Zaken en de staatssecretaris van Financiën over de

mogelijke

eisen aan de WBSO-administratie van bedrijven. (Ingezonden 17
december 2003)

Mime-Version: 1.0

Content-Type: text/plain; charset="iso-8859-1"


Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Vragen van het lid Van der Laan (D66) aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Financiën over de mogelijke eisen aan de WBSO-administratie van bedrijven. (Ingezonden 17 december 2003)
Nummer: 457

Datum: 28-01-2004


De Minister van Economische Zaken, Mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen mede namens de staatssecretaris van Financiën als volgt beantwoord.


1.

Klopt het dat de Belastingdienst andere eisen stelt aan de WBSO-administratie dan Economische Zaken c.q. Senter? Is het waar dat ondernemers hierdoor dit jaar problemen ondervinden in verband met de controles van de fiscus op de WBSO-administraties en dat dit resulteert in forse terugvorderingen en boetes tot 50%? Zo ja, hoe komt het dat beide instanties andere eisen stellen en dat de gehanteerde criteria niet op elkaar afgestemd zijn?


Neen, de eisen die Senter en de Belastingdienst aan de WBSO-administratie stellen zijn wederzijds afgestemd en bevatten geen onderlinge tegenstrijdigheden. De eisen vloeien voort uit de eigen specifieke invalshoek van beide organisaties: Senter controleert steekproefsgewijs of daadwerkelijk S&O-werkzaamheden hebben plaatsgevonden en of de administratie voldoet aan de gestelde eisen. De Belastingdienst controleert of het S&O-loon juist is vastgesteld, inclusief de daarbij behorende administratieve verplichtingen waaronder de aanwezigheid van onderliggende stukken. Voor Senter en de Belastingdienst gelden derhalve twee uitvoeringsregelingen die de basis vormen voor één pakket administratieve voorschriften. De wettelijke basis voor de administratieve voorschriften is gelegen in art. 22, lid 7 en art. 25 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.


Deze twee bepalingen zijn nader ingevuld in de Uitvoeringsregeling administratieve voorschriften S&O-vermindering, zoals laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 14 mei 2003 (Stcrt.96) en de Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering, zoals laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 19 december 2003 (Stcrt.250). De organisaties hebben een gemeenschappelijke uitleg van de administratieve voorschriften voor de WBSO geformuleerd. Deze uitleg is vastgelegd in de Handleiding WBSO die door Senter in overleg met de Belastingdienst is opgesteld. Het is hierbij van belang op te merken dat er geregeld afstemmingsoverleg plaatsvindt tussen Senter en de Belastingdienst. Samenwerkingsafspraken tussen beide organisaties zijn vastgelegd in een convenant.


In 2002 is de verplichte accountantsverklaring voor een aantal fiscale regelingen, waaronder de WBSO, afgeschaft. Bij de behandeling van het Belastingplan 2003 heeft de ambtsvoorganger van de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer meegedeeld dat als gevolg van het vervallen van de accountantsverklaring de controle van de Belastingdienst op de betrokken regelingen zou worden geïntensiveerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2002/03, 28 608, nr.3).
Wanneer de Belastingdienst heeft vastgesteld dat een ondernemer te veel of ten onrechte afdrachtvermindering of aftrek heeft geclaimd kan worden nageheven. Een dergelijke naheffing kan worden verhoogd met een boete, een en ander conform de gebruikelijke richtlijnen. Naheffing kan plaatsvinden binnen vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan (artikel 20, derde lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen).


2

Klopt het dat de eisen die de fiscus aan de WBSO administratie stelt wat betreft de relatie tussen de urenadministratie en de projectvoortgang zo gedetailleerd zijn, dat een situatie is ontstaan dat wekelijks moet worden aangegeven wie aan welk projectonderdeel heeft gewerkt en wat het resultaat hiervan is geweest?


