PvdA Europees parlement


PERSINFORMATIE

Wiersma en Corbey stellen vragen over 'Andinet'

26 januari 2004
Op 21 december 2003 heeft het onder Ethiopische vlag varende motorschip 'Andinet' onderweg van Antwerpen naar Bremen in een zeer zware storm ten noordwesten van Texel drie containers (met in totaal 630 vaten) en 63 losse vaten verloren met giftige stoffen. Daarnaast spoelde de inhoud van zo'n 50 vaten van het gif (5000 liter) tijdens de storm in zee.

De containers zijn inmiddels gelocaliseerd en de berging ervan werd op dinsdag 20 januari hervat. Het ongeluk heeft geen grote gevolgen gehad voor het milieu. Voor zover bekend zijn de vaten en de containers niet gaan lekken. Als het gif wel in zee terecht was gekomen hadden we te maken gehad met het zoveelste geval van onnodige milieuvervuiling. Voor Dorette Corbey en Jan Marinus Wiersma was de zaak-Andinet voldoende reden om de Commissie om opheldering te vragen en aan te sporen maatregelen te nemen.

De woordvoerders milieu en transport vinden het te gek voor woorden dat een schip met gevaarlijke en giftige stoffen aan boord niet in de haven heeft gewacht totdat het slechte weer was overgetrokken. Ook zetten zij vraagtekens bij het vervoer van containers met gevaarlijke stoffen op het scheepsdek. Ingeval van zwaar weer is de lading op het dek erg kwetsbaar, zoals op 21 december is gebleken. De PvdA vindt verder dat containers met gevaarlijke stoffen zo snel mogelijk moeten worden uitgerust met een zender, zodat ze snel kunnen worden opgespoord.

Nu duurde het lang voordat de overboord geslagen containers waren gevonden. De Europese Commissie wordt dan ook gevraagd maatregelen te nemen om schepen met gevaarlijke stoffen aan boord te verbieden bij zwaar weer uit te varen. Ook moet het verboden worden containers met gevaarlijke stoffen op het scheepsdek te vervoeren. Tenslotte moet elke container met gevaarlijke stoffen een zender bevatten voor een snelle traceerbaarheid.

Een vraag die zich opdringt is of de controles tijdens belading correct zijn uitgevoerd en of ze streng genoeg zijn. Binnen de Europese Unie moeten controles overal gelijk en afdwingbaar zijn omdat kleine verschillen reeds leiden tot het mijden van strenge havens. Voor Nederland is het uitermate belangrijk dat een lading die in Antwerpen binnen komt even streng gecontroleerd wordt als een partij die in Rotterdam aan land wordt gebracht. Op het terrein van maritieme veiligheid moeten de afgesproken regels ook voor iedereen gelijk zijn. Mocht blijken dat de controles niet streng genoeg zijn, niet nageleefd worden of niet afgedwongen kunnen worden, dan moeten ze opnieuw worden bekeken.

In dit verband is het werk van de parlementaire onderzoekscommissie naar de ramp met de olietanker Prestige (MARE), belangrijk. Deze commissie heeft ondermeer als taak het bepalen van maritieme veiligheidseisen in het algemeen en de toepassing van deze eisen door EU lidstaten in overeenstemming met EU en internationale wetten en om eventuele extra maatregelen op te leggen. De EU heeft sinds kort een agentschap voor veiligheid op zee. Als men terugkijkt op de ramp met de Prestige en nu weer de gifvaten van de Andinet dat lijkt een belangrijke controlerende en coordinerende rol voor dit agentschap weggelegd. Maar de directeur ziet dat niet gebeuren. Volgens hem is dat een vergezicht. Hij stelt dat ongelukken in feite de politiek op zijn terrein bepalen. Dat is verbazingwekkend. Blijkbaar is men bereid bij olietankers risico´s te nemen die men bij een kerncentrale of een schip dat gas vervoert, nooit zal accepteren. Het wordt hoog tijd dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over water goed geregeld wordt in Europees verband.


1. Deelt de Commissie onze mening dat:


· het schepen met gevaarlijke stoffen aan boord verboden moet worden uit te varen bij zwaar weer ?


· het verboden moet worden containers met gevaarlijke stoffen op het scheepsdek te vervoeren?


· elke container met gevaarlijke stoffen een zender moet bevatten voor een snelle traceerbaarheid?


2. Welke maatregelen gaat de Commissie ondernemen binnen de EU en de IMO om effectief te komen tot de in vraag 1 genoemde verboden en het verplicht stellen van een zender in containers met gevaarlijke stoffen?


3. Is de Commissie van mening dat de bestaande controles tijdens belading streng genoeg zijn of moeten de regels voor stuwage opnieuw worden bekeken?


4. Wie is verantwoordelijk voor de berging van overboord geslagen lading en wie is aansprakelijk voor eventuele schade aan milieu of biodiversiteit en is de Commissie van mening dat de aansprakelijkheid voldoende geregeld is?