30 jan 2004
Commissie voor Cultuur, Media en Sport dringt aan op debat over verhouding
raad van bestuur - top VRT
Er moet een debat komen over de verhouding tussen de raad van bestuur
en de top van de VRT. Dat is de conclusie van de Commissie voor
Cultuur, Media en Sport na een interpellatie aan minister van Media
Marino Keulen (VLD) door Carl Decaluwe (CD&V) vandaag donderdag 29
januari..
Op 15 december 2003 besliste de raad van bestuur van de VRT om een
ondernemingsplan uit te werken voor de oprichting van een facilitaire
vennootschap, die onder meer de toekomstige investeringen in materiaal
en uitrusting zal verwerven om ze vervolgens aan de VRT ter
beschikking te stellen. De verdere digitalisering van de VRT zal
nieuwe investeringen in apparatuur en outillage noodzakelijk maken.
Die nieuwe investeringen zullen een stijging van de onroerende
voorheffing veroorzaken. Gezien haar locatie is de VRT die aan het
Brussel Hoofdstedelijk Gewest (BHG) verschuldigd. De oprichting van de
facilitaire vennootschap is bedoeld om de kosten van die onroerende
voorheffing te minimaliseren. Dat kan de VRT een besparing en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest minder inkomsten van 2,8 miljoen euro
opleveren, rekende Carl Decaluwe voor.
De CD&V-fractie heeft principiële bezwaren tegen een dergelijke
fiscale operatie. Die mag dan al volkomen wettelijk zijn, een publieke
vennootschap als de VRT moet toch een voorbeeldfunctie vervullen op
het vlak van fiscaliteit, zo luidt de redenering. Decaluwe noemt het
fiscaal onethisch dat de ene overheid (de VRT) de andere (het BHG)
omzeilt. Hij vraagt zich af of er, in het huidige gespannen
mediaklimaat, nog een dergelijke constructie moet worden opgezet, op
een moment dat de VRT 'op een berg geld zit'. Als men dit soort
operaties goedkeurt, kan men er dan nog bezwaar tegen uiten dat een
commerciële omroep naar Luxemburg uitvlagt? CD&V beschouwt de operatie
ook als een eerste stap in de richting van de filialisering van de
VRT, waardoor de beslissingsbevoegdheid van haar raad van bestuur
verder dreigt uitgehold te worden.
Volgens minister Keulen wil de VRT met de, volkomen legale, oprichting
van een facilitaire vennootschap haar activa transparant en zo zuinig
mogelijk beheren. Dat is trouwens de opdracht van beheerders van een
NV als de VRT. De minister betwist dat de bevoegdheid van de raad van
bestuur wordt ondergraven. Hij wacht het finale voorstel van de
directie af. De minister is wel bereid een gesprek aan te gaan over de
verhouding tussen de raad ven bestuur en de top van de VRT. Het is
belangrijk dat de controle door de overheid bewaakt wordt en
tegelijkertijd de werkbaarheid van de VRT bewaard, aldus nog de
minister.
Vlaams Parlement