In de uitvoeringsvoorschriften voor de WBSO is bepaald dat de ondernemer een urenadministratie dient te voeren. Zonder urenadministratie kan de hoogte van het S&O-loon c.q. de S&O-uren niet worden bepaald. Deze urenadministratie dient hiertoe dagelijks te worden bijgehouden. In de urenadministratie dienen de aan speur- en ontwikkelingswerk bestede uren te worden vermeld.


Hoe verhoudt dit zich met eenvoudige administratie en met het voornemen van het kabinet de administratieve lasten te verminderen?


De eisen die aan de WBSO-administratie worden gesteld zijn uit controleoogpunt proportioneel. In dit verband is nog vermeldenswaardig dat met de afschaffing in 2002 van de verplichte accountantsverklaring voor een aantal fiscale regelingen (waaronder de WBSO) een jaarlijkse administratieve lastenbesparing is gerealiseerd van ¬ 20 miljoen.


3

Is het waar dat de verscherpte criteria, die in 2003 door de fiscus voor de WBSO worden toegepast, integraal van toepassing worden verklaard op de 5 voorafgaande jaren waarin ondernemingen WBSO hebben genoten? Hoe verhoudt zich dit met het feit dat ondernemingen moeilijk achteraf kunnen voldoen aan eisen die in latere jaren worden gesteld?


In 2003 heeft de Belastingdienst de criteria voor de WBSO niet verscherpt. In de voorafgaande jaren zijn evenmin zwaardere administratieve eisen gesteld. Integendeel zelfs; het schrappen van de verplichte accountantsverklaring in 2002 heeft geleid tot een vermindering van de administratieve lasten. Het achteraf moeten voldoen aan in latere jaren gestelde eisen is dus niet aan de orde.


4

Heeft de Belastingdienst regionale targets opgesteld voor het terugvorderen van WBSO-gelden? Hoe verhoudt zich dit met het streven van het kabinet de kenniseconomie in Nederland te stimuleren?
Neen, de Belastingdienst heeft geen regionale targets opgesteld voor navorderingen WBSO. Derhalve zijn er ook geen gevolgen voor de stimulering van de kenniseconomie in Nederland.


5

Wat gaat u doen om de verschillende eisen die aan de administraties gesteld worden door EZ (Senter) en de Belastingdienst op elkaar af te stemmen en de administratieve verplichtingen te reduceren tot een werkbaar en eenvoudig niveau? Op welke termijn gaat u dit doen?


Zoals hierboven al is aangegeven is er sprake van twee uitvoeringsregelingen die de basis vormen voor één pakket administratieve voorschriften. De gemeenschappelijke uitleg van deze voorschriften is opgenomen in de Handleiding WBSO. Sinds de totstandkoming van de WBSO-regeling zijn in een beperkt aantal gevallen interpretatieverschillen geweest tussen Senter en de Belastingdienst ten aanzien van bepaalde in de uitvoeringsregeling vastgelegde administratieve verplichtingen. Deze interpretatieverschillen zijn steeds in onderling overleg tussen beide organisaties snel opgelost, waarbij ook interne voorlichtingsrondes ten behoeve van de medewerkers hebben plaatsgevonden. Wel hebben wij besloten te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor verdere stroomlijning van de WBSO-regeling. Hiermee zal de komende maanden een werkgroep EZ-Financiën onder onafhankelijk voorzitterschap worden belast. De uitvoeringspraktijk zal daarbij aan een nadere beschouwing worden onderworpen, waarbij eventuele knelpunten waar mogelijk van een oplossing worden voorzien. Door deze werkgroep zal tevens worden bezien of een verdere vermindering van administratieve lasten mogelijk is.


6

Wat gaat u doen voor de ondernemingen die mogelijk onterecht gedupeerd zijn door bovenstaande maatregelen van de fiscus?


Het is ons niet bekend dat ten onrechte navorderingen hebben plaatsgevonden bij ondernemers als gevolg van de controle op de WBSO door de Belastingdienst. Als ondernemers menen dat zij gedupeerd zijn door de Belastingdienst dan kunnen zij gebruikmaken van de wettelijke bezwaar- en beroepsprocedure.