Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
23 december 2003 W&B/URP/03/98777
nr. 2030405190

Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Van Gent over 27 januari 2004
mogelijke daling van huursubsidiebijdrage

./. Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) over mogelijke daling van huursubsidiebijdrage.

De aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gerichte vragen zijn door mij afgedaan omdat het betreffende onderwerp op mijn beleidsterrein ligt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)

2030405190
Vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over mogelijke daling van huursubsidiebijdrage.

Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op de vragen 87 en 88 bij de begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer? Herinnert u zich daarnaast de motie Van Gent c.s. over gedupeerde banenpoolers?1 Herinnert u zich daarnaast de brieven van uw ambtsvoorgangers naar aanleiding van deze motie?2

Antwoord 1
Ja, deze antwoorden hadden betrekking op de in uw vraag 2 en 3 aangehaalde gevolgen van een wijziging in het fiscale regime per 1 januari 2001 voor wat betreft de doorwerking in de huursubsidie vanaf het tijdvak 2002/2003. De motie Van Gent c.s. van juli 1999 over gedupeerde banenpoolers en de brieven van onze ambtsvoorgangers over deze kwestie zijn ons eveneens bekend (zie ook het antwoord op vraag 6 en 7).

Vraag 2
Is het u bekend dat mensen met deels een (bijstands)uitkering en deels inkomen uit arbeid, door de afschaffing van de vrijlatingsregeling voor bijverdiensten en afschaffing van de regeling voor een dubbele heffingskorting, met ingang van 1 juli 2003 fors gekort worden op hun huursubsidiebijdrage?

Antwoord 2
Ons is bekend dat de afschaffing per 1 januari 2001 van de dubbele toepassing van de belastingvrije som - die alleen voor bijstandsgerechtigden gold - tot een vermindering van de huursubsidiebijdrage kan leiden bij bijstandsgerechtigden die een vrijlating hebben van inkomsten uit arbeid.

Vraag 3
Erkent u dat het netto-inkomen van deze groep mensen, ceteris paribus, niet is gewijzigd, maar dat enkel het belastbaar inkomen is gestegen?

Antwoord 3
Voor bijstandsgerechtigden met een inkomensvrijlating is per 1 januari 2001 het met hun netto inkomen corresponderende belastbare inkomen gelijk getrokken met dat van andere belastingplichtigen met een qua hoogte vergelijkbaar netto inkomen. Tot genoemde datum gold dat bij bijstandsgerechtigden, anders dan bij andere belastingplichtigen, de belastingvrije som zowel bij de bijstandsuitkering als bij de andere inkomsten kon worden toegepast. Dit leidde voor bijstandsgerechtigden tot een lager belastbaar inkomen dan voor andere belastingplichtigen die in overigens vergelijkbare omstandigheden verkeerden. Bij gevolg hadden bijstandsgerechtigden met een inkomensvrijlating, ten opzichte van de andere belastingplichtigen, een voordeel bij de huursubsidie. Met de Belastingherziening 2001 is een einde gemaakt aan deze onbedoelde ongelijkheid.


1 Kamerstuk 29 200 XI, nr. 10.

2 Kamerstuk 26 200 XV, nrs. 76, 82 en 85.

Vraag 4
Hoeveel huishoudens zien zich, als gevolg van deze stijging van het belastbaar inkomen, geconfronteerd met een daling van de huursubsidiebijdrage? Wat is het gemiddelde bedrag waarmee de huursubsidie voor deze groep omlaag gaat?

Antwoord 4
Gegevens over de exacte aantallen zijn niet beschikbaar, onder andere omdat de huursubsidie wordt bepaald op basis van verzamelinkomen. De bron van inkomen is hierbij niet relevant en wordt ook niet geregistreerd. Het gaat naar verwachting om een beperkte groep, waarbij het gemiddeld effect op de bijdrage circa 60 euro per maand bedraagt.

Vraag 5
Vindt u het rechtvaardig dat mensen, door een wijziging in de fiscale wetgeving, er in hun netto besteedbaar inkomen fors op achteruit gaan? Zo ja, waarom?

Antwoord 5
Door de wijziging in de fiscale wetgeving is er een einde gekomen aan de rechtsongelijkheid bij inkomensafhankelijke regelingen tussen bijstandsgerechtigden met een inkomensvrijlating en andere belastingplichtigen met een qua hoogte gelijk netto besteedbaar inkomen. Tevens is een einde gemaakt aan het armoedevaleffect van de dubbele toepassing van de belastingvrije som.

Vraag 6
Herinnert u zich dat in een vergelijkbare situatie, namelijk voor een groep voormalige banenpoolers, bij ministeriële regeling een overgangsregime is ingesteld om het verlies van huursubsidie over drie jaar uit te smeren?

Vraag 7
Bent u bereid om, gezien de plotselinge en grote daling van de huursubsidiebijdrage voor genoemde groep gedupeerden, eenzelfde overgangsregeling als voor de ex-banenpoolers op te stellen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6 en 7
De aangehaalde situatie van de groep voormalige banenpoolers is niet vergelijkbaar met die van bijstandsgerechtigden met een inkomensvrijlating. Bij de voormalige banenpoolers was er sprake van een samenloop van wetswijzigingen (afschaffing banenpoolregeling, invoering Wet Inschakeling Werkzoekenden, afschaffing Wet Vermeend-Moor) die in hun onderlinge samenhang is aangepakt en waarbij de overgangsregeling een van de maatregelen was. Bedoelde wetswijzigingen hadden een bestendige invloed op de inkomenspositie van de betrokkenen. Dat geldt niet voor de inkomensvrijlating uit de Algemene bijstandswet die met de invoering van de Wet werk en bijstand is afgeschaft. Een overgangsregeling zou de bereikte verkleining van de armoedeval goeddeels te niet doen.
Het opstellen van een overgangsregeling is daarom niet aan de orde, ook omdat dit het in het Hoofdlijnenakkoord verwoorde streven naar verdere harmonisatie en stroomlijning van inkomensafhankelijke regelingen zou bemoeilijken.