Wageningen Universiteit

Onderzoekers onverkort achter uitkomsten rapport schelpdiervisserij

Wageningen UR, 23 januari 2004.

Verklaring

N.a.v. berichtgeving in Trouw dd. 23/1/2004 geeft het onderzoeksteam EVAII de volgende verklaring uit:

Onderzoekers staan onverkort achter uitkomsten rapport schelpdiervisserij

De onderzoekers van Wageningen UR (Alterra en RIVO) en RIKZ staan onverkort achter de resultaten van hun onderzoek naar de effecten van de schelpdiervisserij op de natuur in de Nederlandse kustwateren (EVA II), dat in december aan minister Veerman van LNV is aangeboden. Projectleider Bruno Ens heeft een eenzijdige perceptie willen corrigeren die later ontstond rond de resultaten van het rapport. Naar zijn inzicht werd in de beeldvorming rond het rapport te veel nadruk gelegd op de verminderde draagkracht in de Waddenzee als verklaring voor de achteruitgang van de aantallen scholeksters en eidereenden. Zoals in het rapport is aangegeven, is voor de achteruitgang van het aantal scholeksters, de schelpdiervisserij ook een belangrijke verklaring.

De rol van de schelpdiervisserij bij de hoge sterftes onder eidereenden is niet duidelijk.

Nadere informatie bij dr. Bruno Ens (Alterra Wageningen UR), tel. 0222 369750 of 06 10664469, e-mail bruno.ens@wur.nl of bij Jac Niessen (wetenschapsvoorlichter Wageningen UR), tel. 0317 485003, 06 51814514, e-mail jac.niessen@wur.nl.

Toelichting

Scholeksters

Het aantal scholeksters in de Waddenzee is gedaald van 260.000 in de jaren tachtig naar 170.000 vogels nu. Hoofdoorzaak hiervan is het verdwijnen van de mosselbanken. Begin jaren negentig zorgde de voortgaande mosselzaadvisserij in combinatie met uitblijvende zaadval en mogelijk ook stormschade voor de vrijwel totale verdwijning van de droogvallende mosselbanken. Deze banken zijn belangrijke foerageergebieden voor scholeksters. Of de vermindering van de draagkracht voor schelpdieren bij het verdwijnen van de mosselbanken een rol heeft gespeeld, is niet duidelijk.

Uit berekeningen blijkt dat als gevolg van de kokkelvisserij in de jaren negentig de draagkracht voor scholeksters circa 15.000 vogels lager was.

Eidereenden

Het aantal eidereenden in de Waddenzee is vanaf de jaren tachtig afgenomen van 130.000 naar circa 100.000 vogels. Daarnaast hebben zich enkele grote sterftes voorgedaan als gevolg van voedseltekorten. Voor hun voedselvoorziening zijn deze vogels sterk afhankelijk van het aanbod van zgn. sublitorale mosselen, die zich permanent onder water bevinden. Een belangrijk deel van deze voedselvoorraad ligt op kweekpercelen van mosselvissers.

De productie van mosselen door mosselkwekers was in de jaren tachtig veel hoger dan in de jaren negentig. Deze daling loopt parallel met de daling in de draagkracht voor schelpdieren in het Waddengebied. De kweekactiviteiten leiden volgens de onderzoekers in de Waddenzee tot een toename van vijftien procent meer mosselen, ten opzichte van een situatie zonder kweek. In jaren van mosselschaarste treedt er een hoge sterfte onder eidereenden op. Het is niet duidelijk of de kweek in deze jaren tot een verhoging van het mosselaanbod leidt.