European Commission

IP/04/128

Brussel, 29 januari 2004

Vogel- en Habitatrichtlijn: de Commissie neemt gerechtelijke stappen tegen acht lidstaten

De Europese Commissie neemt gerechtelijke stappen tegen acht lidstaten om de biodiversiteit in Europa te beschermen en te behouden. De lidstaten in kwestie zijn Luxemburg, België, Italië, Oostenrijk, Spanje, Ierland, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. Deze lidstaten hebben op verschillende manieren niet gezorgd voor een afdoende bescherming van in het wild levende vogels, habitats en soorten die in het kader van de Habitat- en de Vogelrichtlijn van de EU worden beschermd. België, Luxemburg en Italië worden verzocht eerdere arresten van het Hof na te leven. Gebeurt dit niet, dan kan dit leiden tot aanzienlijke boetes voor deze lidstaten. Spanje, Ierland, Oostenrijk en Griekenland worden voor het Hof van Justitie gedaagd voor een aantal inbreuken op de twee richtlijnen.

In haar commentaar op de besluiten zei Milieucommissaris Margot Wallström: "De lidstaten hebben toegezegd het verlies aan biodiversiteit in de EU tegen 2010 een halt toe te roepen(1) . Willen zij dit doel bereiken, dan moeten zij hun nationale wetgeving uitbreiden en hun praktijken inzake natuurbehoud verbeteren. De grootste bedreiging voor de biodiversiteit is de mens. Door onze activiteiten dragen wij bij tot het verlies van habitats en soorten. Onze grote richtlijnen inzake natuurbescherming moeten deze tendens tegengaan. Maar dat kan alleen als zij volledig en correct door alle lidstaten worden uitgevoerd."

België

Op 27 februari 2003 oordeelde het Hof van Justitie dat België niet had voldaan aan het bepaalde in de Vogelrichtlijn met betrekking tot speciale beschermingszones (SPA's) voor in het wild levende vogels in Vlaanderen (zaak C-415/01). Meer bepaald ontbrak er wetgeving waarin de grenzen van SPA's worden omschreven en waarmee de vereiste wettelijk bindende beschermingsregeling voor SPA's tot stand wordt gebracht. Aangezien België de Commissie nog steeds niet heeft geïnformeerd over hoe het aan het arrest van het Hof wil voldoen, heeft de Commissie het land een eerste schriftelijke aanmaning gezonden. Gebeurt dit niet, dan kunnen er boetes aan België worden opgelegd.

Luxemburg

Op 13 Februari 2003 oordeelde het Hof van Justitie dat de wetgeving ter uitvoering van de Habitatrichtlijn in Luxemburg in verscheidene belangrijke opzichten ontoereikend was (zaak C-75/01). Meer bepaald worden in de de Luxemburgse wetgeving de definities van de Richtlijn onvoldoende overgenomen.

Er zijn ook niet genoeg regels om het behoud van habitats of de bescherming van soorten, zoals uiteengezet in de Richtlijn, te verzekeren. Aangezien deze tekortkomingen nog niet zijn rechtgezet, heeft de Commissie Luxemburg een laatste schriftelijke aanmaning gezonden om het arrest van het Hof na te leven. Gebeurt dit niet, dan kunnen er boetes aan Luxemburg worden opgelegd.

Verenigd Koninkrijk

De Commissie heeft het Verenigd Koninkrijk een laatste schriftelijke aanmaning gezonden omdat zijn wetgeving ter uitvoering van de Habitat- en de Vogelrichtlijn niet streng genoeg is met betrekking tot de handel in in het wild levende vogels en soorten. De richtlijnen verbieden de handel in beschermde vogels en soorten, maar de wetgeving van het VK heeft alleen betrekking op beschermde soorten waarvan het natuurlijke leefgebied ook Groot-Brittannië omvat. Voorts vallen bepaalde soorten vederwild helemaal niet onder het handelsverbod. De Britse autoriteiten hebben beloofd nieuwe wetgeving vast te stellen, maar de Commissie heeft deze nog niet ontvangen.

