Bijlage
KORTE BESCHRIJVING POSITIES EU-LIDSTATEN TEN AANZIEN VAN HET VRIJ
VERKEER VAN WERKNEMERS NA DE UITBREIDING
Stand van zaken 1 januari 2004
NB. Voor alle lidstaten die niet direct liberaliseren geldt dat na twee jaar overgangstermijn een
heroverweging moet plaatsvinden. Dan kan de liberalisering nog drie jaar worden uitgesteld en daarna
onder voorwaarden met nog eens twee jaar.
LAND TOELICHTING
Volledig vrij verkeer vanaf 1 mei 2004
Ierland volledig vrij verkeer van werknemers per 01/05/2004.
VK volledig vrij verkeer van werknemers per 01/05/2004.
Zweden volledig vrij verkeer van werknemers per 01/05/2004.
Onbeslist
Italië Besluitvorming begin 2004.
Luxemburg Nog geen definitief besluit. Mogelijk beleid per sector.Geen verdere gegevens
beschikbaar.
Portugal Neigt naar het in principe toestaan van vrij verkeer, onder voorbehoud van een
"safeguard clause". Er wordt op korte termijn een definitief standpunt verwacht.
Geen volledige liberalisering per 1 mei 2004
Denemarken Handhaving tewerkstellingsvergunningsplicht, waarbij wordt getoetst op
arbeidsvoorwaarden. Gedurende de overgangsperiode geen recht op een
werkloosheidsuitkering, wel op andere sociale rechten.
België Overgangstermijn van twee jaar, daarna evaluatie.
Duitsland Overgangstermijn zolang de Duitse arbeidsmarkt erom vraagt. Uitgebreid stelsel van
nationale regelingen blijft in aangepaste vorm van kracht: quota voor tijdelijke
werknemers voor de uitvoering van dienstencontracten door bedrijven uit aantal
kandidaatlidstaten (quota zullen in totaal op ca. 20.000 werknemers liggen op jaarbasis),
quota voor gastwerknemers (alle toetredende lidstaten, doel is ontwikkeling van beroeps-
en taalbeheersing, 11.050 per jaar), seizoensarbeid (onbegrensd), werkvergunningen
voor IT- en communicatiespecialisten (onbegrensd).
Finland Overgangstermijn van in principe twee jaar, met de mogelijkheid tot verlenging
na overleg met sociale partners. Voortzetting van het beleid om werkvergunningen te
geven aan zo'n 80% van de aanvragers uit de nieuwe lidstaten. Gaat om 5000 tot 7000
personen per jaar, voornamelijk uit Estland.
Frankrijk Overgangstermijn van in beginsel 5 jaar (2+3). Na twee jaar (i.e. 2006) zal worden
bezien of de overgangstermijn met 3 jaar dient te worden verlengd. (staat al onder NB
bovenaan)Uitzonderingsgronden via bilaterale akkoorden: voor jonge professionals
(Polen en Hongarije, uitbreiding naar andere toetreders in voorbereiding) en
seizoensarbeiders (Polen).
---
Oostenrijk Oostenrijk behoudt zich het recht voor de volle overgangstermijn van zeven jaar te
handhaven. Een concrete periode zal echter niet in de wet worden vastgelegd.
Mogelijk zal Oostenrijk in november/december 2005 kijken of er aanleiding is om de
overgangsperiode te verkorten. Oostenrijk kent geen uitzonderingen voor bepaalde
beroepsgroepen.Voor alle beroepsgroepen hanteert Oostenrijk quota
(in de regel 8% van de omvang van de beroepsgroep).
Spanje Werknemers uit nieuwe lidstaten krijgen voorrang op werknemers uit derde
landen. Opening arbeidsmarkt na twee jaar afhankelijk van arbeidsmarkt en migratie,
positie Frankrijk en Italië en bevindingen Commissie. De beslissing van de regering de
arbeidsmarkt vooralsnog niet open te stellen, wordt niet algemeen gesteund.
Griekenland Zal vrijwel zeker besluiten tot een overgangstermijn gedurende twee jaar en wil
daarna vrij verkeer van werknemers toepassen.
