Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 27/01/2004


---

Wetenschapswinkel onderzocht oorzaak probleemgedrag op scholen in Gouda

Marokkaanse vmbo´ers spelen ouders en school tegen elkaar uit

Marokkaanse jongeren op twee vmbo-scholen in Gouda vertonen probleemgedrag omdat de drie ´werelden´ waarin ze leven, namelijk thuis, op school en in hun vriendenkring, niet goed op elkaar aansluiten. Ze weten deze drie ´regimes´ tegen elkaar op te zetten: ze laten hun ouders geloven dat die leraren op school maar niets zijn; de leraren krijgen te horen dat de ouders te weinig ondersteuning kunnen bieden. Zo krijgen ze dan vervolgens meer aanzien in hun vriendenkring.

Dit en meer volgt uit een onderzoek van de Wetenschapswinkel VU, uitgevoerd door drie studenten van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Opdrachtgever was de stichting Alouan, een instelling die onder andere sociaal culturele activiteiten organiseert in het bijzonder voor Marokkaanse jongeren. Het rapport met de uitkomsten heet ´Werelden van verschil´ en is verkrijgbaar bij de Wetenschapswinkel.

Docenten klagen over de brutaliteit van Marokkaanse leerlingen en ze zouden spijbelen en negatief tegen school aankijken. De oorzaak daarvan ligt volgens hen in de opvoeding door de ouders, maar die vinden juist dat de school strenger, minder vrijblijvend zou moeten zijn; zij zien de opvoeding vooral als een taak van de school. Wel geven de ouders, die vaak geen Nederlands spreken of analfabeet zijn, toe dat ze te weinig van het Nederlandse onderwijssysteem afweten, zodat ze hun kinderen niet goed genoeg kunnen ondersteunen. De leerlingen geven toe dat ze hun huiswerk vaak niet of niet goed genoeg maken, mede omdat hun ouders hen niet kunnen helpen en hen ook niet controleren.

De communicatie tussen ouders en school loopt niet goed. Volgens de school zijn de ouders niet geïnteresseerd in de schoolloopbaan van hun kinderen, omdat Marokkaanse ouders niet naar ouderavonden komen en in geval van problemen nauwelijks bereikbaar zijn. Maar de ouders zeggen op hun beurt dat ze wel hun best doen, maar ze hebben het gevoel dat het schoolpersoneel op ze neerkijkt omdat ze het Nederlands niet goed beheersen. De meeste leerlingen vinden het wel best dat hun ouders weinig naar ouderavonden gaan: dan worden ze niet zo gecontroleerd.

"Ik verwachtte geen pasklare oplossingen van het onderzoek", legt Alouan-directeur Huug van Ooijen uit, "maar het helpt wel om orde te scheppen in de brij van verwijten. Alle visies zijn nu in kaart gebracht, het streven is nu om de drie werelden wat meer naar elkaar toe brengen. Het is niet eenvoudig om dat te bereiken, maar het zou helpen als diverse instanties meer zouden samenwerken. Ook is de roep om meer regels en een strengere handhaving daarvan groot. Die wens was te horen vanuit de scholen, de ouders en ook vanuit de jongeren zelf."

De studenten geven in hun rapport enkele concrete aanbevelingen: zo moeten ouders op de hoogte worden gesteld van het lesrooster, zodat ze gemakkelijker kunnen zien of hun kind spijbelt. Regels en straffen moeten in het begin van het schooljaar expliciet aan de orde komen, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Consequent straffen ten slotte, geeft de jongeren het gevoel dat ze gelijk behandeld worden. In het algemeen is de belangrijkste aanbeveling dat Marokkaanse ouders en de school beter met elkaar moeten communiceren.