Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 49 2513 AA `S GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
DCE 03/94678

Onderwerp Datum
Tussentijdse impressie van 'Wiedoetwat.nl", 27 januari 2007
onderdeel van het ESF-Equal project
'Mannen in de Hoofdrol'

Hierbij bied ik u aan de tussentijdse impressie van `Wiedoetwat.nl', onderdeel van het ESF- Equal project `Mannen in de Hoofdrol', conform mijn toezegging d.d. 4 december jl. tijdens de begrotingsbehandeling SZW.

De impressie heeft betrekking op een periode van 9 maanden, waarbij gebruik is gemaakt van resultaten uit de 0-meting en 1-meting, de perstelling en media-analyse, effectonderzoek televisiereclame en uit de kijkcijferanalyse.

Uit de rapportage blijkt onder meer het volgende.

1. De campagne was in april 2003 bekend bij 55% van de Nederlanders en 58% vindt de commercials leuk. Dit is bovengemiddeld. De bekendheid en waardering hebben er toe geleid dat mensen met elkaar thuis over de taakverdeling spreken (32% van de respondenten), daarover afspraken met elkaar maken (70% van de 32%) en op zoek gaan naar ondersteunende informatie (72% van de 32%).

2. Het met elkaar bespreken van de taakverdeling blijkt onder de lager opgeleiden sterker te zijn toegenomen dan bij de hogere opleidingsgroepen. Van de lage opleidingsgroep bevestigt 44% de stelling:`de laatste tijd is verdeling van taken vaker onderwerp van gesprek' (1-meting). In de 0-meting was dit slechts 28%. Het verschil met de groep hoger opgeleiden is eveneens significant: 44% van de lager opgeleiden versus 31% van de hoger opgeleiden in de 1-meting (24% in de 0-meting) bevestigt de stelling.
3. Ruim 77% van de Nederlandse vrouwen vindt dat mannen best wat meer gestimuleerd zouden mogen worden om de zorg voor thuis, kinderen en huishouden op zich te nemen. Van de mannen is 70% dezelfde mening toegedaan.

2


4. Vooral onder de laagopgeleiden blijkt na de campagne een verschuiving in houding te hebben plaatsgevonden ten opzichte van de stelling: `Als er jonge kinderen in het gezin zijn, hoort de moeder niet buitenshuis te werken'. Na de campagne vinden ze minder vaak dat, als er jonge kinderen zijn, de moeder niet hoort te werken: 40 % van de lager opgeleiden verwerpt deze stelling (1-meting) ten opzichte van 25% in de 0-meting. Het percentage `helemaal mee eens' daalt van 38% (0-meting) naar 30% (1-meting).
5. Ook het programma `Vaders' bleek aansprekend met een gemiddelde waardering van 7,3 en 400.000 tot 500.000 kijkers per aflevering. Dit programma wordt vooral bekeken door personen met een lagere of middelbare opleiding.

De volgende bijlagen zijn toegevoegd:
./. 1. Tussentijdse impressie `Wiedoetwat.nl'
./. 2. Kwantitatieve samenvatting van de media-aandacht (perstelling) ./. 3. Bezoekersstatistieken internetsite www.wiedoetwat.nl

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)