---
TOELICHTING PER LAND
België
Standpunt
De Belgische overheid hanteert om te beginnen een overgangstermijn van twee jaar ten aanzien van
arbeidsmigranten uit de nieuwe lidstaten. Na de overgangsperiode van twee jaar zal de situatie opnieuw
worden geëvalueerd.
Achtergrond
Vooral het Vlaams Blok heeft diverse malen zijn bezorgdheid in de Kamer van Volksvertegenwoordiging
uitgesproken over de te verwachten migratiebewegingen van Oost naar West na de uitbreiding van de
Europese Unie. Dit standpunt is niet gebaseerd op studies o.i.d. maar is puur gebaseerd op overwegingen
die zich het beste laten omschrijven als "de kat uit de boom
kijken". De regering verwacht echter dat de legale migratie naar België, na de overgangsperiode, geen
bedreiging zal vormen voor de werkgelegenheid, noch voor de sociale infrastructuur. Integendeel, de
regering ziet mogelijkheden voor het aantrekken van arbeidskrachten om tegemoet te komen aan
eventuele krapte in segmenten van de arbeidsmarkt.
Denemarken
Standpunt
Werknemers uit de nieuwe EU-landen komen in aanmerking voor een werkvergunning van een jaar als
ze een baan krijgen aangeboden met "normale" arbeidsvoorwaarden (salaris, werktijden, etc.). Na afloop
van dit jaar is deze werkvergunning te verlengen tot drie jaar mits ze nog steeds werk hebben dat aan
bovengenoemde condities voldoet. Gedurende de overgangsperiode genieten de werknemers alle sociale
rechten met uitzondering van een werkloosheidsuitkering (ook bij onvrijwillig ontslag). Ook kunnen ze
voor de duur van hun werkvergunning hun familie naar Denemarken laten overkomen.
De interimregeling zal na twee jaar worden geëvalueerd. De verwachting is dat ze na 5-7 jaar zal worden
afgeschaft (aangezien dan het recht van vrij verkeer van de nieuwe toetreders onverkort in werking
treedt).
Duitsland
Standpunt
Zoals bekend waren het Duitsland en Oostenrijk, de lidstaten met lange grenzen met grote toetreders, die
destijds hebben gestaan op een overgangsregeling voor het vrij verkeer van werknemers.
Duitsland zal, zolang de situatie op de arbeidsmarkt problematisch is, in de volle omvang van de
overgangsregelingen waarin het toetredingsverdrag voorziet gebruik maken, te weten de regelingen die
voor alle lidstaten gelden, alsmede de regelingen die alleen voor Duitsland en Oostenrijk gelden.
Uitzonderingen
Gedurende de overgangstermijn zullen in aangepaste vorm de bestaande nationale regelingen voor de
toelating van buitenlandse werknemer uit een aantal kandidaatlidstaten van kracht blijven, waardoor deze
landen hun huidige beperkte toegang tot de Duitse arbeidsmarkt behouden. Het kan zijn dat deze
nationale regelingen binnen de termijn van de overgangsregeling worden vervangen door nieuwe
regelgeving die is opgenomen in het voorstel voor een immigratiewet (Zuwanderungsgesetz). Het is
echter onzeker of, wanneer en in welke vorm deze omstreden wet door de bondsraad zal worden
aanvaard. De volgende nationale regelingen zijn van kracht:
Werknemers voor de uitvoering van grensoverschrijdende dienstencontracten
Voor het uitvoeren van contracten tussen Duitse en buitenlandse firma's kunnen tijdelijke werknemers
uit het buitenland worden toegelaten op basis van de zgn. Regierungsvereinbarungen. Dit zijn bilaterale
overeenkomsten met een aantal kandidaattoetredende lidstaten, waaronder Polen, en enkele Balkan-
landen. Deze overeenkomsten voorzien in werknemerscontingenten. Dat betekent dat per verdragsland
het maximum aantal werknemers dat wordt ingezet voor de uitvoering van dienstencontracten gebonden
---
is aan een maximum. De landenquota worden jaarlijks bijgesteld op grond van de ontwikkeling van de
werkloosheid in Duitsland. De regel is dat voor iedere procentpunt stijging van de werkloosheid de quota
met 5% worden verlaagd, en voor iedere procentpunt daling met 5% worden verhoogd.
