Openbaar Ministerie

27 januari 2004

Eis voor brandstichting Bunnik

"Tragisch, maar ook vreselijk beangstigend". Met deze woorden kenschetste de officier van justitie de brandstichting op 19 juni 2003, waarbij een 39-jarige vrouw met brandbare vloeistof brand stichtte in haar woning, waarbij zij haar man en zichzelf verwondde en de kinderen, waarvan er drie in de woning lagen te slapen, in gevaar bracht.

Uit verklaringen en uit technisch onderzoek is komen vast te staan dat de brand is ontstaan in de woonkamer en dat de brand is gesticht met een brandbare vloeistof als wasbenzine. Alles wijst er bovendien op dat de vrouw hier schuld aan heeft. Uit het rapport van reclassering en uit een psychiatrisch onderzoek kwam naar voren dat zij het leven in Nederland - de vrouw is afkomstig uit Shri Lanka - en de zorg voor haar kinderen niet goed aan kan. In stresssituaties verliest zij al snel de controle. "Ik wilde mijn man waarschuwen", verklaarde zij voor de rechtbank, "als hij zich niet zou verbeteren, dan zou ik mijzelf in brand steken." Nooit was het haar opzet geweest het huis te laten afbranden , laat staan om de kinderen in gevaar te brengen. Tot het uiterste gedreven kon zij de consequenties van haar handelen niet meer overzien. De officier vond een langdurige begeleiding van de vrouw dan ook zeer gewenst en vroeg om plaatsing in een psychiatrische inrichting. Maar aangezien het ook gaat om een zeer ernstig strafbaar feit eiste zij bovendien een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan tien voorwaardelijk en reclasseringscontact, dit alles met een uitzonderlijk lange proeftijd van drie jaar. De uitspraak is over twee weken.