Spanje

De Commissie heeft besloten Spanje voor het Hof van Justitie te dagen omdat het land het gebruik van niet-selectieve vangmethodes, zoals strikken, toelaat om het aantal vossen te beperken. Deze praktijk is in het kader van de Habitatrichtlijn verboden. De Commissie vreest dat met deze methodes ook bepaalde in het kader van de Habitatrichtlijn strikt beschermde soorten, zoals de Iberische Lynx, worden gevangen.

Italië

Op 20 maart 2003 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat Italië, omdat een groot aantal gebieden niet als speciale beschermingszone (SPA) voor in het kader van de Vogelrichtlijn beschermde vogelsoorten en van andere trekvogels die geregeld op het Italiaanse grondgebied komen, zijn verplichtingen in het kader van de Vogelrichtlijn niet nakomt. Terwijl Italië grote vooruitgang heeft geboekt bij de aanwijzing van gebieden en het verstrekken van informatie daarover, is het algemene netwerk nog steeds zeer ontoereikend. De regio's Lombardije en Sardinië blijven het meest in gebreke: 25 belangrijke vogelgebieden in Lombardije en nog eens 16 in Sardinië worden helemaal niet beschermd. Aangezien deze tekortkomingen nog moeten worden rechtgezet, heeft de Commissie Italië een eerste schriftelijke aanmaning gezonden om het arrest van het Hof na te leven. Gebeurt dit niet, dan kunnen er aanzienlijke boetes aan Italië worden opgelegd.

De Commissie heeft Italië ook een laatste schriftelijke aanmaning gezonden na onderzoek van een klacht betreffende een project voor de ontwikkeling van een het skigebied in Moso in Passiria in de provincie Bolzano. Het gebied is erkend als gebied van groot belang in het kader van de Habitatrichtlijn en een SPA in het kader van de Vogelrichtlijn. Dit project kan een negatief effect op het gebied hebben. De Commissie heeft Italië reeds een eerste schriftelijke aanmaning gezonden wegens inbreuken op de Habitat- en de Vogelrichtlijn maar heeft nog geen reactie van de Italiaanse autoriteiten ontvangen.

De Commissie heeft Italië nog een laatste schriftelijke aanmaning gezonden na onderzoek van een klacht betreffende het onttrekken van water aan het Trasimenomeer in Umbrië voor gebruik in de landbouw en als drinkwater. Het Trasimenomeer is een SPA, maar ook de bepalingen inzake het behoud van natuurlijke habitats zijn erop van toepassing. Tengevolge van de onttrekking van water is het waterpeil van het meer gedaald, hetgeen op zijn beurt heeft geleid tot een verslechtering van habitats en de bedreiging van soorten die in en rond het meer leven. De Italiaanse autoriteiten hebben een aantal maatregelen getroffen, waaronder een plan voor het Trasimenomeer waarmee wordt beoogd het ecosysteem van het meer en de oevers ervan te herstellen en te beschermen. De maatregelen hebben de daling van waterpeil vertraagd, maar de Italiaanse autoriteiten hebben geen informatie gegeven over een tijdschema voor verdere correctieve maatregelen noch over de financiering van andere maatregelen om de kritieke situatie te verbeteren.

Ierland

De Commissie heeft besloten Ierland voor het Europees Hof van Justitie te dagen omdat het geen voldoende aantal speciale beschermingszones (SPA's) voor in het wild levende vogels heeft aangewezen en geen voldoende bescherming biedt van gebieden die de SPA-status hebben of vereisen. Wat betreft het percentage van het nationaal grondgebied dat beschermd is, heeft Ierland momenteel het tweede kleinste netwerk van SPA's in de EU. Terwijl het Ierse netwerk een oppervlakte bestrijkt dat overeenstemt met 3% van zijn nationaal grondgebied bedraagt het EU-gemiddelde 8%. Verscheidene bedreigde en kwetsbare vogelsoorten, zoals de kwartelkoning, de alpenkraai en de blauwe kiekendief, worden door de maatregelen ter bescherming van gebieden in Ierland onvoldoende beschermd.