De quota beliepen in 2002/3 in totaal (alle landen tezamen) 85.280 personen. In de praktijk worden de
contingenten niet uitgeput. Het afgelopen jaar (2001/2) beliep de uitputting 82%.
De tien nieuw lidstaten zullen vanaf het moment van toetreding vrijheid van dienstenverkeer genieten.
Dat betekent dat de quotaregelingen voor deze landen in principe geen werking meer hebben. Duitsland
en Oostenrijk hebben echter een bijzondere overgangsregeling getroffen voor het dienstenverkeer in
enkele specifieke sectoren, waaronder met name de bouw en de reiniging van gebouwen. Voor deze
sectoren zullen de quotaregelingen van kracht blijven. Verwacht wordt dat het totaal van de quota ca.
20.000 werknemers zal belopen.
Gastwerknemers
Met de tien toetredende lidstaten, Albanië, Rusland en Kroatië heeft Duitsland bilaterale overeenkomsten
gesloten voor de tijdelijke aanstelling (maximaal 12 maanden + 6 maanden verlenging) van
gastwerknemers. Doel is ontwikkeling van hun beroeps- en taalbeheersing. Ook hier gelden contingenten,
die bij elkaar opgeteld plaatsen voor 11.050 werknemers bieden. Deze quota worden in het algemeen
niet uitgeput. In 2002 bedroeg het aantal gastwerknemers in Duitsland 4.864 personen. Een probleem bij
deze regeling is dat werknemers uit de nieuwe lidstaten die langer dan 12 maanden in de EU werkzaam
zijn, het recht hebben op een werkvergunning. De Duitse autoriteiten onderzoeken mogelijke oplossingen
voor dit probleem, dat zich voor zal doen bji verlenging van aanstellingen.
Seizoenwerknemers
In 2002 waren in totaal 307.182 buitenlandse seizoenarbeiders in Duitsland werkzaam. Seizoenarbeid
(waaraan geen bovengrens is gesteld) vertoont een stijgende tendens. 89,6% Van deze werknemers is
werkzaam in de land- en tuinbouw, 7,5% in de horeca.
"Green card"
Sinds augustus 2001 kent Duitsland een "green card" voor specialisten op het terrein van IT en
communicatietechnologie. In totaal zijn, sinds de inwerkingtreding van de regeling, 13.373
werkvergunningen uitgegeven. De vraag is inmiddels sterk teruggelopen. In de eerste drie maanden van
de regeling werden gemiddeld 220 vergunningen per week uitgegeven, inmiddels is dat aantal gedaald tot
36. In 2002 werden in totaal 2.623 vergunningen afgegeven.
Grensarbeid
In 2002 werden in totaal 8.964 werkvergunningen voor grenswerknemers afgegeven, waarvan 2.292
voor de eerste maal. Ongeveer een derde deel hiervan betreft Poolse werknemers.
Achtergrond
Duitsland kent landelijk al een hoge structurele werkloosheid (nu 10%), in de Oost-Duitse grensgebieden
is de situatie nog veel erger (15-20% werkloosheid). Sinds de besluitvorming over de overgangstermijnen
in de Raad in 2001 is de werkgelegenheidssituatie in Duitsland alleen maar verslechterd.
Het belang van de in het toetredingsverdrag voorziene overgangsregeling ligt voor Duitsland niet in het
"uitstel van executie", maar in het principe van "Steuerung", management: de arbeidsmarkt kan
geleidelijk en gedeeltelijk worden geopend op momenten die Duitsland zelf bepaalt, rekening houdend
met maatschappelijke en politieke realiteiten (verkiezingen bijvoorbeeld) en met sectorale verschillen. Dit
begrip "Steuerung" staat centraal in het hele Duitse denken over immigratie en werknemersverkeer. Doel
van het beleid is niet het weren van buitenlandse werknemers, maar het beheersbaar en controleerbaar
houden van de stromen. De Duitse regering heeft een voorstel gedaan voor een Zuwanderungsgesetz die
dat juist op het oog heeft. Overigens is deze wet, die een eerste opening naar selectieve immigratie biedt
en de bestaande regelingen moet vervangen, zo controversieel dat besluitvorming nog niet heeft kunnen
plaatsvinden.
