Plaatsing cultuurhistorische dijken op provinciale monumentenlijst
Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland (GS) hebben
besloten dat ook het tweede gedeelte van de Noorder IJ- en
Zeedijken op de provinciale monumentenlijst geplaatst zullen
worden. Dit is besloten omdat deze dijken grote cultuurhistorische
waarde hebben. In 2001 plaatsten GS al het eerste gedeelte van de
Noorder IJ- en Zeedijken op de provinciale monumentenlijst. Op
deze manier worden deze dijken als cultureel erfgoed voor
Noord-Holland behouden en op een verantwoorde manier benut.
Als deze dijken op de provinciale monumentenlijst staan, moet er
voor werkzaamheden aan deze dijk vergunning bij GS gevraagd
worden. Dit betekent niet dat er niet meer aan deze dijken gedaan
mag worden. Het is de bedoeling dat door middel van vergunningen
de noodzakelijke wijzigingen aan het provinciale monument zowel
aan de tegenwoordige tijd als aan de cultuurhistorie aan te passen
("behoud door ontwikkeling").
Het tweede gedeelte behelst de Oost- en Westzanerzeedijk, de
Assendelverzeedijk, de Groenedijk, de St. Aagtendijk, de
Geniedijk, de Hogedijk met de bijbehorende braken en de Nieuwendam
bij Krommenie.
Dit gedeelte is cultuurhistorisch van betekenis omdat zij Oost- en
Westzaan, Assendelft en Zuid- en Noord-Kennemerland door de eeuwen
heen beschermd hebben tegen het water van het IJ, het Wijkermeer
en de voormalige Kil (een vergroting van het veenriviertje de
Krommenie).
Het tracé van de dijk is historisch bepaald. Men kan daarin de
sporen waarnemen van de strijd tegen het water in de loop der
tijden. In de eerste plaats in het bochtige en hoekige tracé zelf.
Bochten en hoeken in de dijk duiden op doorbraken in het verleden.
Vervolgens kan men aan de braken, zoals de wielen hier genoemd
worden, zien hoe vaak de dijken vroeger doorbraken.
Marieke Ottevanger 28 januari 2004
Provincie Noord-Holland