Oostenrijk

De Commissie heeft besloten Oostenrijk voor het Europees Hof van Justitie te dagen met betrekking tot een project voor de aanleg van een weg in de speciale beschermingszone (SPA) 'Lauteracher Ried' (Vorarlberg). Na onderzoek van een klacht constateerde de Commissie dat de Oostenrijkse autoriteiten de grenzen van deze SPA niet correct hadden omschreven. De Commissie besloot dat twee gebieden, bekend als 'Soren' en 'Gleggen', die belangrijk zijn voor de kwartelkoning en andere weidevogels, ten onrechte buiten de SPA vielen en dat de Oostenrijkse autoriteiten de relevante EU-wetgeving op het gebied van natuurbehoud niet correct hadden toegepast toen zij het wegproject toestonden. De Oostenrijkse reactie op de laatste schriftelijke aanmaning van de Commissie was niet bevredigend en daarom is besloten tot een dagvaarding voor het Hof.

Griekenland

De Commissie heeft besloten Griekenland voor het Europees Hof van Justitie te dagen omdat het de lagune van Messolonghi-Aitolikon, in de prefectuur Aitoloakarnania, een wetland dat internationaal als een belangrijke habitat voor wilde vogels wordt gezien, onvoldoende beschermt. Het vereiste juridische kader voor een afdoende bescherming van de lagune is nog steeds niet tot stand gebracht.

De Commissie heeft Griekenland ook een laatste schriftelijke aanmaning gezonden omdat het een ander internationaal erkend wetland, het Koroniameer in de prefectuur Thessaloniki, niet afdoende beschermt. Het meer heeft sterk te lijden van grootschalige wateronttrekking voor irrigatiedoeleinden.

Het heeft ook af te rekenen met lozingen van nutriënten, zware metalen en andere verontreinigende stoffen door industrieën in de omgeving. De Commissie is van mening dat Griekenland geen passend wettelijk beschermingskader tot stand heeft gebracht en geen adequate maatregelen heeft getroffen om de achteruitgang van het meer te voorkomen. Griekenland is verplicht dit te doen uit hoofde van de richtlijnen betreffende in het wild levene vogels, habitats en gevaarlijke stoffen in water(2)
.

Griekenland heeft ook een laatste schriftelijke aanmaning gekregen omdat het onvoldoende bescherming biedt aan een zeldzame slangensoort, de Vipera schweizeri. Maar vooral heeft Griekenland geen effectief systeem opgezet voor de strikte bescherming van de Vipera schweizeri op het eiland Milos. Dergelijke maatregelen zouden de soort tijdens zijn de broedtijd hebben beschermd en iedere activiteit hebben verhinderd die de broedplaatsen ervan kunnen bedreigen of vernietigen.

Achtergrond:
Vogelrichtlijn

De vogelrichtlijn is het oudste stuk EU-wetgeving(3) inzake natuurbehoud. Zij houdt een algemene regeling in voor de bescherming van in het wild levende vogelsoorten in de EU. Deze regeling bestaat uit een aantal afzonderlijke maar verwante componenten. Een daarvan heeft betrekking op het behoud van habitats en bevat de eis dat SPA's voor trekvogels en andere kwetsbare in het wild levende vogelsoorten worden aangewezen. Een tweede bestaat uit een reeks verbodsmaatregelen voor activiteiten die direct bedreigend zijn voor vogels (zoals de bewuste vernietiging van nesten en het rapen van eieren) en aanverwante activiteiten zoals de handel in levende of dode vogels. Een derde component legt regels vast waarbij het aantal soorten dat kan worden bejaagd en de periode waarin zij kunnen worden bejaagd worden beperkt (perioden waarin de vogels het meest kwetsbaar zijn - zoals de trek terug, reproductie en het grootbrengen van jonge vogels - mogen niet binnen de jachtseizoenen vallen). De regels omschrijven ook bepaalde toegestane jachtmethoden (bijvoorbeeld niet-selectieve jachtmethoden). Voor de tweede en de derde component kunnen afwijkingen worden verleend op voorwaarde dat aan strikte vereisten wordt voldaan en dat geen andere bevredigende oplossing mogelijk is.
Habitatrichtlijn

