(21 nov) Aanleiding oprichting KNMI 150 jaar geleden
Op 31 januari 2004 is het 150 jaar geleden dat het KNMI werd opgericht.
Hier is een hele geschiedenis aan voorafgegaan, waarbij de maritieme conferentie in
Brussel in 1853 een belangrijke rol heeft gespeeld. (zie ook: WMO Persbericht
(Engels))
Achtergrond
Brussel 1853: Maritieme Conferentie
door Kees Dekker, KNMI
Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat het KNMI werd opgericht. Om
precies te zijn op 31 januari 1854. Aan deze oprichting is een hele
geschiedenis voorafgegaan waarbij een maritieme conferentie in Brussel, van
23 augustus tot begin september 1853 een niet onbelangrijke rol heeft
gespeeld. In november wordt dit feit, 150 jaar geleden, in Brussel herdacht.
Niet alleen voor het KNMI, vooral voor de scheepvaart was dit een hele
belangrijke conferentie, een herdenking waard.
Buys Ballot maakt kennis met de meteorologie
We pakken de draad op in 1835. Buys Ballot, geboren
op 10 oktober 1817 in Kloetinge, waar zijn vader
predikant was, wordt als 17-jarige ingeschreven als
student in de letteren aan de Hogeschool in Utrecht.
Hoewel hij zijn studie der letteren tot zijn
kandidaatsexamen op 20 juni 1838 heeft voortgezet
deed hij al in 1836 een kandidaatsexamen in wis- en
natuurkunde. (magna cum laude) Vooral professoren als
R. van Rees (natuurkunde en astronomie) en J.F.L.
Schröder (wiskunde) hebben een grote invloed op de
jonge Buys Ballot gehad.
De eerste kennismaking met de meteorologie dateert
uit de periode 1839 tot 1843 als hij Van Rees
assisteert bij waarnemingen op de Smeetoren in
Utrecht en bij waarnemingen die op buitenlandse
aansporing om de drie maanden, n.l. op 21 maart, 21
juni, 21 september en 21 december werden verricht.
Waarschijnlijk is hierdoor al de gedachte van de
noodzaak van internationale samenwerking op
meteorologisch gebied ontstaan.
De eerste mijlpaal naar het KNMI
In 1847 maakt Buys Ballot een belangrijke reis. Samen met zijn studiegenoot
, vriend en latere medeoprichter van het KNMI Krecke bezoekt hij in dat jaar
het Observatorium in Brussel. Dit bezoek versterkte hen in de wens om iets
dergelijks ook in Utrecht te realiseren. Deze gelegenheid deed zich al snel
voor: door het overlijden van de gewezen stadsarchitect Van Embden kwam het
gebouw Sonnenborgh vrij en Buys Ballot wist de beschikking over dit gebouw
te krijgen. Dr Krecke zegde zijn baan als leraar in Nijmegen op en 1
december 1848 werd de waarnemingsreeks aangevangen. Het verkrijgen van
Sonnenborgh en de start van de waarnemingen samen met Krecke zijn
belangrijke stappen in de aanloop naar de oprichting van het KNMI.
Een andere belangrijke stap was de maritieme conferentie in 1853 in Brussel,
nu 150 jaar geleden. In de aanloop naar deze conferentie komen twee andere
belangrijke personen op de proppen, n.l. luitenant ter zee M.H. Jansen en de
Amerikaanse zeeofficier M.F. Maury. Ook op zee werden (sporadisch)
waarnemingen gedaan en vermeld in de scheepsjournalen (al in de VOC tijd
gebeurde dit). Jansen onderkende het belang van deze waarnemingen voor de
zeilvaart en wilde, in navolging van landwaarnemingen, deze gebruiken om
meer te kunnen leren en begrijpen van het weer, de wind en de zeestromingen.
