Vereniging Nederlandse Gemeenten

__________________

Uitgeprocedeerde asielzoekers (27/01/04)

De VNG, de G4 en minister Verdonk hebben op 9 januari 2004 afspraken gemaakt over de oplossing van de problematiek van uitgeprocedeerde asielzoekers. Wij zijn al jaren van mening dat naast instroom en opvang ook de terugkeer een rijksverantwoordelijkheid is. Wij vinden het een goede zaak dat minister Verdonk nu de verantwoordelijkheid neemt voor het sluitstuk van de vreemdelingenwetgeving.

De gemaakte afspraken houden het volgende in:

Na toepassing van de naar onze mening te beperkte éénmalige maatregel, de inherente afwijkingsbevoegdheid en de discretionaire bevoegdheid van de minister, moeten 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers terug naar hun herkomstland. De dossiers van deze mensen worden op locatie bezien door de IND, de Vreemdelingendienst, gemeente en COA, waarbij de IND leading is. Met de betrokken asielzoekers vindt (opnieuw) een terugkeergesprek plaats, waarbij facilitering wordt aangeboden. Naast de al bestaande facilitering van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) beziet de minister of ook het meegeven van een som geld tot de mogelijkheden behoort. Als vertrek buiten de schuld van de asielzoeker om onmogelijk is, wordt het buiten-schuld-criterium toegepast en kan alsnog een verblijfsvergunning worden afgegeven. Volgens de minister zal dat slechts in een zeer beperkt aantal gevallen aan de orde zijn. Wij gaan uit van een ruimere interpretatie.

Indien de betrokken asielzoeker meewerkt aan terugkeer, krijgen degenen die hun eerste asielaanvraag hebben ingediend vóór 1 april 2001maximaal acht weken om hun zaken gefaciliteerd te regelen. Zij blijven deze weken in de gemeentelijke of COA-opvang. Kan de terugkeer niet binnen deze termijn geregeld worden, dan vindt vervolgopvang plaats in een vertrekcentrum, waar alsnog maximaal acht weken terugkeer gefaciliteerd wordt. Uiteindelijk dient binnen zestien weken de terugkeer geëffectueerd te worden.

Als de asielzoeker weigert mee te werken aan terugkeer, is na de woningontruimingsprocedure, gedwongen plaatsing in een uitzetcentrum (vreemdelingenbewaring) aan de orde en wordt getracht tot gedwongen uitzetting over te gaan. Plaatsing in een uitzetcentrum dient geïndiceerd te worden om de rechtsbescherming van de betrokken mensen zeker te stellen. De duur van het verblijf in de uitzetcentra wordt door de rechter bepaald. Indien zicht op uitzetting ontbreekt, wordt het verblijf in het uitzetcentrum op rechterlijk bevel beëindigd. Het feit dat aan het eind van de keten alsnog mensen illegaal op straat komen is niet denkbeeldig en baart ons zorgen. Op dit moment is echter niet aan te geven of dit gaat gebeuren en om welke aantallen het dan zal gaan.

De Tweede Kamer spreekt op 2 februari 2004 over het onderwerp. Wij overleggen op ambtelijk niveau met het ministerie over de uitwerking van de plannen.

Den Haag, 27 januari 2004