Partij van de Arbeid


Den Haag, 27 januari 2004


Bijdrage van Co Verdaas (PvdA) aan het plenaire debat over Wijziging WRO; overtreding bestemmingsplannen


Voorzitter, vandaag is de plenaire behandeling van de wijziging van de Wet op der Ruimtelijke Ordening. Deze wetswijziging heeft tot doel overtredingen van bestemmingsplanvoorschriften onder de werkingssfeer van de Wet op de economische delicten te brengen. De fractie van de PvdA staat positief tegenover deze wetswijziging.


Voorzitter, daarom slechts een paar korte opmerkingen:


- in een eerder stadium is deze wetswijziging door een aantal collega's in de Kamer vooral in verband gebracht met de permanente bewoning van recreatiewoningen. Wij plaatsen de wetswijziging in een breder perspectief. Het gaat in onze ogen primair om het verbeteren van de handhavingsmogelijkheden voor gemeenten. In navolging van overtredingen op wetten als de Wet milieubeheer en de Natuurbeschermingswet, vallen met deze wetswijziging voortaan ook overtredingen in de sfeer van de ruimtelijke ordening onder het economisch strafrecht. Hopelijk wordt daarmee de handhaving door gemeenten inderdaad eenvoudiger en meer consistent;


- eerder hebben wij beide ministers een nadere toelichting gevraagd op twee punten:


o het verondersteld eenvoudiger vergaren van de bewijslast onder het strafrecht;


o en de voornemens om een actieve houding van gemeenten te stimuleren als het op handhaving aankomt.


Op beide punten was het antwoord voor onze fractie bevredigend.


Voorzitter, er rest ons dan ook slechts één vraag. Kan en wil de minister de Kamer te zijner tijd op hoofdlijnen informeren over de effecten van de wetswijziging. In de Nota naar aanleiding van het verslag wordt weliswaar voorspeld dat na de inwerkingtreding van deze wet in ongeveer 1000 zaken strafrechtelijk zal worden opgetreden, maar dat zegt mij nog niks over de werking van de wet. Wat zijn de maatschappelijke effecten. Het gaat dan onder andere om de vraag of van de wetswijziging een preventieve werking uitgaat, of de veronderstelde voordelen ook in de praktijk gevoeld worden, of er sprake is van verdringing van andere handhavingstaken, et cetera.


Voorzitter, hierop ontvang ik graag een reactie van de minister(s).