Scheepvaart en zeeofficier Maury
Ook Buys Ballot zocht contact met de scheepvaart. In 1852 werd in overleg
met het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte
(opgericht in 1769) een circulaire aan reders en gezagvoerders gezonden met
als gevolg dat Buys Ballot een veertigtal journalen ontving. Uit deze
journalen kon al de conclusie worden getrokken dat men bij de vaart naar
Nederlands Indië niet te dicht onder de zuidpunt van Afrika moest blijven.
Ongeveer in dezelfde tijd dat Buys Ballot begon met het verzamelen van
scheepswaarnemingen deed de Amerikaanse zeeofficier M.F. Maury in Amerika
hetzelfde, en ook Maury trok daar conclusies uit. Dank zij de steun van de
Amerikaanse regering kon Maury de Sailing Directions (adviezen aan
zeevarenden gebaseerd op waarnemingen over wind en stromingen) laten
drukken. Deze Sailing Directions werden in een handige vorm gedrukt en
uitgereikt als beloning voor de medewerkenden schepen. De uitreiking op 7
mei j.l van onderscheidingen aan scheepvaartofficieren door de
staatssecretaris past dus perfect in een traditie van ruim 150 jaar. Jansen
bezocht Maury in Wasington en kwam terug met het verzoek van Maury om ook de
beschikking te krijgen over de Nederlandse waarnemingen. De briefwisseling
tussen Jansen, Buys ballot en Maury leidde ertoe dat ook in Nederland de
Sailing Directions werden ontvangen. Dit is het sein voor Jansen om in
scheepvaartkringen een grootse campagne te starten om deze te bewegen mee te
werken aan de plannen van Maury en Buys Ballot.
De tweede mijlpaal
Het gaat daarna erg snel. Buys Ballot doet op 19 juli 1852 aan de minister
van Binnenlandse Zaken het voorstel om een Meteorologisch Instituut op te
richten. Jansen gaat, in overleg met Buys Ballot, zijn eigen weg en verzoek
de minister van Marine om een zeeofficier (net als Maury waar Jansen een
enorme bewondering voor had) te belasten met het bewerken van journalen om
vervolgens de resultaten naar Maury te sturen opdat deze ze kan opnemen in
de Sailing Directions.
België is het eerst
Nederland is niet het eerste land waar een meteorologisch Instituut wordt
opgericht. Al in 1826 houdt het astronomisch observatorium zich al bezig met
meteorologie. (Omdat dat België toen nog onderdeel van Nederland was zouden
we toch kunnen claimen dat we eerste waren) Berlijn 1847, Rusland 1849,
Oostenrijk 1851, gingen ons voor Groot Brittanië en Portugal startten
eveneens in 1854.
KNMI als datacentrum
Wat Nederland uniek maakt is het plan van Buys Ballot om van Utrecht een
centrum te maken van waaruit waarnemingen van geheel Europa, later heel de
wereld, zouden worden verzameld en bewerkt. Jansen heeft de overtuiging dat
de afdeling Zeevaart niet te Utrecht thuishoort, maar in den Haag bij
Marine, al zouden alle uitkomsten wel naar Utrecht gezonden moeten worden.
In januari 1853 bezocht de minister van Binnenlandse Zaken (Thorbecke)
Utrecht en de woning van Dr Krecke van waaruit de waarnemingen werden
verzorgd. Mede dank zij het werk van Maury en zijn Sailings Directions
konden Buys Ballot en Krecke de minister gemakkelijk overtuigen van het nut
van een Meteorologisch Instituut. Op 10 juni 1853 werd van Maury het bericht
ontvangen dat aan alle gouvernementen uitnodigingen waren verstuurd om deel
te nemen aan een maritieme conferentie in Brussel met de mededeling dat aan
iedereen die zich bereid verklaarde om mee te werken aan het verzamelen van
scheepswaarnemingen de vijfde editie van Sailing Directions zou worden
gezonden.
Jansen wordt benoemd tot afgevaardigde naar Brussel.