Finland
---
Standpunt
Finland volstaat thans met een overgangsperiode van twee jaar. Over twee jaar zal, na overleg met de
sociale partners, de overgangstermijn al dan niet worden verlengd.
Uitzonderingen
Werknemers uit toetredende landen en dan vooral Estland kunnen in Finland werken nadat daartoe
toestemming is verleend door het arbeidsbureau. Dit gebeurt in 80 % van de gevallen aanvragen. Het
gaat in de praktijk om ( maximum 5000 tot 7000 personen per jaar, vooral uit Estland). Een
tewerkstellingsvergunning zou dan volgens een recent regeringsvoorstel niet nodig zijn. Er wordt
overigens geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende toetreders.
Achtergrond
Het standpunt is destijds de uitkomst geweest van zorgvuldig tripartiete overleg. Bepalend is daarbij dat
het werkeloosheidscijfer in Finland relatief hoog is, terwijl aan de andere kant in bepaalde sectoren juist
behoefte bestaat aan werknemers van buiten Finland.
Frankrijk
Standpunt
Frankrijk hanteert een overgangstermijn van in beginsel 5 jaar (2+3). Na twee jaar (i.e. 2006) zal worden
bezien of de overgangstermijn met 3 jaar dient te worden verlengd.
Uitzonderingen
Tijdens de overgangsperiode zijn de formele uitzonderingsgronden beperkt:
- voor `jeunes professionnels' uit Polen en Hongarije (landen waarmee Frankrijk een bilateraal akkoord
terzake heeft gesloten) tussen de 18 en 35 jaar die voor hun "beroepsontplooiing" maximaal 18 maanden
in Frankrijk mogen werken. Frankrijk heeft de overige nieuwe lidstaten in Midden- en Oost-Europa ook
aangeboden een dergelijk akkoord te sluiten, doch de belangstelling is gering.
- en voor seizoensarbeiders uit Polen (enige NLS waarmee Frankrijk een bilateraal seizoensarbeiders-
akkoord heeft gesloten):
Op case by case-basis kan de Franse overheid besluiten om buitenlandse werknemers voor bepaalde tijd
in Frankrijk toe te laten.
Daarnaast heeft het Franse Ministerie van SZW een circulaire naar de préfectures gestuurd met de
instructie om met een "a-priori favorable" de werkvergunningaanvragen van ingezeten uit de nieuwe
lidstaten te behandelen.
Achtergrond
In Frankrijk is de kwestie van de overgangstermijn nooit onderwerp geweest van verhit politiek debat.
Het besluit om een overgangstermijn van max 5 jaar te vragen was relatief snel genomen, en op
`technisch' niveau. Aan de ene kant van het Franse interdepartementale spectrum stond het Franse
ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid dat wees op de hoge werkloosheid in Frankrijk (10%)
en het besluit van Duitsland om voor de volle 7 jaar te gaan ("Zonder overgangstermijn zal Frankrijk als
eerste de toestroom te verwerken krijgen").
Aan de andere zijde van het spectrum Frans Economische Zaken en Financiën: een interne studie had
uitgewezen dat binnen de EU arbeid de minst mobiele productiefactor is. Dat was ook de les uit de
uitbreidingsronde met Spanje en Portugal. Frankrijk had in 1986 een overgangstermijn van 7 jaar
bedongen. Deze kon al na 5 jaar worden opgeheven. In de MvT van het toetredingsverdrag benadrukt
de Franse regering dat lering moet worden getrokken uit de Spaanse en Portugese toetredingen: "de vrees
van massieve toestroom van werknemers die de salarissen zouden kunnen doen dalen, was ongegrond".
De aanstaande uitbreiding zou kortom geringe impact hebben op de arbeidsmarkt in Frankrijk. En als er
eventuele gevolgen zouden zijn, dan zouden die vooral positief uitvallen voor de EU-15 (het is vooral het
hoger opgeleid personeel uit de nieuwe lidstaten dat zich in de EU-15 zou gaan vestigen). Het Frans
ministerie voor Buitenlandse Zaken steunde de lijn EZ/FIN.
