Persbericht
Weerradars meten nu ook wind
Vanaf 31 januari gaat het KNMI naast de reguliere
windmetingen met ballonnen, op weerstations en satellieten ook windgegevens
afleiden uit de weerradar. Het Instituut beschikt over twee Doppler
radarsystemen, die na grondig wetenschappelijk onderzoek nu ook operationeel
worden voor het meten van wind. Dat betekent dat behalve de meteorologen van
het KNMI, overheid en weerbedrijven ook afnemers in de luchtvaart, recreatie
en bouw, gebruik kunnen maken van de windprofielen uit de radarsystemen. De
weerradar wordt al vele jaren gebruikt om neerslag te volgen. Door middel
van kleuren wordt aangegeven hoe groot de intensiteit is en bovendien laat
de radar zien in welke richting en met welke snelheid de buien over het land
trekken.
De windprofielen bieden daarnaast informatie over windrichting en -snelheid
op verschillende hoogtes in de atmosfeer. Zowel in het gebied rond Den
Helder als De Bilt waar de radarantennes zijn opgesteld maakt de radar ieder
kwartier een dwarsdoorsnede van het windverloop met de hoogte. Het frequent
beschikbaar komen van gedetailleerde windinformatie is een grote aanwinst
vooral bij extreem weer, dat gevaar oplevert. Zo kan de kans op windstoten
tijdens buien en bij storm beter worden ingeschat en in de weermodellen
worden verwerkt wat ten goede komt aan de kwaliteit van de
weersverwachtingen, waarschuwingen en het Weeralarm van het KNMI. Ook het
invallen van zeewind aan de kust, waardoor een stranddag de mist in gaat,
kan beter worden gevolgd. Door internationale uitwisseling kunnen ook andere
landen, met name de ons omringende, profiteren van de windprofielen boven
Nederland.
Windrichting en snelheid tot 6 kilometer hoogte. Zwart zijn gegevens bepaald
uit de Dopplerradar; blauw zijn de berekeningen van de wind volgens het
KNMI-HIRLAM weermodel.
Bijzondere mijlpaal in 150 jarig bestaan KNMI
De werking van de Dopplerradar is gebaseerd op het Dopplereffect. De
natuurkundige Johann Christian Doppler beschreef in 1842 het principe dat
een door een bron uitgezonden trilling anders wordt waargenomen als de bron
zich ten opzichte van de waarnemer beweegt.
De operationele ingebruikname van de Dopplerradar is een nieuwe mijlpaal in
het 150-jarig bestaan van het KNMI. Meteoroloog Buys Ballot, die het
Instituut op 31 januari 1854 oprichtte, testte het Dopplereffect met behulp
van musici, waaronder een hoornblazer, en een locomotief die hij op het
baanvak Utrecht-Maarssen liet rijden. "Wat voor nut deze waarnemingen geven,
zoo is er voor 's hands niet bepaalds voor aan te geven, maar men weet niet
hoe onverwacht soms eene nieuw gevonden waarheid hare toepassing vindt",
aldus Buys Ballot in 1845.
---
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of Monique
Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206317 (386). Buiten
kantooruren 06 53 214 364. e-mail: persvoorlichting@knmi.nl
Achtergrondartikel: Het muzikale Doppler-experiment van Buys ballot
Laatste wijziging: 28 januari 2004
Eerste uitgave: 28 januari 2004 PRV 04/03
Radar in het weer nader verklaard
Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut