De Nederlandse Taalunie: goed, maar het kan
nog beter
De Nederlandse Taalunie: goed, maar het kan nog beter
Een daartoe in het leven geroepen commissie heeft in de laatste
maanden van 2003 de organisatie en werkzaamheden van de Nederlandse
Taalunie geëvalueerd. Op 28 januari 2004 heeft de commissie haar
bevindingen aangeboden aan de leden van het Comité van Ministers, die
opdracht gaven tot de evaluatie. De commissie bestond uit voorzitter
Peter Rehwinkel (oud-lid van de Nederlandse Tweede Kamer), Herman
Balthazar (gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen) en Guy
Janssens (oud- Vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap in Den
Haag).
De commissie komt tot de conclusie dat de Nederlandse Taalunie goed en
nuttig werk verricht voor onze taal. Het meest bekend is de
Nederlandse Taalunie door de vaststelling van de spelling van het
Nederlands. De Nederlands-Vlaamse Verdragsorganisatie ondersteunt het
Nederlands echter op veel meer fronten. Zo heeft het Nederlands door
de inspanningen van de Taalunie een vooraanstaande plaats verworven op
het gebied van taal- en spraaktechnologie. En aan meer dan tweehonderd
universiteiten in de wereld wordt Nederlands gestudeerd, mede dankzij
de steun van de Nederlandse Taalunie. Dat het Verdrag van de
Nederlandse Taalunie na ruim 23 jaar nog steeds belangrijk is, blijkt
onder meer uit de toetreding van Suriname eind 2003. Daarmee is het
bereik van de Taalunie uitgebreid tot het hele Nederlandse taalgebied.
De commissie gaat ook uitgebreid in op punten die voor verbetering
vatbaar zijn. Zo stelt de commissie vast dat de positie van het
Nederlands in Europa onvoldoende aandacht krijgt. En dat terwijl het
onderwerp steeds belangrijker wordt. Niet alleen heeft de Nederlandse
Taalunie op Europees niveau nauwelijks sturende bevoegdheden, er
blijkt ook dat de betrokkenheid van de ministers en ministeries
verantwoordelijk voor het buitenlandbeleid, bij de Nederlandse
Taalunie vrij gering is. Aandacht voor de taaldiversiteit binnen
Europa is noodzakelijk, vooral als het om gebruik van taal door haar
burgers gaat.
Verder concludeert de commissie dat de Nederlandse Taalunie weliswaar
nuttig werk verricht voor onze taal, maar dat dit werk te weinig
bekend is. Zowel de sprekers van het Nederlands alsook de regeringen
en parlementen van Nederland en Vlaanderen zijn te weinig op de hoogte
van de activiteiten van de Taalunie. Hierdoor sorteert de Nederlandse
Taalunie minder effect dan mogelijk is.
Het evaluatierapport is als PDF-bestand te downloaden.
© Nederlandse Taalunie, 2000/2003 - alle rechten voorbehouden
Nederlandse Taalunie