Universiteit Twente

Een slim mobieltje is een ware kameleon

Continue aanpassing aan heersende omstandigheden Door een mobiele telefoon zich voortdurend te laten aanpassen aan de heersende omstandigheden, snijdt het mes aan twee kanten: bij slechte ontvangst is de kwaliteit van de verbinding toch op te schroeven, bij goede ontvangst kan het mobieltje minder energie gebruiken. Dit kan met het regelsysteem dat promovendus ir. Lodewijk Smit heeft ontwikkeld aan het Centrum voor Telematica en Informatietechnologie (CTIT) van de Universiteit Twente. Smit promoveert op 23 januari aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. De mobiele verbinding is volgens de promovendus te optimaliseren door het ontvanger-circuit in de mobiele telefoon heel frequent aan te passen aan de heersende kwaliteit. De omgeving van mobiele ontvangers verandert voortdurend. Gevolg: de kwaliteit van de verbinding wisselt even vaak. Door een intelligent regelsysteem te gebruiken, is de hoeveelheid rekenwerk die de ontvanger moet verrichten, aan te passen aan de op dat moment geldende ontvangstkwaliteit. "Op die manier doe je niet méér rekenwerk dan strikt noodzakelijk is. Bij slechte omstandigheden krijg je toch een verbinding van betere kwaliteit. Is de ontvangst daarentegen goed, dan kun je met het regelsysteem het energieverbruik omlaag brengen", aldus Smit. "Dat is minstens zo belangrijk: nieuwe toepassingen eisen steeds meer van de accu, terwijl de capaciteit niet meegroeit met die vraag."
Foutkans
De informaticus ontwikkelde voor dit doel ook een methode om eenvoudig en nauwkeurig de kwaliteit van een draadloze verbinding te kunnen vaststellen. Tot nu toe wordt er, naast de te versturen data, extra informatie over het draadloze kanaal gestuurd voor het meten van de kwaliteit. Dankzij Smit's methode is dit niet meer nodig: dit scheelt overhead. De methode maakt een statistische analyse van de ontvangen data waarbij de kans wordt bepaald dat een verstuurd symbool fout is ontvangen. Hierdoor kan de ontvanger nauwkeurig ingesteld worden totdat de juiste foutkans verkregen wordt. Een beperkte hoeveelheid fouten is acceptabel, omdat die toch al worden gecorrigeerd worden door de standaard fout-corrigerende codes in draadloze communicatie. Ook kan Smit nu nauwkeurig voorspellen welke invloed een wijziging van de ontvanger-instelling heeft op het energieverbruik en de kwaliteit van de verbinding. Tot nu toe is dat niet goed mogelijk omdat tot op heden de gevolgen van het veranderen van een instelling voor de kwaliteit niet eenvoudig te beschrijven zijn.
Een belangrijk verschil met de gangbare aanpak is dat Smit een globale optimalisatie uitvoert over de verschillende onderdelen waaruit de ontvanger bestaat. Meestal worden de verschillende onderdelen individueel geoptimaliseerd; dat betekent niet automatisch dat voor het geheel de beste oplossing ontstaat.
Smit's onderzoek maakt deel uit van het project CHAMELEON van het Centrum voor Telematica en Informatietechnologie, waarin nieuwe energie-efficiënte architecturen voor mobiele apparatuur worden ontwikkeld. Te vaak zijn mobiele apparaten, volgens de onderzoekers, ontworpen vanuit dezelfde strategie als desktop apparaten waarin energieverbruik geen issue is. Smit verwacht dat de methode die hij heeft ontwikkeld, eenvoudig is te integreren in de circuits van nieuwe generaties mobiele apparatuur. In de komende generatie UMTS-telefoons zullen de instellingen vooral afhankelijk zijn van de service (bijvoorbeeld data of voice) die de gebruiker heeft gekozen en niet van de kwaliteit van het ontvangen signaal.
Noot voor de pers
Ir. Lodewijk Smit studeerde tot 1996 Informatica aan de Universiteit Twente en werkte nadien ruim drie jaar als project manager bij Akzo Nobel. Hij heeft zijn promotieonderzoek gedaan bij prof.dr.ir. Thijs Krol en dr.ir. Gerard Smit
Zijn proefschrift is te bestellen bij het Centrum voor Telematica en raadplegen op www.cs.utwente.nl/~smitl
Contactpersoon voor de pers: ir. Wiebe van der Veen, tel (053) 4894244, email w.r.vanderveen@utwente.nl

Laatst gewijzigd op 21-01-2004 © Universiteit Twente Printversie