Universiteit van Amsterdam

Persbericht


vrijdag 23 januari 2004

Autochtone man vindt sneller baan op niveau

Als het aan de Nederlandse werkgever ligt kiest hij voor functies op universitair niveau voor een autochtone man. Uit een onderzoek onder pas afgestudeerde academici blijkt dat vrouwen en allochtonen er langer over doen om een baan op hun niveau te bemachtigen. Dit is één van de conclusies uit het proefschrift Van bul naar baan, waarop Peter Berkhout 29 januari promoveert aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Berkhout onderzocht welk perspectief de 59 grootste universitaire opleidingen in Nederland bieden op de arbeidsmarkt.

Daartoe bestudeerde hij vragenlijsten die ruim 21.000 academici, afgestudeerd in de periode 1994-2000, hebben ingevuld over hun ervaringen op de arbeidsmarkt in de eerste twintig maanden na afstuderen. Berkhout hanteert drie variabelen die de arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerden karakteriseren: de zoektijd (ofwel de eerste werkloosheidsduur), het startsalaris en de mobiliteit tussen verschillende banen. Uit het onderzoek blijkt dat een goed cv - hoge cijfers, snel afstuderen en ook nog wat werkervaring - de zoektijd aanzienlijk verkort. De uitkomsten suggereren verder dat allochtonen en vrouwen in sollicitatieprocedures worden gediscrimineerd. Zij doen er langer over een passende baan te vinden.

Opmerkelijk is dat deze ongelijkheid niet opgaat voor het salaris. Vrouwen verdienen na afstuderen weliswaar 2 à 3 procent minder dan mannen, maar allochtonen valt een gelijke beloning ten deel als autochtonen. Het salaris wordt voor een groot deel bepaald door de gevolgde studie. Afgestudeerden in de tandheelkunde, geneeskunde en farmacie hebben de best betaalde banen. Taalkundigen, cultureel antropologen en (kunst)historici verdienen het minst. Afgezien van de drie medische opleidingen bewegen de loonverschillen tussen de studies in een bandbreedte van 16 procent.

De opleidingen tandheelkunde, farmacie en geneeskunde hebben tevens de hoogste arbeidsmarktrelevantie , op de voet gevolgd door econometrie, technische informatica en de fiscaal-juridische opleiding. Een relatief slechte arbeidsmarktpositie hadden afgestudeerden in geschiedenis, Engelse taal- en letterkunde en culturele antropologie. In grote lijnen bleken talenstudies, sociale en culturele wetenschappen, maar ook opleidingen van de landbouwuniversiteit, een gemiddelde tot lage arbeidsmarktrelevantie te hebben.

De promotie vindt plaats op donderdag 29 januari 2004 om 12.00 uur in de Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam. Promotor is prof. dr.