Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 49 2513 AA 's-Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk
DCE-04/4835

Onderwerp Datum
SCP doelgroepanalyse vrouwen uit etnische 29 januari 2004
minderheidsgroeperingen

Hierbij bied ik u, mede namens minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de analyse aan die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft gemaakt van de doelgroep vrouwen uit etnische minderheidsgroeperingen. Deze analyse ontvingen wij vrijdag 23 januari jl. Hoewel het SCP in de komende weken nog een publieksversie gaat maken, wil ik u vanwege de actualiteit en het belang van het onderwerp deze informatie niet onthouden. Deze analyse hebben wij laten maken in het kader van het plan van aanpak `Emancipatie en integratie', waarover wij u per brief d.d. 28 oktober 2003 (Kamerstukken II, 2003-2004, 29 203, nr.3) hebben geïnformeerd.

Uit de analyse van het SCP blijkt dat een grote groep vrouwen uit etnische minderheidsgroepen (53 %) zich in een kansarme positie bevindt. Het overgrote deel van hen is van Turkse of Marokkaanse afkomst en bestaat naast vrouwen uit de eerste generatie ook uit de veel jongere Turkse en Marokkaanse huwelijksmigrantes. In de door minister Verdonk toegezegde notitie over inburgeringsbeleid (hoofdlijnen nieuwe inburgeringstelsel) die in maart aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd zal nader worden ingegaan op de positie van vrouwen in het inburgeringsbeleid.
Daarnaast bevinden zich in de kansarme groep relatief veel alleenstaande moeders van Surinaamse of Antilliaanse herkomst. De Commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheden (PaVEM) heeft er inmiddels voor gekozen om zich extra in te zetten voor het creëren van werkgelegenheid voor deze specifieke groep.

Daarnaast is er een niet onbelangrijke groep vrouwen (22 %) die zich in een succesvolle positie bevindt. Zij zijn goed opgeleid, economisch zelfstandig, hebben regelmatig contact met autochtonen en hebben vergelijkenderwijs de modernste opvattingen met betrekking tot de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Het zijn deze vrouwen die een voorbeeldfunctie kunnen vervullen en die door ons, in het kader van het plan van aanpak `Emancipatie en integratie', zullen worden ingezet als rolmodellen.

2

De uitkomsten van de SCP-analyse bevestigen dat in het emancipatie- en integratiebeleid prioriteit gegeven moet worden aan de allochtone vrouwen. De analyse zal worden betrokken bij de uitvoering van het plan van aanpak `Emancipatie en integratie'.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A. J. de Geus)