dit is een persbericht van de commissie evaluatie staatsbosbeheer, 3
februari 2004
De doelen van de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer zijn nog niet
gehaald, maar de ontwikkelingen zijn sinds de verzelfstandiging in de
goede richting gegaan. Voor een verdere goede ontwikkeling van
Staatsbosbeheer moet deze organisatie meer los komen te staan van het
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Dit is in het kort de bevinding van de Commissie Evaluatie
Staatsbosbeheer die in opdracht van de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit verzocht is advies uit te brengen over de
resultaten van het verzelfstandigingsproces van Staatsbosbeheer. Het
rapport van de Commissie is vandaag door mw. Mr. E.M.A. Schmitz,
voorzitter van de Commissie, aangeboden aan Minister dr. C. J. Veerman
van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit.
In haar rapport geeft de Commissie aan dat zij van mening is dat de
gewenste doelmatigheid- en efficiencyverbetering van Staatsbosbeheer
niet aantoonbaar is, maar dat de voorwaarden ervoor aanwezig zijn c.q.
er aan gewerkt wordt om ze te creëren. De vermaatschappelijking is
door Staatsbosbeheer voortvarend ter hand genomen, maar is zeker niet
afgerond. De wenselijke vergroting van de eigen inkomsten, naast de
bijdrage van de overheid, is niet significant gerealiseerd. De
Commissie vraagt zich daarbij af of de tijd voor het realiseren van
deze doelen sinds de verzelfstandiging niet te kort is geweest.
Mogelijke oorzaken voor het nog niet bereiken van de doelen vinden
mede hun oorsprong in de cultuur van de organisatie en het
onvoldoende benutten van de ruimte die de wet biedt.
De Commissie vindt dat de ontwikkelingen bij Staatsbosbeheer in de
afgelopen periode in de juiste richting zijn gegaan, maar vindt dat
er enkele wezenlijke veranderingen moeten worden aangebracht, willen
de oorspronkelijke doelstellingen van de verzelfstandiging bereikt
worden. Zo dient Staatsbosbeheer zelfstandiger en op meer afstand van
het Ministerie te staan teneinde de doelstellingen van de wet te
realiseren, waarbij de rol, taken en verantwoordelijkheden van de Raad
van Toezicht ook wettelijk verankerd moeten worden verbreed tot het
toezicht houden op de integrale bedrijfsvoering.
Verder adviseert de Commissie dat sponsoring actiever moet worden
opgepakt en dat de te bereiken doelen op het gebied van
vermaatschappelijking dienen te berusten op meetbare prestaties. Het
Ministerie van LNV dient Staatsbosbeheer meer gelijk te behandelen als
de andere natuurterreinbeheerders, zodat SBB meer als zelfstandige
onderneming in de markt zal gaan opereren. Zo wordt de
vergelijkbaarheid tussen verschillende terreinbeheerders eenvoudiger
en wordt meer inzicht in de efficiency verkregen. Daarnaast zal de
Minister van LNV duidelijk dienen aan te geven welke rol
Staatsbosbeheer vervult bij ruimtelijke ontwikkelingen in het
landelijke gebied.
Aanleiding voor het uitvoeren van de evaluatie is artikel 32 van de
Wet Verzelfstandiging Staatsbosbeheer waarin is bepaald dat de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit binnen vijf jaar na
inwerkingtreding van de wet (1 januari 1998) en vervolgens telkens na
vier jaar - aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van
Staatsbosbeheer doet toekomen. In dat kader is een onafhankelijke
Commissie Evaluatie Staatsbosbeheer ingesteld door de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Hij heeft de Commissie verzocht
advies uit te brengen over de resultaten van het
verzelfstandigingsproces van Staatsbosbeheer.
De Commissie bestond naast de voorzitter mw. Mr. E.M.A. Schmitz uit de
heer mr. P.A. Nouwen en de heer R.M.W.J. Nas. Minister Veerman heeft
het rapport in ontvangst genomen en aangegeven dat hij het rapport
vandaag nog met een brief aan de beide Kamers van de Staten-Generaal
zal aanbieden. In deze brief kondigt hij aan dat hij voor 1 mei 2004
zijn reactie op het rapport aan de Kamer zal sturen.
Staatsbosbeheer