Raad voor het Landelijk Gebied


Recreatie terug op politieke agenda

28 Januari 2004 - Recreatie moet terug op de politieke agenda, dat is de hoofdboodschap van de Raad voor het Landelijk Gebied in zijn advies over de toekomst van de recreatie in ons land 'Ontspannen in het groen'. Het eerste exemplaar is vandaag aan minister Veerman van LNV aangeboden op het RECRON-congres in Rotterdam. De raad verwacht de komende jaren problemen op het gebied van recreatie, omdat de politiek het recreatiebeleid de laatste jaren aan zijn lot heeft overgelaten, en de samenstelling van de bevolking en haar recreatiepatroon verandert. Deze problemen kunnen worden ondervangen, als overheid en bedrijfsleven daar goed op inspelen. In de praktijk zal dit moeten leiden tot nieuwe en andere recreatiemogelijkheden in de steden, op het platteland en in de natuurgebieden. Ook zal er meer ruimte moeten komen voor verblijfsrecreatie en watersport. Om dit mogelijk te maken, moet recreatie terug op de politieke agenda, aldus de raad.

Ander beleid is nodig
Recreatie (en toerisme) is in ons land een belangrijke sector, zowel maatschappelijk, sociaal-cultureel als economisch. Er gaat jaarlijks ruim 26 miljard Euro in om en er werken bijna 350.000 mensen in deze bedrijfstak. De bevolking maakt per jaar naast één miljard dagtochten ook zo'n 9 miljoen korte en 9 miljoen lange vakanties. De raad verwacht dat deze cijfers de komende jaren nog verder zullen groeien, maar er zullen veranderingen in de vraag naar recreatie optreden: de samenstelling van de bevolking verandert de komende tientallen jaren, doordat er meer ouderen en allochtonen komen. Het commerciële recreatie-aanbod is daarentegen vooral op de koopkrachtige jeugd afgestemd. Er is ook een tekort aan geschikte recreatiemogelijkheden voor kinderen en gehandicapten. Deze tekorten moeten door overheid en bedrijfsleven worden ingevuld.
De raad constateert dat met name het Rijk de afgelopen jaren het beleidsterrein recreatie heeft verwaarloosd. De raad is van mening dat de politiek zich nadrukkelijk met het recreatiebeleid moet gaan bezighouden. Dat geldt zowel voor Den Haag, als voor provincies, gemeentes en recreatie- en waterschappen. Daarbij is belangrijk, dat recreatie niet op zichzelf staat, maar door de breedte allerlei dwarsverbanden en overlappingen heeft met de beleidsterreinen van vrijwel alle ministeries, zoals sport, cultuur, natuur, gezondheid en welzijn. De raad adviseert dat op rijksniveau de minister van LNV de primaire verantwoordelijkheid op zich moet nemen voor recreatie.

Meer groen in de stad
De raad signaleert vooral dat de stadsbewoner steeds minder vaak naar 'buiten' trekt, maar in de stad zelf de mogelijkheden vindt voor recreatieve activiteiten als winkelen ('funshoppen'), flaneren en wandelen, fietsen, sportvissen, bezoeken van parken en andere activiteiten. In steden is er te weinig groene recreatieruimte (parken en plantsoenen) voor de bevolking. De raad vindt dan ook dat daar een belangrijke taak ligt voor Rijk en gemeenten om vooral in de oudere wijken te zorgen voor een beter en ruimer aanbod van groen. Datzelfde geldt overigens ook voor de nieuwbouwwijken. De raad realiseert zich dat aanleg van meer groen in de stad betekent dat de nieuwbouw aan de rand van de stad verder het platteland inschuift. Maar dit is beter dan achteraf op datzelfde platteland nieuwe groenvoorzieningen maken die zo ver van de stad liggen dat ze minder gebruikt gaan worden.

Meer recreatie op platteland
De raad vindt dat het platteland breder voor recreatie opengesteld moet worden en niet alleen moet dienen als overgangsgebied tussen steden en natuurgebieden. De veranderingen in de landbouw bieden boeren voldoende kansen om meer en andere recreatiemogelijkheden te ontwikkelen. Veel boeren proberen daar nu al op in te spelen, bijvoorbeeld door de toegankelijkheid voor fietser, wandelaar en ruiter te verbeteren en door het aanbieden van nieuwe recreatieactiviteiten. In de praktijk blijkt het regelmatig erg moeilijk te zijn om dit ook daadwerkelijk te realiseren door onduidelijke wet- en regelgeving en door onvoldoende medewerking van de overheid. De raad vindt dat standsorganisaties, provincies en gemeenten samen een helder beleid moeten ontwikkelen waardoor boeren de ruimte krijgen om - naast het agrarisch bedrijf - ook recreatiemogelijkheden aan te kunnen bieden.

Meer vormen van recreatie in natuurgebieden
Natuurgebieden trekken nu vooral ouderen en gezinnen, waarbij wandelen en fietsen de belangrijkste activiteiten zijn. De raad vindt dat een deel van de natuurgebieden het domein moet blijven van 'rust, ruimte en stilte'. Maar er zijn ook delen van natuurgebieden die uitstekend ingericht kunnen worden voor nieuwe vormen van recreatie, waardoor ook andere mensen deze natuurgebieden gaan bezoeken. De raad denkt daarbij aan voorbeelden die door Staatsbosbeheer zijn ontwikkeld, zoals GPS-wandelen, laarzenpaden, speelbossen en struingebieden. Maar ook wordt gedacht aan meer mogelijkheden voor de kleine watersport, zoals kanoën en roeien. De raad vindt dat de komende jaren de mogelijkheden voor deze nieuwe en nog te ontwikkelen vormen van recreatie in bos- en natuurgebieden, binnen ecologische randvoorwaarden, moeten worden uitgebreid.

Meer ruimte voor verblijfsrecreatie en watersport De komende jaren zullen kampeerterreinen, bungalowparken en jachthavens moeten vernieuwen en uitbreiden omdat de meeste gasten meer ruimte en kwaliteit willen. De raad vindt dat in de meeste gevallen geprobeerd moet worden die uitbreiding aansluitend aan het bestaande bedrijf te realiseren. Bij ligging in kwetsbare natuurgebieden zijn die mogelijkheden beperkt, maar door goed vermarkten kan de ondernemer het publiek trekken dat zo'n omgeving op prijs stelt.
Ook roept de raad provincie en waterschappen op om grote en kleine waterlopen en hun oevers regionale beleidsvisies te ontwikkelen, waarmee de mogelijkheden voor onder meer zonnen, zwemmen, sportvissen, roeien, kanoën en toerschaatsen worden vergroot. Op dit moment kunnen veel van deze waterlopen niet goed recreatief worden gebruikt, terwijl de oevers in veel gevallen niet of moeilijk bereikbaar of toegankelijk zijn.

////////////////////////////////////////