Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA Den Haag

Uw brief Ons kenmerk
DCE 04/3621

Onderwerp Datum
Aanbieding onderzoeksrapport "Strategieën 22 januari 2004
ter voorkoming van besnijdenis bij meisjes"

Hierbij bied ik u aan het rapport Strategieën ter voorkoming van besnijdenis bij meisjes, Inventarisatie en aanbevelingen. Dit onderzoek is uitgevoerd door de Vrije Universiteit en Defence for Children International, afdeling Nederland.
Het onderzoek is aangekondigd in het `Meerjarenbeleidsplan Emancipatie'. Het heeft betrekking op vier bevolkingsgroepen waar meisjesbesnijdenis veel voorkomt: Somaliërs, Eritriërs, Egyptenaren en Soedanezen. Ook vergelijkt het de juridische benadering in enkele Europese landen. Ten slotte geeft het een beeld van de preventie.

Het blijkt dat besnijdenis bij meisjes geen eenduidig verschijnsel is. Het verschilt per bevolkingsgroep wat betreft de ingrijpendheid, de leeftijd waarop het gebeurt, de kennis van de gevolgen, de bespreekbaarheid en de betekenis voor de eigen identiteit. De manier waarop een bevolkingsgroep aankijkt tegen besnijdenis en het belang voor de etnische groepsidentiteit zijn zeer bepalend voor de mogelijkheden om iets te doen tegen meisjesbesnijdenis, aldus de onderzoekers.

De onderzoekers concluderen dat goede afspraken, regie, coördinatie en initiatief nodig zijn om besnijdenis bij meisjes te voorkomen. Hulpverleners, politie en justitie moeten adequaat en alert reageren op signalen die wijzen op het bestaan van besnijdenis van meisjes. De bevolkingsgroepen waar meisjesbesnijdenis voorkomt, moeten worden betrokken bij het oplossen van het probleem.

Zoals in het rapport wordt aangegeven, is bespreekbaarheid van meisjesbesnijdenis een voorwaarde voor goede preventieve activiteiten. Met name bespreekbaarheid in de betrokken bevolkingsgroepen zelf is belangrijk om te komen tot daadwerkelijke gedragsverandering.
In het plan van aanpak op hoofdlijnen voor de emancipatie en integratie van vrouwen en meisjes uit etnische minderheden is daarvoor al ruimte gecreëerd met het vierde speerpunt, "Het laten voeren van dialogen en debatten". De dialoog in eigen kring over zowel meisjesbesnijdenis als eerwraak wordt in dit kader gestimuleerd.

2

Een gezamenlijke reactie van de bij dit onderwerp betrokken bewindslieden zal ik u vóór
1 april doen toekomen.
Zoals ik u in de brief over de motie Hirsi Ali inzake huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen heb aangekondigd, zal in de reactie op dit onderzoeksrapport ook worden ingegaan op de kwestie van de dubbele strafbaarheid en op de uitvoering van de motie Halsema over de verantwoordelijkheid inzake meisjesbesnijdenis binnen de arrondissementsparketten.
Hierbij zal de notitie van de minister van Justitie over dubbele strafbaarstelling, die u binnenkort zal worden toegezonden, worden betrokken.

De minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)