Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
23 januari 2004

Midden- en oost-europese werknemers onder voorwaarden toegelaten tot nederlandse arbeidsmarkt

Midden- en Oost-Europese werknemers uit de landen die in mei 2004 toetreden tot de Europese Unie (EU) worden onder voorwaarden toegelaten tot de Nederlandse arbeidsmarkt. In de nieuwe situatie moeten werkgevers net als nu een zogenoemde tewerkstellingsvergunning aanvragen voor werknemers uit de toegetreden landen. Bij de aanvraag wordt echter niet meer gekeken of andere werknemers uit Nederland of de EU het werk zouden kunnen doen, zoals nu het geval is. Wel wordt nagegaan of de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voldoen aan de Nederlandse regelgeving. Als voor mei 2005 de grenswaarde van 22.000 werknemers dreigt te worden overschreden, zal het kabinet zijn besluit heroverwegen.

Hiertoe heeft de ministerraad besloten op voorstel van staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Door vast te houden aan een vergunningstelsel is het mogelijk te volgen hoe groot de toestroom van werknemers uit de nieuwe lidstaten is.

Het kabinet noemt het vrije verkeer van werknemers één van de fundamentele vrijheden die de basis vormen voor een gemeenschappelijke markt. Een belangrijke afweging bij de beslissing van het kabinet is dat tot nu toe bij de Midden- en Oost-Europese staten de verwachting is gewekt dat Nederland de toestroom niet zou beperken en dus geen gebruik zou maken van de overgangstermijn van twee jaar na de toetreding. Het kabinet-Kok II had daartoe besloten. Sindsdien is de situatie echter gewijzigd. Indertijd was de arbeidsmarkt krap en waren er veel vacatures, terwijl nu sprake is van een groeiende werkloosheid. Daarnaast is duidelijk geworden dat een aantal lidstaten gebruik maakt van de mogelijkheid de toestroom van werknemers te beperken. Omdat de nieuwe, hogere ramingen van het CPB zijn omgeven met onzekerheden, is er een groter risico voor de Nederlandse arbeidsmarkt en de uitgaven aan sociale zekerheid. Ook dat is een belangrijke afweging voor het kabinet en mede aanleiding voor het invoeren van een grenswaarde.

Het Centraal Planbureau schat dat in de eerste twee jaar na de toetreding jaarlijks tussen 7.500 en 15.000 Midden- en Oost-Europese werknemers naar Nederland komen voor een periode langer dan vier maanden. Als wordt meegerekend dat er ook werknemers weer zullen terugkeren, komt dat neer op een aantal van 5.000 tot 10.000 werknemers. Seizoenswerk is in deze cijfers niet meegenomen. In 2003 werkten ongeveer 10.000 Midden- en Oost-Europese werknemers hier tijdelijk. Het CPB geeft aan dat niet duidelijk is of en op welke manier het aantal tijdelijke krachten door het vrije verkeer zal veranderen.

Op korte termijn leidt de toestroom van migranten in 2004 en 2005 naar verwachting tot een toename van het aantal uitkeringen, doordat Nederlandse werknemers werkloos kunnen raken of blijven en een beroep moeten (blijven) doen op de WW of de bijstand. De omvang van de extra uitgaven hangt af van het aantal immigranten en van het werk dat ze gaan doen. Als nieuwe werknemers vooral vacatures vervullen waarvoor moeilijk Nederlandse werknemers te vinden zijn, zal dat nauwelijks leiden tot een toename van uitkeringen. Het CPB schat dat de extra kosten in 2006 (wanneer de uitgaven naar verwachting het hoogst zijn) maximaal 70 miljoen euro zullen bedragen.

In EU-verband is vastgelegd op welk moment de lidstaten het vrije verkeer van werknemers moeten invoeren. De periode van mei 2004 tot mei 2006 is aangemerkt als een overgangsperiode waarin landen de toestroom van werknemers mogen beperken. Na mei 2006 kunnen lidstaten beperkende maatregelen handhaven, maar moeten ze dat melden aan de Europese Commissie. Ook van mei 2009 tot mei 2011 blijven beperkingen mogelijk, maar dan moet een lidstaat duidelijk kunnen maken dat het vrije verkeer van werknemers de eigen arbeidsmarkt ernstig verstoort of ernstig dreigt te verstoren. Na mei 2011 zijn beperkende maatregelen niet langer toegestaan.

RVD, 23.01.2004