Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Vragen van de leden Van Dam en Heemskerk (beiden PvdA) aan de minister van Economische Zaken over mogelijke tariefverhoging bij kabelexploitant UPC. (Ingezonden 23 december 2003)
Nummer: 452

Datum: 23-01-2004


1 Is het waar dat in Amsterdam de kabelexploitant UPC van plan is zijn tarieven per 1 januari 2004 te verhogen met maar liefst meer dan 50%? Zo neen, met welk percentage dan wel?


2 Is het waar dat een standaardpakket voor radio en TV in de gemeente Amsterdam nu EUR 33,14 per kwartaal bedraagt en per 1 januari aanstaande EUR 50,30 per kwartaal? Zo neen, welke bedragen zijn dan wel correct?


3 Zijn deze tariefsverhogingen in Helmond en in andere gemeenten ook aan de orde en in welke mate? Bent u bereid aan de Kamer een overzicht te zenden van de tariefsontwikkelingen in geheel Nederland?


4 Bent u bereid om de NMa te verzoeken hiernaar op korte termijn een onderzoek te verrichten en daarbij de Opta reeds te betrekken, vooruitlopend op de overheveling van bevoegdheden?


5 Welke mogelijkheden biedt de Mediawet en andere wetgeving om dergelijke grote tariefsverhogingen tegen te gaan?


6 Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling en de gevolgen van privatisering van monopolistische bedrijven?


De Minister van Economische Zaken heeft deze vragen mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als beantwoord.


1 De tarieven in Amsterdam waren eind 2003 EUR 11,06 per maand (incl. BTW). Het voornemen van UPC was om deze per 1 januari 2004 te verhogen tot EUR 14,09 (incl. BTW) per maand. Dit zou een tariefstijging van 27,4 % betekenen. UPC beoogt in 2004 een verdere tariefstijging te realiseren tot EUR 15,20 (incl. BTW) zoals hierna nader uiteen wordt gezet. Dit betekent een tariefstijging van 37,4 % ten opzichte van het tarief van eind 2003.


UPC was voornemens om de tarieven in Amsterdam per 1 januari 2004 aan te passen. De rechter heeft echter in een kort geding tussen de gemeente Amsterdam en UPC vastgesteld, dat partijen hebben afgesproken drie maanden de tijd te nemen voor nadere onderhandelingen. UPC zal gedurende deze periode in Amsterdam de tarieven verhogen door toepassing van de consumentenprijs index en externe kosten, waardoor het tarief zal uitkomen op EUR 11,36 per maand (incl. BTW). Dit betekent een tariefstijging van 2,7 %.


2 Volgens opgaaf van UPC bedroeg het kwartaaltarief voor een standaardpakket voor radio en TV in de gemeente Amsterdam in 2003 EUR 33,18 (incl. BTW) per kwartaal.
Het was de bedoeling van UPC om dit kwartaaltarief in eerste instantie per 1 januari 2004 te laten stijgen tot EUR 42,27 (incl. BTW). Door tussenkomst van de rechter is het kwartaaltarief door UPC vooralsnog vastgesteld op EUR 34,08 (incl. BTW). UPC heeft het voornemen om het kwartaaltarief in de tweede helft van 2004 voor dit pakket te verhogen naar het landelijk beoogde tarief van EUR 45,60 (incl. BTW).


3 De tarieven welke UPC in Helmond hanteert waren eind 2003 EUR 11,50 per maand. UPC had het voornemen op per 1 januari 2004 in Helmond een tarief in te voeren van EUR 14,53 (incl. BTW). Betrokken partijen zijn in overleg over het nieuwe tarief. UPC heeft aangegeven de invoer van het nieuwe tarief minimaal een maand uit te stellen.


