Ministerie van Algemene Zaken


1red13855
2004-01-30, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER HET WAPENEMBARGO TEGEN CHINA EN HET TERUGKEERBELEID


- WAPENEMBARGO CHINA -


VAN SLOOTEN:
Heeft de koopman het weer gewonnen van de dominee?


BALKENENDE:
Dat is denk ik een hele onjuiste typering. We hebben vandaag in het kabinet over dit onderwerp gesproken. Wanneer wij zouden kiezen voor handhaving van het wapenembargo en als we daarmee als Nederland in Europa alleen zouden staan, dan denken wij dat dat heel fout gaat uitpakken. In de eerste plaats weten we dat constructieve verhoudingen met een land als China meer oplevert dan alleen maar roepen `wapenembargo' en niet meer dan dat. Het levert op dat je met elkaar on speaking terms bent. Wanneer wij nu zouden zeggen: "We hebben lak aan wat andere Europese landen doen, wij als enigen blokkeren een bepaald besluit in de Europese Unie", het gevolg is dan dat je politieke en diplomatieke problemen met een land als China zult gaan krijgen. Daar schieten we niets mee op als Nederland alleen. Het tweede is: het belast ons voorzitterschap van de EU, want we krijgen een China-EU-top, er komen bilaterale contacten met China. Die worden niet gediend met dit soort problemen met China zelf. Het belast ook de relatie met andere Europese landen. Een derde punt is: ook voor de economische betrekkingen is het gewoon niet goed. We zien gelukkig dat het Nederlandse bedrijfsleven meer en meer activiteiten verricht in China. Er zijn geweldige mogelijkheden en dan moet je dit ook niet hebben.


VAN SLOOTEN:
Dus dan wint toch de koopman van de dominee.


BALKENENDE:
Dat is echt onzin. Wanneer het gaat om het principe, het recht doen aan mensenrechten, wat hebben we dan gezien in China? Dat de mensenrechtensituatie is verbeterd t.o.v. de situatie 10- 15 jaar geleden. We zijn er nog niet, dat geef ik graag toe. Maar de vraag is of je die verbetering krijgt door alleen als Nederland te zeggen: "Wij handhaven het embargo, los van wat alle andere Europese landen doen." Dan ben je met een soort getuigenispolitiek bezig waarvan het maar zeer de vraag is of hij effectief is.


VAN SLOOTEN:
Ik snap het argument dat u geen roepende in de woestijn wilt zijn. Ik snap niet het argument van dat we voorzitter worden van de EU. Bij het stabiliteitspact zeggen we toch ook niet: "U heeft gelijk want wij worden straks voorzitter?"


BALKENENDE:
Het is van belang dat de contacten van Europa, en ook van Nederland, met China goed zijn, om meerdere redenen. Politieke, economisch, cultureel. We weten allemaal dat het van belang is dat die contacten goed zijn.


VAN SLOOTEN:
U zei net dat je je niet moet isoleren in Europa omdat we ook voorzitter worden. Dan mag je opeens nergens meer een mening over hebben.


BALKENENDE:
Natuurlijk is het zo wat betreft het stabiliteitspact dat we onze eigen lijn hebben gevaren. Wij niet alleen, er zijn ook andere landen geweest die gezegd hebben: "Pas op met het niet handhaven van bepaalde spelregels."


VAN SLOOTEN:
Dus het is niet zo dat we als Nederland ons toontje niet meer kunnen mengen omdat we voorzitter worden?


BALKENENDE:
Nederland is altijd een zelfbewust land geweest, en dat doen we nu ook. We blazen ons partijtje internationaal mee en wanneer we alleen maar zouden zeggen: "We trekken ons van andere Europese landen niets aan en wij gaan bepaalde besluiten van de Europese landen vetoën als een land alleen", dan zeg ik dat het niet goed is voor onze contacten met China en andere Europese landen en het zou ook absoluut verkeerd uitpakken voor het Europees voorzitterschap.


- TERUGKEERBELEID -


VAN SLOOTEN:
Bent u ongerust geraakt door de commotie die is ontstaan over het kabinetsbesluit van vorige week over de asielzoekers?


BALKENENDE:
Niet ongerust geraakt. Natuurlijk weet ik dat veel mensen in Nederland zich bekommeren om het lot van mensen die langere tijd hier zijn en die uiteindelijk weg zouden moeten volgens een rechterlijke uitspraak. Het kabinet is daar niet blind voor. Het kabinet was gelukkig dat er afspraken met gemeenten gemaakt konden worden dat er nu t.a.v. het terugkeerbeleid stappen gezet konden worden.


VAN SLOOTEN:
Maar CDA-wethouder Paas zei dat zij er niet op hadden gerekend dat de mensen uit de uitzendcentra na maximaal acht weken op straat terecht zouden komen en op hun bord terecht zouden komen.


BALKENENDE:
Wat volgens mij de essentie is, is dat we in overleg met gemeenten komen tot oplossingen en dat het terugkeerbeleid nu goed ter hand kan worden genomen, dat wanneer duidelijk is dat wanneer mensen niet in Nederland mogen blijven krachtens rechterlijke uitspraken, dat we dat goed gaan aanpakken. Dat betekent dat men gedurende enige tijd in de woning mag blijven in de gemeente waar men verblijft. De volgende stap wordt dan de uitzetcentra. Wanneer we die centra hebben is dat natuurlijk een stimulans om ook werk te maken dat mensen de tickets krijgen en weer terug gaan naar het land waar men vandaan is gekomen.


VAN SLOOTEN:
Maar ze komen na acht weken op straat.


BALKENENDE:
Ik wil niet te snel vooruitlopen op die discussie, want wanneer de inzet nu juist is om de komende jaren te werken aan een geloofwaardig terugkeerbeleid betekent dat dat alle partijen werk moeten maken van die terugkeer. Ik denk dat er verschillend over wordt gedacht. De groep zoals bijvoorbeeld die van wethouder Paas, ik ken hem goed, heeft oog voor met name de humanitaire aspecten. Er zijn andere groepen die juist de geloofwaardigheid van de terugkeer naar voren brengen en anderen hebben misschien heel andere opvattingen.


VAN SLOOTEN:
Maar 31 Friese gemeenten keren zich tegen het beleid.


BALKENENDE:
Je ziet bijvoorbeeld dat in sommige kleine gemeenten het vraagstuk van enkele gezinnen nog te overzien is, maar wanneer we het hebben over de totale groep, minister Verdonk heeft aangegeven dat je moet denken aan een groep van zo'n 26.000 personen, dan geloof ik niet dat je kunt zeggen: "Iedereen zal in Nederland moeten kunnen blijven" Dat zegt ook niemand. Maar als je dan tot de conclusie komt dat zo'n grote groep niet in Nederland kan blijven, gewoon op grond van rechterlijke uitspraken, dan zul je moeten werken aan geloofwaardigheid om de terugkeer mogelijk te maken. We moeten dit hele vraagstuk met wijsheid tegemoet treden. We moeten zorgen dat die groepen waarvan vastgesteld kan worden dat ze hier mogen blijven, die 2.300 die kunnen blijven, ten aanzien van de andere groepen moeten we werken aan een geloofwaardige terugkeer.


VAN SLOOTEN:
Gaat het weer een beetje met minister Verdonk?


BALKENENDE:
Ze was zelf erg blij, ik heb haar even gesproken gisteren, dat ze betrekkelijk snel weer naar huis mocht. Aanvankelijk leek het dat het wat langer zou gaan duren. Ze hoopt komende maandag weer voorzichtig te gaan beginnen en laten we hopen dat het allemaal goed met haar gaat. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)