Ministerie van Algemene Zaken

Postadres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 20001 der Staten-Generaal 2500 EA Den Haag Plein 2 Bezoekadres 2511 CR DEN HAAG Binnenhof 19, Den Haag
Contactpersoon

E-mail

Telefoon

Fax Datum Kenmerk Onderwerp 21 januari 2004 04M462967 kamervragen 2030405890

Hierbij doe ik u toekomen, mede namens de minister van Justitie, het antwoord op de vragen van het lid van uw Kamer, mevrouw Vos, mij toegezonden met uw brief van 14 januari 2004, nr. 2030405890.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

mr. dr. J.P. Balkenende

Vragen van het lid Vos (GroenLinks) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister van Justitie over mogelijke regeringsverantwoordelijkheid voor beslissingen van het Openbaar Ministerie. (Ingezonden 13 januari 2004)


1
Is het waar, dat u zich tijdens uw bezoek aan de in As Samawah gelegerde Nederlandse troepen heeft uitgelaten over de opsporings- en vervolgingshandelingen van functionarissen van het Openbaar Ministerie inzake een schietincident op 27 december 2003, waarbij een Nederlandse militair mogelijk betrokken was? Zo ja, is het waar dat u heeft gezegd, dat de aanhouding van de betrokken Nederlandse militair `geen besluit was van Defensie of van de politiek'? Bedoelt u daarmee te zeggen dat u als lid van de regering geen verantwoordelijkheid wenst te dragen voor beslissingen van het Openbaar Ministerie?


2
Kunt u, mede gelet op de strekking van artikel 127 ev. van de wet op de rechterlijke organisatie, aangeven wat de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van Justitie is voor de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het Openbaar Ministerie? Bestaat er niet een (eind)verantwoordelijkheid voor de minister-president voor het handelen en nalaten van het Openbaar Ministerie? Betreurt u tegen die achtergrond uw uitspraak?

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Bakker (D66), ingezonden 8 januari 2004.

Antwoorden op de vragen van mevrouw Vos (GroenLinks) d.d. 13 januari 2004, nr. 2030405890


1 t/m2 De minister-president heeft tot uitdrukking willen brengen dat het openbaar ministerie, zoals gebruikelijk, zelfstandig heeft besloten omtrent het instellen van een opsporingsonderzoek. De leden van de regering hebben in de regel geen bemoeienis met de behandeling van individuele strafzaken. Deze praktijk is mede ingegeven door de wens dat geen (partij)politieke beïnvloeding plaatsvindt in dergelijke zaken. Daarnaast past terughoudendheid bij de uitvoerende en wetgevende macht als een zaak nog in onderzoek is en (wellicht) de rechter nog over de zaak moet oordelen. Uit de wetsgeschiedenis van de totstandkoming van de door mevrouw Vos aangehaalde artikelen blijkt dat de minister van Justitie volledig politiek verantwoordelijk is voor het optreden van het openbaar ministerie (zie o.a. Kamerstukken 25 392, nr.7, blz.22).

Pagina

2/3

Pagina

3/3