Verbond reageert op wijzigingsvoorstel vrijstellingsbesluit
De voorgestelde wijziging van het vrijstellingsbesluit uit de Wet Bpf
2000 (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds) moet
niet alleen voor verplichte, maar ook voor vrijwillig verleende
vrijstellingen gelden. Dat is één van de punten die het Verbond
onlangs bij staatssecretaris Rutte van SZW heeft ingebracht.
Het ministerie van SZW heeft eind augustus vorig jaar een voorstel tot
wijziging van het vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 gestuurd aan de
Stichting van de Arbeid (STAR). Het vrijstellingsbesluit bevat regels
voor het verlenen van vrijstelling van de verplichtstelling van een
bedrijfstakpensioenfonds. In het wijzigingsvoorstel van SZW wordt
ingegaan op de vraag hoe er na een fusie, splitsing of doorstart moet
worden omgegaan met verleende vrijstellingen. De STAR heeft hierop in
november vorig jaar een reactie gestuurd.
In aanvulling op die reactie heeft het Verbond eind december op zijn
beurt nog enkele punten ingebracht bij staatssecretaris Rutte. Eén
daarvan is het in het wijzigingsvoorstel gemaakte onderscheid tussen
verplichte en vrijwillig verleende vrijstellingen. De voorgestelde
wijziging geldt alleen voor verplichte vrijstellingen. Het Verbond
vindt echter dat deze ook voor vrijwillig verleende vrijstellingen
moet gelden. Bij een fusie, splitsing of doorstart is het onderscheid
tussen verplichte en vrijwillig verleende vrijstellingen vaak niet
meer duidelijk. Daarom vinden wij het belangrijk dat er in die
gevallen een goede regeling is, die uitgaat van de verleende
vrijstelling, ongeacht de aard daarvan. Dit is ook in het belang van
de werknemers, aldus het Verbond. Een ander punt dat het Verbond heeft
aangedragen, heeft betrekking op de situatie waarin werkgevers van
hetzelfde bedrijfstakpensioenfonds, die niet allemaal vrijstelling
voor hun werknemers hebben gekregen, fuseren. Het Verbond vindt dat
als het percentage vrijgestelde werknemers minder dan 50% bedraagt, de
vrijstelling niet mag vervallen. Deelnemers zouden bovendien minimaal
recht moeten hebben op een afloopvrijstelling. Als hier niets wordt
geregeld, bestaat de kans op een pensioenbreuk voor de betreffende
deelnemers, aldus het Verbond.
Verzekerd!, januari 2004
Verbond van Verzekeraars