Aan de vooravond van de parlementaire ratificatiedebatten (25 november in de Assemblée, 10 december
in de Senaat) werd de Franse beleidslijn (2+3) op CoCo-niveau nog eens herbevestigd. Dat was nodig
---
omdat sommige parlementariërs `alarmistische' vragen gingen stellen. De Franse Senaat schrijft o.m. in
zijn nader rapport dat "het grote verschil in welvaart en het verschil in salarissen tussen EU-15 en NLS,
een zeer sterke prikkeling is tot mobiliteit, zeker gelet op het hoge opleidingsniveau van de bevolkingen in
de nieuwe lidstaten".
Ambtelijke zegslieden geven toe dat de impact waarschijnlijk zeer beperkt zal blijven, doch het is
moeilijk om de publieke opinie daarvan te overtuigen. De optie 2+3 biedt volgens Parijs de juiste dosis
flexibiliteit.
Griekenland
Standpunt
Het is vrijwel zeker dat Griekenland een tussenpositie zal innemen: in een compromis tussen Grieks
BuZa (meteen volledig vrij verkeer) en Grieks Sociale Zaken (maximum overgangstermijn aanhouden) is
besloten om de termijn van twee jaar als overgang aan te houden en daarna volledig vrij verkeer toe te
staan.
Ierland
Standpunt
Ierland zal overgaan tot direct vrij verkeer van werknemers per 01/05/04 (volledige gelijkberechtiging).
Ierland wil zonder reserves handelen naar de letter van het toetredingsverdrag. Daarbij heeft Dublin geen
clausules verbonden aan de gekozen positie, noch d.m.v. vrijwaringsmaatregelen, noch door andere
beperkende voorwaarden. Vanaf de datum van toetreding zijn er geen werkvergunningen meer nodig. Op
dit moment zijn er geen bilaterale overeenkomsten of quota van kracht.
Italië
Standpunt
Italië heeft nog geen verklaring heeft ingediend afgelegd ten aanzien van het vrij verkeer van werknemers
na de uitbreiding van de Europese Unie. Indien geen verklaring wordt afgelegd, zal de in het
toetredingsverdrag vastgelegde overgangsperiode van twee jaar (met daaropvolgende
verlengingsmogelijkheid van drie jaar) voor werknemers uit de Midden-Europese toetredingslanden in
Italië van toepassing zijn.
Minister Maroni (SZW) heeft enige tijd geleden publiekelijk gezegd dat wat hem betreft vanaf 1 mei
2004 meteen het vrij verkeer van werknemers kan ingaan. Op Buitenlandse Zaken heeft men hetzelfde
standpunt. Toch is door de regering nog niet beslist of een dergelijke verklaring wel of niet zal worden
afgelegd. Begin 2004 zal een besluit worden genomen.
Luxemburg
Standpunt
Luxemburg heeft nog geen definitief besluit genomen over het wel of niet vrijmaken van het
werknemersverkeer op het moment dat de nieuwe lidstaten toetreden tot de EU. De meningen van de
coalitiepartijen lopen uiteen. De Christen-Democraten zijn in principe voor het onmiddellijk vrijmaken
van het werknemersverkeer, maar de Liberale twijfelen. Er wordt gedacht over een compromis door het
vrije verkeer van werknemers per sector te bekijken.
Oostenrijk
Standpunt
Zoals bekend behoudt Oostenrijk zich het recht voor de volle overgangstermijn van zeven jaar te
benutten. De Europese wetgeving bepalingen van het toetredingsverdrag hieromtrent dient nog in
nationale wetgeving te worden omgezet. Een concrete periode zal hierbij echter niet in de wet worden
vastgelegd. Mogelijk zal Oostenrijk in november/december 2005 kijken of het review proces aanleiding
geeft tot het verkorten van de overgangsperiode.
Uitzonderingen
Familieleden van al in Oostenrijk werkende mensen uit de nieuwe lidstaten mogen zich na toetreding wel
meteen in Oostenrijk vestigen. Voor hen zou de overgangsperiode dus niet gelden. De Oostenrijkse
---
overheid schat dat dit een groep van ongeveer 12.000 mensen zal zijn, van wie uiteraard zich dan slechts
een deel op de arbeidsmarkt zal begeven.
