29-01-2004
Gevolgen an orexia nervosa onderschat

Utrecht, 29 januari 2004. De kans op overlijden voor mensen met anorexia nervosa is vijf keer zo groot als voor gezonde leeftijdsgenoten. Per jaar overlijden minstens vijftien anorexiapatiënten, op een totaal van 5600 mensen die lijden aan deze eetstoornis. Daarmee is het een van de psychische stoornissen met de hoogste kans op vroegtijdige sterfte. Dit blijkt uit het Jaarboek 2003 van de Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid (NMG), een uitgave van het Trimbos-instituut, dat vandaag door de minister van VWS is aangeboden aan de Tweede Kamer. Het Jaarboek beschrijft helder en beknopt de meest recente stand van zaken rond een aantal psychische stoornissen in Nederland.

In het Jaarboek van de NMG, dat nu voor de tweede keer verschijnt, wordt naast anorexia nervosa uitgebreid aandacht besteed aan ADHD en daarnaast ook aan de bipolaire stoornis, aan dysthymie, de obsessief-compulsieve stoornis en de gegeneraliseerde angststoornis.

De NMG is in 2001 ontstaan op initiatief van het ministerie van VWS en voorziet beleidsmakers en professionals in de gezondheidszorg van actuele, betrouwbare wetenschappelijke informatie over de geestelijke volksgezondheid en de geestelijke gezondheidszorg. Daarmee is het een instrument om de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland te verbeteren.

Hoewel vaak wordt aangenomen dat anorexia nervosa de laatste decennia steeds vaker voorkomt, bestaat daarvoor geen bewijs. Op dit moment zijn er naar schatting 5600 patiënten met anorexia nervosa, van wie bijna de helft in behandeling is. Al lange tijd wordt er onderzoek gedaan naar het effect van behandeling, maar een eenduidig resultaat heeft dat tot nu toe niet opgeleverd. Medicijnen werken waarschijnlijk niet en psychotherapie heeft een bescheiden effect. Ongeveer de helft van de behandelde patiënten geneest niet en na tien jaar is één op de achttien patiënten overleden. Hierbij is anorexia nervosa zelf niet altijd de doodsoorzaak. Ook andere oorzaken als zelfdoding en hartstilstand worden meegeteld. Maar meestal is anorexia dan wel indirect de oorzaak.

In het Jaarboek 2003 wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). Naar schatting zestig- tot honderdduizend Nederlandse kinderen tussen 4 en 16 jaar lijden aan deze stoornis. Veertigduizend van hen hebben behandeling nodig. Hoewel ADHD volgens de officiële psychiatrische diagnostiek alleen bij kinderen voorkomt, wordt steeds duidelijker dat de ziekte bij een deel van hen tot in de volwassenheid voortduurt.

Uit onderzoek blijkt dat psychostimulantia - in Nederland vooral bekend onder merknamen als Ritalin en Concerta - goed werken. Bij driekwart van de kinderen verminderen de klachten aanzienlijk. Deze middelen genezen de ziekte niet; bij het stoppen van de medicatie komen de klachten snel weer terug. Aanvullende gedragstherapie kan in veel gevallen het effect van de medicatie verhogen. Er is onvoldoende bewijs voor de meeste alternatieve behandelingen, zoals diëten. Ook bij volwassenen met ADHD werken de psychostimulantia goed; het effect van psychotherapie is bij volwassenen nog vrijwel niet onderzocht.

De Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid wordt gecoördineerd door het Trimbos-instituut, en ondersteund door een Wetenschappelijke Raad onder voorzitterschap van prof. dr. Paul Schnabel. De teksten van het Jaarboek 2003 staan - evenals die van het Jaarbericht 2002 (met aandacht voor schizofrenie, depressie en dementie) - op de website van het Trimbos-instituut (www.trimbos.nl), onder het kopje Psychische stoornissen; informatie voor professionals.

Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid. Jaarboek 2003. Dr. C. Schoemaker, prof dr. C. de Ruiter. Uitgave: Trimbos-instituut. Utrecht 2003. Bestelnummer AF 0503. Prijs 20 euro. Telefonisch te bestellen via 030-2971180. .

---

Voor meer informatie, bel Henk Maurits (030 - 297 11 38) of Harald Wychgel (030 - 297 11 16), voorlichters Trimbos-instituut. Bezoekadres: Da Costakade 45, Utrecht.
Postadres: Postbus 725, 3500 AS Utrecht.
Telefoon (030) 297 11 00 Fax: (030) 297 11 11