Met betrekking tot het tarievenbeleid van UPC het volgende. In juni 2003 heeft UPC aangekondigd te streven naar één landelijk tarief voor de kabel van EUR 12,50 (excl. BTW) per maand voor alle gemeenten waar het kabelnetwerk voldoet aan in deze tijd te stellen eisen. Door toepassing van de consumentenprijs index en door verrekening van externe kosten wordt het tarief in 2004 verhoogd tot EUR 12,77 (excl. BTW). Het door UPC te hanteren standaardtarief in 2004 bedraagt derhalve EUR 15,20 (incl. BTW). UPC heeft aangegeven deze verhoging gefaseerd in te voeren. Enkele gemeenten, waarmee UPC contractsverplichtingen inzake tarieven heeft, hebben zich tegen een verhoging verzet. Door tussenkomst van de rechter is in enkele gemeenten de verhoging vooralsnog opgeschort. UPC heeft aangekondigd na verhoging tot het gestelde prijsniveau jaarlijks de prijzen met de consumentenprijsindex te laten stijgen, tenzij overheidsingrepen (bijvoorbeeld in de kostenverhoudingen met toeleveranciers) of prijs- of marktontwikkelingen daartoe aanleiding geven.


Het Commissariaat voor de Media is bezig met een onderzoek naar tariefsontwikkelingen in geheel Nederland. Resultaten van dit onderzoek worden in maart 2004 verwacht.


4 De NMa heeft in reactie op de recente tariefsverhogingen van UPC vanuit haar toezichthoudende rol schriftelijk vragen gesteld aan UPC. De NMa zal daarbij beoordelen of sprake is van een economische machtspositie (art. 24 Mededingingswet). Indien er sprake is van een economische machtspositie kan de NMa beoordelen of UPC misbruik maakt van deze economische machtspositie door tarieven te hanteren die excessief zijn. Indien dit het geval is kan de NMa ingrijpen.
In dit verband wijs ik u op het besluit van de NMa inzake een verhoging van het abonneetarief door Casema (besluit van 12 juni 2003, nummer 1793/222). De NMa besloot in deze zaak geen toepassing te geven aan zijn bevoegdheid zoals beschreven in artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.


Met de zojuist door de Eerste Kamer aangenomen wijziging van de Telecommunicatiewet (het zogenaamde Kabelwetje) zal OPTA een marktanalyse uitvoeren. Deze analyse is bedoeld om te bepalen welke bedrijven op grond van Europese ONP- regels verplichtingen opgelegd kunnen krijgen. Eventuele maatregelen kunnen pas van kracht worden nadat de algehele implementatie van de Europese ONP-regels heeft plaatsgevonden. De nieuwe Telecommunicatiewet, voor deze implementatie, ligt bij de Eerste Kamer. OPTA is ondertussen gestart met de voorbereidingen voor de marktanalyse. Nadat het kabelwetje in het Staatsblad heeft gestaan zal OPTA direct beginnen met de marktanalyse.


Mocht de marktanalyse daar aanleiding toe geven, dan zijn er voor de OPTA in deze nieuwe wetgeving mogelijkheden om handelend op te treden ten aanzien van de consumententarieven. Daarnaast blijft ook de NMa in de toekomst bevoegd om, op basis van de mededingingswetgeving, grenzen te stellen aan consumententarieven.


5 Artikel 82j van de Mediawet maakt het mogelijk bij amvb een maximumtarief vast te stellen voor de ontvangst van het pakket dat de aanbieder van een omroepnetwerk ten minste moet uitzenden zoals bedoeld in artikel 82i van de Mediawet (het zogenaamde basispakket).


Het merendeel van de kosten voor de kabelaanbieders bestaat uit de kosten van de infrastructuur. De kosten van de inhoud beslaan een klein deel van de totale kosten. Een maximumprijs kan bij amvb ingesteld worden. Toepassing van een dergelijke amvb zal overigens in overeenstemming met de nieuwe Europese ONP- regels moeten geschieden.


6 Ik ben van mening dat private bedrijven een redelijk rendement mogen halen uit geïnvesteerd vermogen. Indien de tariefstijging het gevolg is van kosten voor andere diensten dan het standaard RTV pakket dan zouden deze kosten mijns inziens niet op deze manier terugverdiend mogen worden.


Ik kan de redelijkheid van de tariefstijging momenteel zelf niet beoordelen. De NMa is daar nu mee bezig, in de toekomst zal ook de OPTA zich hier mee bezig houden. Gezien de herhaalde en omvangrijke prijsstijgingen, acht ik het van belang zo spoedig mogelijk over de resultaten van het onderzoek van de NMa en het onderzoek van de OPTA (zodra dit is gestart) te kunnen beschikken.