Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Politieke Zaken

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 23 januari 2004  

Behandeld

J.C.S. Wijnands


Kenmerk


- DPZ-028/2004

Telefoon


- 070 - 348 6163


Blad


- 1/1

Fax


- 070 - 348 4638


Bijlage(n)


- -

Betreft

China / wapenembargo


-
In vervolg op het Algemeen Overleg van 22 januari jl. inzake de RAZEB van 26 januari a.s. en het wapenembargo tegen China, informeer ik u als volgt.

Zoals toegezegd tijdens dit AO zal Nederland nog geen standpunt innemen bij de RAZEB van a.s. maandag over deze kwestie en voorts aangeven dat uw Kamer zich eensgezind heeft uitgesproken tegen opheffing van het wapenembargo tegen China.

Mede op basis van de discussie tijdens deze RAZEB zal de regering vervolgens tijdens de Ministerraad van 30 januari a.s. spreken over de opheffing van het wapenembargo, alsmede over de uitvoering van de motie Van Bommel c.s. terzake (d.d. 18 december jl., 21501-20, nr. 230).

Daarmee zal voor wat betreft de door Nederland in te nemen positie tijdens de RAZEB geheel conform de tijdens het AO van gisteren gedane toezegging worden gehandeld. Een nadere brief over deze kwestie zal uw Kamer niet na de RAZEB toegaan, zoals aanvankelijk voorzien, maar eerst na de genoemde bespreking in de Ministerraad van 30 januari a.s.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

===