DOKTERS VAN DE WERELD
Aanslag op Palestijnse Rode Halve Maan in de Gaza strook
De medische humanitaire organisatie, Dokters van de Wereld, werkt in
de Gaza strook samen met de noodhulp diensten van de Palestijnse Rode
Halve Maan (PRCS). Het team van Dokters van de Wereld was in de morgen
van 28 januari 2004 getuige van het onder vuur nemen van een
Palestijnse Rode Halve Maan ambulance door het Israëlische leger dat
een inval deed in het zuidoosten van Gaza. De aanslag gebeurde op het
moment dat de ambulance bezig was met het uitvoeren van een
reddingsoperatie.
Bij het aanbreken van de dag drongen Israëlische tanks en militaire
voertuigen uit de kolonistenvestiging Netzarim het gebied van Zeitoun
binnen, één van de zuidoostelijke buitenwijken van Gaza. Rond 7.30 uur
werd een ambulance van de Palestijnse Rode Halve Maan in Gaza
opgeroepen om de gewonden te verzorgen. De ambulance medewerkers wilde
op enkele meters afstand van gewapende Israëlische militairen twee
gewonden verzorgen. Op het moment dat de medewerkers de slachtoffers
benaderden, werd de ambulance beschoten vanuit Israëlische voertuigen.
De kogels doorboorden de voorruit van de ambulance.
De bestuurder van de ambulance is lichtgewond geraakt door de
rondvliegende glasscherven. De ambulance medewerker en de bestuurder
waren uiteindelijk in staat om de gewonden te verzorgen, nadat zij
zichzelf een tijd schuil hadden gehouden.
Beide medewerkers en de rest van het team van Dokters van de Wereld
bevestigen dat hun ambulance ten alle tijd herkenbaar was met sirenes
en zwaailichten. Nadat de ambulance de plek van aanslag verliet,
ontstonden in het gebied twee branden.
Dezelfde ochtend, tijdens de inval van het Israëlische leger, zijn
vijf gewonden verzorgd en zes omgebrachte Palestijnen vervoerd door de
Palestijnse Rode Halve Maan ambulance medewerkers. Voor zover bekend
zijn er tenminste 8 Palestijnen gedood en 7 Palestijnen gewond
geraakt. Dokters van de Wereld veroordeelt deze aanvallen, zoals die
zijn uitgevoerd op het medische personeel en hun voertuig, sterk.
Dergelijke acties zijn grove schendingen van het humanitaire recht,
vooral ten aanzien van de 4e conventie van Genève betreffende de
bescherming van burgerbevolking (art. 18, 20 en 21).
-----------------------------------------