European Commission

P/04/16

Brussel, 28 januari 2004

5692/04 (Presse 34)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de oprichting van de nationale raad voor de mensenrechten in Egypte

De Europese Unie is verheugd dat de Shura (consultatieve raad) van het Parlement van de Arabische Republiek Egypte de leden heeft benoemd van de nationale raad voor de mensenrechten, alsmede dat de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de heer Boutros Boutros Ghali, is benoemd tot voorzitter van de nationale raad, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor de uitvoering van de wet tot instelling van deze raad.

De Europese Unie maakt tevens van deze gelegenheid gebruik om de heer Boutros Boutros Ghali te feliciteren met zijn benoeming in deze belangrijke nationale raad voor de mensenrechten, en wenst hem alle succes toe in zijn nieuwe ambt.

De Unie verheugt zich erover dat Egypte met de oprichting van de raad op concrete wijze blijk geeft van zijn bereidheid om de mensenrechten te bevorderen en te beschermen, en is ervan overtuigd dat de onafhankelijkheid en de grote bekwaamheid van de leden zullen bijdragen tot de geloofwaardigheid van het mensenrechtenbeleid van Egypte.

De Europese Unie en Egypte zijn begonnen aan een allesomvattende dialoog, die een onderdeel vormt van de spoedig te bekrachtigen associatieovereenkomst, over alle onderwerpen die voor beide partijen van belang zijn. In de geest van deze dialoog verklaart de Europese Unie ten volle te willen samenwerken met de heer Boutros Boutros Ghali en zijn collega's, en op de meest passende en doeltreffende wijze te willen bijdragen tot de bevordering van de belangrijke doelstellingen die hun door het Parlement van de Arabische Republiek Egypte zijn toevertrouwd.

De toetredende landen Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië, de kandidaat-lidstaten Bulgarije, Roemenië en Turkije, de landen van het stabilisatie- en associatieproces, de potentiële kandidaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Servië en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, sluiten zich bij deze verklaring aan.


________________________