De Habitatrichtlijn(4)
zorgt voor een algemene beschermingsregeling voor een aantal dieren en planten en een selectie van habitattypes. Zij voorzag in de totstandbrenging tegen juni 1998 van een netwerk van beschermde gebieden, bekend als Natura 2000, waarin zowel in het kader van de vogelrichtlijn aangewezen SPA's als in het kader van de Habitatrichtlijn door de lidstaten voorgestelde gebieden moesten worden opgenomen.

De door de lidstaten voorgestelde gebieden moeten op wetenschappelijke criteria en wetenschappelijke informatie zijn gebaseerd. Alle gebieden in het netwerk moeten de vastgestelde beschermingsmaatregelenen eerbiedigen.

Dat zijn ondermeer een voorafgaande beoordeling van potentieel schadelijke plannen en projecten, de eis dat deze plannen en projecten alleen worden goedgekeurd als zij van groot openbaar belang zijn en er geen alternatieve oplossing bestaat, en maatregelen om bij schade voor compenserende habitats te zorgen. Zodra dit netwerk volledig tot stand is gebracht, moet het ervoor zorgen dat de beste voorbeelden van natuurlijke habitats en gebieden in de EU waar zeldzame en bedreigde planten- en diersoorten voorkomen, afdoende worden behouden en beschermd. De Habitatrichtlijn is de voornaamste bijdrage van de EU tot de bescherming van de biodiversiteit in de wereld. Naast de totstandbrenging van Natura 2000, voorziet de Habitatrichtlijn in een verbod op de aantasting van broed- en rustplaatsen voor bepaalde diersoorten. Afwijkingen kunnen worden verleend, maar enkel onder strenge voorwaarden.

Gerechtelijke procedure

Artikel 226 van het Verdrag verleent de Commissie bevoegdheden om gerechtelijke stappen te ondernemen tegen een lidstaat die zijn verplichtingen niet is nagekomen. Als de Commissie van oordeel is dat er sprake kan zijn van een inbreuk op EU-wetgeving die de inleiding van een inbreukprocedure rechtvaardigt, zendt zij een eerste "schriftelijke aanmaning" aan de betrokken lidstaat met het verzoek om tegen een bepaalde datum - meestal binnen twee maanden - opmerkingen in te dienen.

In het licht van het antwoord van de betrokken lidstaat of het ontbreken daarvan, kan de Commissie besluiten een "met redenen omkleed advies" (tweede schriftelijke aanmaning) tot de lidstaat te richten. Daarin wordt duidelijk en definitief uiteengezet waarom zij van mening is dat er een inbreuk op het EU-recht is geweest en wordt de lidstaat verzocht om binnen een bepaalde periode, meestal twee maanden, zijn verplichtingen na te komen.

Als de lidstaat geen gevolg geeft aan het met redenen omklede advies, kan de Commissie besluiten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie.

Artikel 228 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om op te treden tegen een lidstaat die een eerder arrest van het Europese Hof van Justitie niet naleeft. Het artikel staat de Commissie ook toe het Hof te vragen de betrokken lidstaat een geldboete op te leggen.

Voor de recentste gegevens over inbreuken in het algemeen zie:

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h tm#infractions

(1)
Besluit van de Europese Raad in Göteburg van juni 2001 om het verlies aan biodiversiteit in de EU tegen 2010 tegen te gaan.

(2)
Richtlijn 76/464/EEG van de Raad betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd

(3)
Richtlijn 79/409/EEG van de Raad inzake het behoud van de vogelstand.

(4)
Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.