Gemeente Son en Breugel


Jongerenonderzoek GGD Zuidoost-Brabant
26-01-2004
Ruim 9.000 jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar hebben meegedaan aan het jongerenonderzoek van de GGD dat afgelopen najaar is gehouden. Dit betekent dat bijna tweederde (63%) van de ruim 14.500 aangeschreven jongeren een vragenlijst heeft ingevuld. In Son en Breugel heeft 62% van de aangeschreven jongeren de jongerenenquête 2003 ingevuld.
De GGD is erg blij met deze hoge respons. Het is nu mogelijk om een betrouwbaar beeld te geven van de gezondheid en het welbevinden van de jeugd in Zuidoost-Brabant.
Als beloning voor het meedoen kreeg elke 25e deelnemer aan het onderzoek een CD-bon. Eind vorig jaar heeft de GGD zon 370 jongeren blij gemaakt met een CD-bon van 12,50.

Reacties op het onderzoek

Dat het onderzoek heel wat teweegbracht in de regio blijkt uit de grote hoeveelheid telefoontjes naar de GGD. Zon 630 jongeren of hun ouders belden of mailden naar de afdeling Onderzoek. Ruim de helft van de bellers had een vraag of opmerking over het onderzoek. Eenderde van de bellers weigerde om mee te doen aan het onderzoek. De overige bellers (15%) wilden een nieuw enquêteformulier aanvragen. Uit de ingevulde vragenlijsten blijkt dat meer dan de helft van de jongeren het normale vragen vond om in te vullen en éénderde van de invullers had er totaal geen moeite mee. Eén op de zeven jongeren vond de vragen te persoonlijk, een kleiner deel vond het moeilijk om eerlijk te antwoorden. Een paar procent van de jongeren was geschokt door de vragen in de vragenlijst.

Waar ging het onderzoek ook al weer over?

Het onderzoek heeft tot doel om meer te weten te komen over de vrijetijdsbesteding, leefgewoonten, gezondheid en veiligheid van de jeugd in Zuidoost-Brabant. Het onderzoek maakt deel uit van een groot provinciaal onderzoek, de Brabantse Jeugdmonitor. De resultaten worden door de gemeenten gebruikt bij het invullen van het jeugdbeleid. In het voorjaar krijgen de gemeenten een tabellenboek met cijfers over de totale regio Zuidoost-Brabant. In het najaar krijgt elke gemeente een rapport met daarin de resultaten van de eigen jeugd.