CBS

Consumentenvertrouwen daalt licht

Het consumentenvertrouwen is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in januari 2004 met 4 punten gedaald naar -32. Dit betekent dat het eind 2003 voorzichtig ingezette herstel in januari niet heeft doorgezet. De lichte daling komt zowel voor rekening van een lagere koopbereidheid als van een minder gunstig oordeel over het economisch klimaat. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek van het CBS.

Koopbereidheid neemt iets af
De koopbereidheid is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in januari iets afgenomen. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en op het oordeel of de tijd gunstig is voor het doen van grote aankopen. Consumenten zijn op alle fronten wat negatiever gestemd. Vooral over het doen van grote aankopen en over de financiële situatie van hun huishouden in de komende twaalf maanden zijn ze negatiever.

Oordeel economisch klimaat negatiever
Het oordeel van consumenten over het economisch klimaat is in januari eveneens iets negatiever dan in december. Dit negatievere oordeel komt volledig voor rekening van het oordeel over de economische situatie in de afgelopen twaalf maanden. Over de economische situatie in de komende twaalf maanden zijn de consumenten iets positiever dan vorige maand.

Consumentenvertrouwen wel hoger dan een jaar geleden Het consumentenvertrouwen is voor het eerst sinds oktober 2000 hoger dan het vertrouwen van een jaar eerder. Na oktober 2000 is de jaar-op-jaarmutatie vrij snel gedaald. In oktober 2001 werd een dieptepunt bereikt waarbij het consumentenvertrouwen 33 punten lager lag dan een jaar eerder. Hierna bleef de jaar-op-jaarmutatie lang op een zeer laag niveau. Sinds maart 2003 is het negatieve verschil ten opzichte van een jaar eerder afgenomen.

Technische toelichting
Het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) wordt uitgevoerd in de eerste tien werkdagen van de maand. De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten. De berekening van de seizoeninvloeden wordt eenmaal per jaar geactualiseerd. Dat is nu gebeurd op basis van de cijfers tot en met december 2003. Hierdoor zijn de seizoengecorrigeerde cijfers vanaf 1996 herzien en zijn geringe afwijkingen van eerder gepubliceerde uitkomsten mogelijk. Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen. De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de huidige situatie van de consument en diens oordeel over de afgelopen twaalf maanden worden meegenomen.

PB04-013
27 januari 2004
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht