Amsterdam, 22 januari 2004
OM seponeert in zaak overlijden gedetineerde in grenshospitium
Op 14 januari 2003 is een man, die gedetineerd zat in
vreemdelingenbewaring overleden in het Grenshospitium De Weg te
Amsterdam. Naar aanleiding van dit overlijden is er door de
Rijksrecherche, onder leiding van een officier van justitie, een
onderzoek gestart. Naast dit Rijksrecherche onderzoek heeft er ook
onderzoek plaatsgevonden door het Nederlands Forensisch Instituut.
Uit deze onderzoeken is gebleken dat deze gedetineerde is overleden
aan de gevolgen van een Toxoplasmose-infectie. Hoewel er diverse
personen betrokken zijn geweest bij de verzorging van deze man heeft
dit niet geleid tot tijdige opname van deze man in een ziekenhuis. Er
is door betrokkenen onderschat hoe ernstig ziek deze man was en pas in
een zeer laat stadium is geprobeerd om opname in een ziekenhuis te
bewerkstelligen. Ondanks het feit dat het niet zeker was of opname in
een ziekenhuis het overlijden had kunnen voorkomen, stelt de officier
van justitie vast dat er sprake is van nalatigheid van de behandelend
arts en van de twee betrokken verpleegkundigen.
De nalatigheid van de kant van de twee verpleegkundigen valt echter
niet te kwalificeren als schuld in de zin van het Wetboek van
Strafrecht en derhalve kan dood door schuld dan ook niet worden
bewezen. De zaken tegen deze twee verpleegkundigen worden geseponeerd
wegens gebrek aan bewijs.
De nalatigheid van de arts valt wel te kwalificeren als schuld in de
zin van het wetboek van Strafrecht. Het Openbaar Ministerie verwijt de
arts dat hij, hoewel er duidelijk signalen waren dat de lichamelijke
toestand van het slachtoffer zeer slecht was, hier foutief op heeft
gereageerd en het slachtoffer niet naar specialistische hulp heeft
verwezen. Ook heeft de arts verzuimd het slachtoffer over te laten
brengen naar een ziekenhuis, toen dat geboden was. Hierdoor heeft het
slachtoffer niet de benodigde therapeutische opties gehad, waardoor
hij wellicht genezen had kunnen worden.
Tegen de arts en de verpleegkundigen is er een klacht ingediend bij
het Medisch Tuchtcollege. Op grond van de mate van schuld alsmede de
zwaarte van de procedure bij het Medisch Tuchtcollege, prevaleert de
tuchtprocedure boven een strafrechtelijke procedure en wordt de zaak
tegen de arts geseponeerd op de grond dat een ander dan
strafrechtelijk ingrijpen prevaleert.
Openbaar Ministerie