Oostenrijk zal in ieder geval voorlopig geen uitzonderingen maken voor bepaalde beroepsgroepen.
Er is alleen met Hongarije een bilateraal akkoord over tot stand gekomen. Voor alle beroepsgroepen
hanteert Oostenrijk bovendien quota (in de regel in de omvang van 8% van de omvang van de
beroepsgroep). Alleen (nader gespecialieerde) "sleutel beroepen" zijn van quota vrijgesteld.
Achtergrond
Uit een recente studie blijkt dat Oostenrijk nog evenzeer rekening moet houden met een forse
migratiewens vanuit de nieuwe lidstaten als indertijd, toen de 7 jaar termijn werd vastgelegd. Daarbij
komt dat de economische situatie in Oostenrijk inmiddels alleen maar minder florissant is geworden.
Portugal
Standpunt
Portugal heeft nog altijd geen positie ingenomen t.a.v. het vrij verkeer van werknemers na de uitbreiding.
Men neigt naar het in principe toestaan van vrij verkeer, onder voorbehoud van een "safeguard clause".
Aan verdere praktische uitwerking van dit idee is Portugal nog niet toegekomen.
Er wordt op korte termijn een definitief standpunt verwacht.
Achtergrond
Portugal ziet op dit moment de relatief lage lonen h.t.l. nog als de beste afweer tegen massale toestroom
van migranten-werknemers. Het zou het daarom aandurven om i.t.t. buurland Spanje niet direct met een
overgangsregime van twee jaar te werken.
De belangrijkste overweging om wellicht toch af te wijken van het aanvankelijke Portugese voornemen
van volledig vrij verkeer zonder waarborgen is het Spaanse beleid terzake geweest. Daarbij komt
natuurlijk de inmiddels verslechterde situatie op de arbeidsmarkt die het draagvlak onder de bevolking
voor vrij verkeer bepaald niet groter maakt. Zo bleek uit een recent opinieonderzoek dat driekwart van
de ondervraagden zich voorstander betoonden van een complete immigratiestop.
Spanje
Standpunt
Spanje zal, anders dan eerder is aangekondigd, de eerste twee jaar na toetreding de bestaande restricties
op het vrij verkeer van werknemers voor ingezetenen van de nieuwe lidstaten handhaven. Of Spanje
daarna ook nog restricties zal hanteren, zal te zijner tijd worden bepaald op grond van een drietal criteria:
1. Ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de arbeidsmigratie in Spanje en de andere EU-lidstaten;
2. De besluiten terzake die Frankrijk en Italië nemen;
3. De rapportage over dit onderwerp van de Europese Commissie.
Bovenstaande beleidslijn is al aan het parlement gecommuniceerd. Formele goedkeuring zal op korte
termijn plaatsvinden.
De beslissing van de regering de arbeidsmarkt vooralsnog niet open te stellen, wordt niet algemeen
gesteund. De socialisten stemden in het parlement voor onmiddelijkeonmiddellijke openstelling. Enkele
regio's, zoals Catalonië, zijn eveneens voor openstelling. En werkgevers en vakbonden hebben evenmin
aangedrongen op het handhaven van de belemmeringen.
De vakbonden zijn ervan overtuigd dat het communautair recht voldoende mogelijkheden biedt om,
indien in de eerste drie jaar na openstelling van de grenzen blijkt dat de migratie disproportioneel
negatieve gevolgen heeft, alsnog vrijwaringsmaatregelen te treffen.
Uitzonderingen
De pil wordt verguld door de volgende toezeggingen: a. potentiële werknemers uit de nieuwe lidstaten
krijgen voorrang ten opzichte van arbeidskrachten uit derde landen en b. Spanje zal er zich voor
inspannen om waar mogelijk tegemoetkomend om te gaan met werkzoekenden uit de nieuwe lidstaten
('best endeauvour'-toezegging).
---
Spanje heeft sinds 2002 bilaterale akkoorden met Polen (en Roemenië). In die akkoorden is de
procedure vastgelegd voor de toelating van contingenten werknemers over en weer, op basis van
aanvragen van werkgevers. Het gaat om enkele duizenden vaste werknemers per akkoord per jaar.