Ook Buys Ballot wordt gevraagd om afgevaardigde voor
Brussel te worden, maar hij wil Jansen niet voor de
voeten lopen en ziet van deelname af. De maritieme
conferentie in Brussel had plaats van 23 augustus
tot begin september 1853, nu dus 150 jaar geleden.
Doel van de conferentie was te komen tot
internationale afspraken over het doen van
scheepswaarnemingen volgens een standaard-journaal
met bijbehorende instructies voor oorlogsschepen.
Het journaal en de instructies zouden ook moeten
gelden voor koopvaardijschepen. Jansen kon in deze
conferentie een belangrijke rol spelen, niet in de
minste plaats om zijn talenkennis. Jansen en Maury
kregen de opdracht een model voor een journaal te
ontwerpen. De bijbehorende instructies gaven veel
meer problemen, vooral over de vraag welke eenheden
gebruikt moesten worden. Uiteindelijk schrijft Maury
het eindrapport dat algemeen wordt aanvaard. Ook op
het gebied van instrumentatie worden afspraken
gemaakt. De Brussel conferentie is de eerste stap op
weg naar internationale samenwerking, waarvan niet
alleen de meteorologie maar ook de scheepvaart veel
profijt heeft gehad.
1854: het KNMI wordt opgericht
Omdat Jansen verwacht dat de eerste resultaten van deze samenwerking uit
Nederland zullen komen moet haast gemaakt worden met de oprichting van een
meteorologisch instituut. Men had de taken en verantwoordelijkheden als
volgt bedacht: De scheepsjournalen moesten worden ingezonden naar
Binnenlandse Zaken, waarna ze aan Jansen worden toegezonden voor bewerking.
Het Instituut te Utrecht krijgt dan de afschriften. Voor de rest is de taak
van het Instituut beperkt tot het verifiëren van de instrumenten en het
wetenschappelijk onderzoek. Jansen vermoedt, waarschijnlijk terecht, dat het
Instituut wel degelijk bemoeienis zal krijgen met de bewerking van de
journalen en dat een marine officier zal moeten werken onder de leiding van
Buys Ballot in Utrecht, iets wat hij waarschijnlijk maar moeilijk kon
verkroppen. Zijn droom, een onafhankelijke positie onder Marine was
vervlogen, terwijl hij bovendien ook nog naar de "vervelende" stad Utrecht
moest verhuizen. Op 31 januari 1854 wordt het KNMI in Sonnenborgh opgericht.
Buys Ballot wordt hoofddirecteur, Krecke directeur van de waarnemingen ter
land en Jansen directeur van de waarnemingen ter zee.
Hoe verging het de hoofdpersonen verder???
De teleurstelling van Jansen over zijn plaats en positie onder Buys Ballot
escaleerde al snel. Vrijwel alles wat Buys Ballot voorstelde werd door
Jansen afgekeurd. De bom barste toen Jansen zich verzette tegen de
ministeriële regel die voorschreef dat alle stukken die van het Instituut
uitgingen door Buys Ballot getekend moesten zijn. Buys Ballot, die bij
voorkeur alles in overleg wilde regelen, heeft nog geprobeerd deze
instructie te veranderen, maar slaagde daar niet in. Jansen krijgt bevel van
het Ministerie om zich aan de instructie te houden. Hij weigert, waarna in
december ontslag volgt. Een tragisch einde binnen het KNMI van een man die
net als Buys Ballot zo overtuigd was van de noodzaak van het verzamelen van
betrouwbare waarnemingen en het grote nut voor de scheepvaart.
