Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Persbericht ministerraad
23 januari 2004
Universiteiten en hogescholen moeten keuzes maken
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Nijs van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) ingestemd met het HOOP 2004, het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan. In het HOOP
wordt het middellange termijnbeleid ten aanzien van het hoger onderwijs beschreven. Het kabinet gaat
universiteiten en hogescholen stimuleren zich van elkaar te onderscheiden, onder meer door het maken
van individuele afspraken met instellingen en door prestaties openlijk te vergelijken.
Rode draad in het HOOP is de ambitie te komen tot een meer verschillend aanbod in het hoger
onderwijs. Het kabinet vindt het belangrijk dat universiteiten en hogescholen niet uniform zijn.
Instellingen moeten keuzes maken om zich te profileren en geprikkeld worden te excelleren.
Samenwerking is daarbij een kernwoord. Instellingen moeten goed samenwerken om de positie van het
Nederlandse hoger onderwijs internationaal sterk te houden. De sectorplannen spelen daarbij een rol.
In die sectorplannen werken universiteiten samen om zich op hun sterke punten te kunnen richten.
Voor deze plannen is in 2004 een bedrag van 5 miljoen euro gereserveerd. Ook de discussie over
macrodoelmatigheid van het opleidingenaanbod levert een bijdrage aan het streven naar profilering en
bundeling van krachten in het hoger onderwijs. De overheid neemt het initiatief om delen van het
bestaande opleidingenaanbod disciplinegewijs door te laten lichten. Daarbij wordt niet één kritische
ondergrens van studentenaantallen gehanteerd. Die grens is afhankelijk van de sector en in welke mate
wordt samengewerkt.
De wereld van de politiek en de dagelijkse praktijk in het hoger onderwijs moet dichter bij elkaar
komen. Om dat te realiseren wordt een nieuwe aanpak geïntroduceerd: het realiseren van
prestatieafspraken. De overheid gaat in de eerste helft van 2004, in nauw overleg met koepels en
bonden, landelijke ambities benoemen. Vervolgens worden universiteiten en hogescholen vanaf
september 2004 uitgenodigd aan te geven welke bijdrage ze hieraan willen leveren. Instellingen kunnen
daarmee hun profiel versterken. Op deze manier werken overheid en onderwijsveld samen om de
landelijke ambities te realiseren. Door middel van een benchmark op instellingsniveau zal gevolgd
worden in welke mate deze ambities in praktijk gebracht worden. Vanaf 2006 worden de bereikte
resultaten per instelling voor iedereen toegankelijk gemaakt via de publicatie `Kennis in kaart'. Deze
publicatie geeft een jaarlijks beeld van hoe het hoger onderwijs in Nederland presteert. De
prestatieafspraken worden niet gerelateerd aan het bekostigingsmodel van de instellingen. Op de OCW-
begroting is 87 miljoen euro extra uitgetrokken voor de realisering van de landelijke ambities.
In het HOOP wordt aangekondigd dat de huidige Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk
Onderzoek (WHW) vervangen wordt. De WHW van nu `knelt' en kan de huidige en gewenste
verscheidenheid in het hoger onderwijs niet de ruimte bieden die nodig is. In het najaar zullen de
contouren van de nieuwe wet bekend worden gemaakt en wordt duidelijk hoe het proces van
totstandkoming er uitziet. Dit proces zal vernieuwend van aard zijn en aansluiten bij het beleid van het
kabinet om het onderwijsveld meer ruimte te geven.
RVD, 23.01.2004
Ministerie van Algemene Zaken