HOOP in bange dagen
UTRECHT, 20040123 -- Volgens het ISO geeft het vandaag gepresenteerde HOOP een zeer beperkte visie op het hoger onderwijs. De kernwaarden van het onderwijs, student en kwaliteit, zijn totaal ondergeschikt gemaakt aan de economische belangen van deze regering.In het HOOP wordt uitgegaan van meer autonomie voor instellingen zodat deze kunnen profileren en excelleren. Wanneer instellingen meer vrijheid krijgen, wordt de relatie Student-Instelling benadrukt. De overheid wordt dan voor studenten belangrijker voor het waarborgen van de basisgarantie kwaliteit. Nijs denkt hiervoor verantwoordelijkheid te nemen door prestatie-afspraken met instellingen te maken. Het ISO gelooft hier niet in zolang deze afspraken gaan over maximale participatie en rendement.
Tevens mist het ISO de student in het HOOP. De student is verworden tot een product, een melkkoe. Eén voorbeeld hiervan is het toelatingsbeleid. De student wordt hier gezien als middel om van Nederland een internationale kenniseconomie te maken. Het ISO erkent het belang van een 'open' onderwijsmarkt voor de kennissamenleving. Zo ontstaat er ruimte voor verschillen, waarop instellingen zich kunnen profileren. Zodra studenten op basis van financiële 'incentives' voor bepaalde opleidingen kiezen wordt er niet meer voor een studie gekozen op basis van het kwaliteitsverschil. Helder verschil in aanbod, profiel en kwaliteit is volgens het ISO dan ook van belang.
Door de student als uitgangspunt te nemen, kunnen zij zichzelf op basis van hun competenties, vaardigheden en voorkeuren selecteren voor de meest geschikte opleiding. De verschillen tussen instellingen bieden de student een scala aan mogelijkheden.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is de grootste landelijke studentenorganisatie en vaste gesprekspartner van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het ISO zijn ongeveer 180.000 studenten aangesloten.
Ingezonden persbericht