Luitenant ter zee M.H. Jansen
Jansen was een bijzonder kleurrijk figuur. Hij werd in 1817 in Antwerpen
geboren. Bij het uitbreken van de Belgische opstand in 1830 wist hij als
dertienjarige de stad te ontvluchten en een door de Nederlanders bezet fort
te bereiken.Vandaar bereikte hij het korvet "Porsperine" waar zijn oom
commandant was. Hij monsterde aan en bleef op het schip tot november 1831.
daarna werd hij geplaatst als adelborst bij de marine, een start van een
glansrijke carrière. Hij maakte veel reizen, o.a. naar Nederlands O.I naar
de West en Noord-Amerika. Daar maakte hij kennis met Maury, iets wat
uitmondde in een langdurige vriendschap. Hij maakte na zijn kortstondige
loopbaan bij het KNMI nog een groot aantal verre reizen. Hij werd lid van de
Raad van State voor marinezaken. Ver na zijn pensionering in 1868 werd hij
in 1889 titulair benoemd tot Schout bij Nacht. Een kleurrijk en boeiend
persoon, maar gezien zijn karakter en achtergrond geen wonder dat dit botste
met de wetenschapper en domineeszoon Buys Ballot.
Dr F.W. Krecke, studievriend van Buys Ballot deed al
sinds 1848 waarnemingen in Utrecht en vervolgde zijn
carrière als directeur van de waarnemingen ter land. Hij
bewerkte deze en publiceerde erover. Krecke verliet in
1866 teleurgesteld het Instituut
Buys Ballot zelf heeft als hoofddirecteur van het KNMI
gewerkt tot aan zijn dood op 3 februari 1890. Hij was in
feite part-time directeur, want zijn hoofdfunctie was
hoogleraar. Na zijn aftreden als hoogleraar in 1888 bij
het bereiken van de zeventig jarige leeftijd blijft hij
wel tot aan zijn dood aan als hoofddirecteur van het
KNMI.
Buys Ballot heeft veel gepubliceerd. Eén van de,
achteraf, belangrijkste publicaties was in 1857 toen hij
zijn Wet van Buys Ballot publiceerde, waarschijnlijk op
3 oktober van dat jaar. Als gevolg van het
internationale pooljaar (1880), waar Buys Ballot erg
actief aan meewerkte, deed Nederland mee met een
Noordpool expeditie. Deze expeditie vond plaats in
1882/83. Het schip, de Varna, liep vast in het ijs en
ging verloren. Men ging over het ijs verder en strandde
op een klein eilandje. Dit kreeg de naam van Buys Ballot
eiland (70°24' NB 58°33' WL)
Maury
Tot slot Maury, de Amerikaan die de Brussel conferentie van 1853
organiseerde. Maury, geboren op 14 januari 1806, kreeg grote bekendheid
vanwege zijn publicaties voor de scheepvaart, vooral gebaseerd op de
bewerking van scheepswaarnemingen. Zijn faam steeg vooral als gevolg van de
resultaten van de Brussel conferentie. (Z'n 20 jaar later leidde dit tot de
oprichting van de IMO, de Internationale Meteorologische Organisatie, de
voorloper van de WMO, met Buys Ballot van 1873-1879 als eerste voorzitter).
In 1855 publiceerde Maury een boek genaamd The physical Geography of the
Seas, met gedetailleerde informatie over de Golfstroom en een enorme
hoeveelheid informatie over zeestromingen en meteorologie. In de tijd van de
zeilvaart een geweldig belangrijk boek. Mede door zijn publicaties wist men
de gemiddelde reistijd tussen Engeland en California met ca 30 dagen te
bekorten, naar Australië met ca 20 dagen en de reis naar Rio de Janeiro met
ca 10 dagen. Door velen wordt Maury beschouwd als de "vader van de
oceanografie". De grootste verdienste echter die aan Maury wordt
toegeschreven is het feit dat hij, net als Buys Ballot, zich realiseerde,
dat, als je verder wilt komen in oceanografie en meteorologie je wereldwijd
moet denken. Maury stierf op 1 februari 1873.
Met dank aan de bibliotheek van het KNMI en de heer W. Lablans
Laatste wijziging: 19 november 2003
Harry Geurts en Monique Somers, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut