Openbaar Ministerie

23 januari 2004


Hoge boete voor dodelijk bedrijfsongeval

Er ging veel fout bij de werkzaamheden bij Holland Vlees B.V. op de noodlottige 13 mei 2002. Bij reparatiewerkzaamheden aan de gierput raakte de onderhoudsman bedwelmd en buiten bewustzijn. Twee dagen later overleed de man aan de gevolgen van zuurstofgebrek en vocht in de longen door vergiftiging. Het slachtoffer was niet geïnstrueerd over de risicos van de klus, er was geen toezicht, geen reddingslijn of ademhalingsbeschermingsmiddelen en de ruimte werd niet van voren gecontroleerd noch voorzien van luchtverversing. Op 8 januari 2004 legde de officier van justitie dan ook dood door schuld ten laste. De rechter oordeelde dat het bedrijf schuldig is aan de tenlastegelegde feiten en legde het bedrijf hiervoor een boete op van 25.000 euro, waarvan 10.000 euro voorwaardelijk. Ook moet het vleesverwerkingsbedrijf een geldboete betalen van twee maal 2250 euro voor overtreding van de Wet Arbeid Vreemdelingen, omdat het bedrijf naast het slachtoffer nog een illegale werknemer in dienst had. De rechtbank in Utrecht sprak van een onverantwoorde werkwijze, waarin het bedrijf als werkgever schromelijk tekort is geschoten en vanuit geldelijk gewin de economische verhoudingen en het handelsverkeer ernstig zijn verstoord. De rechtbank legde in verband met het verkregen voordeel ten slotte een ontnemingsvordering van 8450 euro op.