Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DL. 2004/214
datum
29-01-2004

onderwerp
Evaluatie Meststoffenwet 2004
TRC 2004/532

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Momenteel vindt een evaluatie plaats van de Meststoffenwet. De staatssecretaris van VROM en ik hebben al meerdere malen in contacten met uw Kamer naar deze lopende evaluatie verwezen. Met deze brief wil ik u kort de inhoud en opzet van deze evaluatie schetsen en het tijdpad waarlangs deze evaluatie verloopt.

datum
29-01-2004

kenmerk
DL. 2004/214

bijlage

In de Evaluatie Meststoffenwet 2004 (EMW2004) wordt, terugkijkend (ex post evaluatie), de werking van de Meststoffenwet tot nu toe beoordeeld en, vooruitkijkend (ex ante evaluatie), een aantal beleidsopties voor toekomstige regelgeving.
In de ex post evaluatie wordt gekeken wordt naar de doelbereiking, doeltreffendheid en doelmatigheid van de Meststoffenwet. Meer concreet wordt onder andere gekeken naar de effecten in het milieu, de gevolgen voor bedrijfsleven en de doelmatigheid van de uitvoering. Met de uitspraak van het Europese Hof van Justitie heeft het ex ante deel van de evaluatie sterk aan belang gewonnen. Voor de inrichting van toekomstige wet- en regelgeving is een evaluatie van verschillende beleidsopties voor de invulling van het stelsel van gebruiksnormen van groot belang. In de EMW2004 worden deze opties beoordeeld op onder andere te verwachten milieueffecten, de gevolgen voor de verschillende sectoren en de gevolgen voor het nationale mestoverschot. Daarnaast vindt een ex ante evaluatie plaats van instrumenten voor het beperken van de totale productie van mest in Nederland (keuze mestafzetovereenkomsten - productierechten). Ook wordt met het oog op toekomstig beleid aandacht besteed aan de aanwijzing van fosfaatfixerende/fosfaatarme gronden; de problematiek van de fosfaatverzadigde gronden; de aanwijzing van de droge zandgronden (inclusief effecten van meetdiepte en denitrificatie).

De evaluatie wordt uitgevoerd door het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), LEI en Expertisecentrum-LNV (EC-LNV). Het onderzoek wordt begeleid door een stuurgroep waarin naast vertegenwoordigers van de departementen van LNV, VROM en VenW ook IPO, Unie van Waterschappen, LTO Nederland en Stichting Natuur en Milieu vertegenwoordigd zijn.

De evaluatieresultaten zullen op 15 april worden gepubliceerd. Ik zal uw Kamer onmiddellijk daarna informeren over de resultaten. De conclusies uit deze evaluatie vormen belangrijke bouwstenen voor het nader overleg met de Europese Commissie over de normstelling in het nieuwe gebruiksnormenstelsel 2006 en verder, en voor de vormgeving van het nieuwe stelsel.
Met de onderzoeksinstellingen is afgesproken dat enkele bijeenkomsten worden gehouden waarin opzet en voorlopige resultaten door de onderzoekers aan maatschappelijke organisaties worden gepresenteerd en met hen besproken. Dat past in mijn streven om een evaluatie als deze zo transparant mogelijk uit te voeren.
Deze bijeenkomsten zullen binnenkort plaatsvinden.

Pas na de definitieve presentatie van de resultaten op 15 april a.s. zal ik tezamen met de staatssecretaris van VROM mijn eigen conclusies trekken.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

PDF-versie van de brief

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel
Evaluatie Meststoffenwet 2004 (PDF-formaat, 32 Kb)


---