over het algemeen minder frequente en minder diverse sociale contacten hebben dan hertrouwde personen. Daarnaast participeren zij minder vaak in sociale activiteiten zoals het bezoeken van een beurs of uitgaan naar een café, bioscoop of theater. Daarentegen krijgen alleenstaande gescheidenen relatief veel steun van hun netwerkleden. Personen die hertrouwen na echtscheiding hebben ongeveer evenveel steunrelaties als personen in hun eerste huwelijk. Hertrouw lijkt daarmee veranderingen in het steunnetwerk na een scheiding ongedaan te maken.

Terhell onderzocht veranderingen in persoonlijke netwerkrelaties over een langere periode na echtscheiding. Hiervoor maakte zij gebruik van gegevens uit een vervolgstudie waarbij 40 mannen en 64 vrouwen twaalf jaar na hun scheiding opnieuw werden geïnterviewd. Voor sommige van deze personen hield de scheiding een tijdelijke netwerkcrisis in. Voor anderen leverde het beëindigen van een problematisch huwelijk meer vrijheid op om relaties met andere personen te onderhouden. Moeilijker lijkt het voor de gescheidene om personen te mobiliseren wanneer negatieve gevoelens en conflicten over de scheiding blijven bestaan of wanneer een introverte persoonlijkheid het vormen van nieuwe relaties verhindert.

De kans op verbreken van het contact op de korte termijn na echtscheiding was vooral groot voor relaties met schoonfamilie en personen die eveneens in contact waren met de ex-partner. Op de lange termijn werd het contact met sommige van deze relaties hersteld. Contacten met familie en eigen vrienden bleven vaak behouden na de scheiding. Investeringen in het contact van vóór de scheiding en, in de latere jaren, de afwezigheid van afkeuring bij het netwerklid en de gedeelde ervaring van een scheiding beïnvloedden het behoud van de relatie op een positieve manier.

Terhell concludeert dat een scheiding niet voor iedereen dezelfde sociale gevolgen heeft. Hoewel het de meeste gescheidenen lukt om hun netwerkverliezen te compenseren, kan de ervaring van een scheiding sommige personen blijvend isoleren. Zowel persoonlijke (evaluatie van de scheiding, persoonlijkheidskenmerken) als structurele kenmerken (het hebben van een partner, werk, opleidingsniveau, zorg voor kinderen) in heden en verleden spelen een wezenlijke rol in het sociaal functioneren na een echtscheiding. Investeren in eigen persoonlijke relaties tijdens het huwelijk en het doorbreken van een hardnekkige negatieve houding ten aanzien van de vroegere echtgenoot zijn van belang voor het afwenden van negatieve sociale gevolgen over de lange termijn na een scheiding.