28 jan 2004
Commissie : "Pesten op school wordt onderschat"
De Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid van het
Vlaams Parlement heeft zich vandaag dinsdag 27 januari tijdens een
hoorzitting gebogen over het pesten op school. Zowel de deelnemers aan
de hoorzitting als de Vlaamse parlementsleden stelden vast dat het
probleem van het pesten op school wordt onderschat en dat de gevolgen
nochtans zeer groot en verregaand zijn. Daarbij werd er op gewezen dat
volgens een studie vastgesteld werd dat het trauma opgelopen door zes
maanden intensieve pesterijen te vergelijken is met het trauma
opgelopen naar aanleiding van een hold-up of een vliegtuigkaping.
Aanleiding van de hoorzitting en het debat was o.m. een verzoekschrift
ingediend over pesten op school en de oprichting van een neutrale
ombudsdienst voor alle netten van het Vlaams onderwijs. De indiener
van het verzoekschrift, Marc Van Roosbroeck, die tevens auteur is van
het boek "De Pest op school", pleitte voor de oprichting van een
neutraal onafhankelijke ombudsdienst voor alle netten. Ook
vertegenwoordigers van bestaande instellingen die ijveren voor een
aanpak van het pesten op school kwamen aan het woord zoals het Clubje,
vzw Limits en vzw Sasam. Zij wezen op het werk en de inspanningen die
reeds werden geleverd.
Vlaams volksvertegenwoordiger Luc Van Nieuwenhuysen (Vlaams Blok)
onderstreepte dat het verkeerd zou zijn om het probleem van het pesten
op school te bagatelliseren. Hij stelde de vraag wat het best is : een
centrale ombudsdienst voor de hele onderwijswereld of een ombudsdienst
per scholengemeenschap. De heer Julien Demeulenaere (VLD) wees erop
dat wat recent in Nederland gebeurde ons de ogen moet doen opengaan.
Volgens hem ligt het gebrek aan solidariteit in het onderwijs vaak aan
de basis van pesterijen.
De heer Jos De Meyer (CD&V) drong aan op een onderzoeksprogramma op
initiatief van de minister van Onderwijs om onder meer te peilen naar
de oorzaken van pesten op school. De heer Frans Ramon (GROEN!) wilde
weten wat precies de lacunes zijn omdat er toch al een aantal
hulpverlenende instanties en organisaties zijn waar men met klachten
terecht kan. De heer Dirk De Cock (Spirit) vroeg of er aanwijzingen
zijn dat het fenomeen van het pesten wijdverspreid is dan wel beperkt.
De heer Kris Van Dijck (NVA) stelde de vraag of er een bepaalde
evolutie zit in het pestgedrag. Gebeurde het vroeger minder dan nu ?
Speelt de tijdsgeest een rol ?
De heer Bernard Hubeau, Vlaamse Ombudsdienst, wees er op dat er heel
wat klachten over het pesten in het onderwijs op zijn dienst terecht
komen, maar dat heel wat klachten moeten doorverwezen worden. Volgens
hem vraagt het boek "De pest op school" terecht om een andere
ombudsdienst voor het onderwijs.
Volgens commissievoorziter Gilbert Vanleenhove is het nog te vroeg om
na een eerste hoorzitting reeds besluiten te trekken. De hoorzittingen
worden volgende week verder gezet met o.m. vertegenwoordigers van
ouders en leerlingen en van de onderwijsvakbonden. Dan wordt vooral
gepraat over het pesten van kinderen op school. Vandaag kwam vooral
het thema aan bod van het pesten van en door leerkrachten en
directies. Ook de onderwijsgemeenschappen komen later nog hun
standpunt uiteenzetten.
Vlaams Parlement