Daarnaast laat Spanje Bij de seizoensarbeidskrachten toe (landbouw, toerisme). Dit gaat om
aanmerkelijk grotere aantallen (in totaal liet Spanje vorig jaar ruim 400.000 seizoensarbeiders toe, maar
daarvan zijn er ook velen afkomstig uit bijv. Marokko).
Geconstateerd moet worden dat de Madrileense Spaanse werkgevers nauwelijks gebruik maken van de
contingentenregelingen. Volgens de vakbonden is het voor de werkgevers veel gemakkelijker
arbeidskrachten te recruteren uit het enorme reservoir illegale buitenlandse arbeidskrachten.
Achtergrond
Doorslaggevend bij het besluit is geweest dat de twee lidstaten waarvan de arbeidsmarkt grote
gelijkenissen met de Spaanse vertoont, Frankrijk en Italië, ook hun restricties voor werknemers uit de
nieuwe lidstaten handhaven. Daardoor ontstaat het risico dat een veel groter aantal arbeidsmigranten naar
Spanje zal komen dan oorspronkelijk werd aangenomen.
Een aanvullende overweging is dat Spanje tijd nodig heeft om de ongebreidelde, grotendeels illegale,
immigratie in betere banen te leiden. Immigratie is steeds meer een politiek thema aan het worden, en de
regering wil de klus niet groter maken dan hij al is, door ook nog de grenzen open te stellen voor
werknemers uit de nieuwe lidstaten.
Voorts werpt de toetreding van Bulgarije en vooral Roemenië haar schaduw vooruit. Het grote
welvaartsverschil, in combinatie met de linguïstische en culturele verwantschap tussen Spanje en
Roemenië, zou een substantiële migratiedruk kunnen veroorzaken. Het zou slecht te verkopen zijn nu
wel de arbeidsmarkt open te stellen voor de eerste acht Midden-Europese toetreders, en dadelijk t.a.v.
Roemenië een ander besluit te nemen.
Bij de besluitvorming is geen vooraanstaande rol gespeeld door een specifieke kwantitatieve studie.
NB. De contributieve sociale zekerheid verkeert dankzij de toevloed van geregulariseerde immigranten in
een betere financiële situatie dan ooit. Er komt veel meer binnen aan premies dan dat er aan uitkeringen,
pensioenen etc. wordt besteed.
Verenigd Koninkrijk
Standpunt
In december 2002 heeft de Britse regering aangekondigd werknemers uit nieuwe lidstaten direct bij
toetreding in mei 2004 dezelfde rechten te zullen geven als werknemers uit de huidige EU-lidstaten. De
implementatie van dit voornemen in Britse wet- en regelgeving is geregeld in de Accession Bill. In geval
van bedreiging van een regio of een beroepssector kan de regering beperkingen stellen aan de toegang
van werknemers uit sommige of alle lidstaten.
De regering verwacht niet dat vrijwaringsmaatregelen nodig zullen zijn, maar is wel van plan de
arbeidsmarkt te monitoren. De regering is ook van plan rekening te houden met de opvattingen van de
stakeholders, zoals werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers, en de regionale belangen.
Zweden
Standpunt
Het Zweedse standpunt t.a.v. het vrij verkeer van werknemers, t.w. vrij verkeer vanaf 1 mei 2004, is
ongewijzigd.
MP Persson heeft onlangs echter gewaarschuwd voor het risico van 'social tourism' in Zweden na de
uitbreiding. Hij sprak zijn bezorgdheid uit over mogelijk misbruik van het sociale verzekeringssysteem.
Bij eerdere gelegenheden heeft MP Persson erop gewezen dat de uitbreiding geen ernstige problemen
voor de werkgelegenheid zal opleveren. In het interview stelde Persson voor 'that those wishing to work
in Sweden must have a full-time job'.
Daar de publieke media recentelijk andere geluiden laat horen dan de geijkte Zweedse positie van een
volledig vrij verkeer van werknemers na 1 mei 2004, is er binnen de regering discussie ontstaan over de
wenselijkheid van aanvullende beperkende maatregelen. Dit niet alleen om een gezonde arbeidsmarkt te
waarborgen, maar mede ter bescherming van het sociale stelsel tegen 'social shopping'.
---
9
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid