Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Antwoorden op kamervragen over mogelijke Saoedische financiering van islamitisch radicalisme in het Westen

Vragen van het lid Wilders (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over mogelijke Saoedische financiering van islamitisch radicalisme in het Westen. (Ingezonden 4 december 2003)


1 Vraag
Herinnert u uw toezegging tijdens het algemeen overleg moslim-extremisme van 30 september 2003 om de Kamer begin november informatie toe te sturen over de Saoedische financiering van islamitisch radicalisme in het Westen? 1) Waarom is deze toezegging niet uitgevoerd?
1 Antwoord
Ja. Zoals ik tijdens het overleg reeds heb aangegeven is de problematiek van de Saoedische bemoeienis met islamitisch radicalisme in het Westen bijzonder gecompliceerd. De AIVD werkt bij het onderzoek samen met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Voor een dergelijk gedegen onderzoek, dat verschillende politiek gevoelige aspecten bevat, is tijd nodig. Vandaar dat ik de commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten op 28 november jl. schriftelijk heb laten weten dat de resultaten van een eerste verkennend onderzoek van de AIVD nog enige weken op zich zou laten wachten. Inmiddels zijn die resultaten voorhanden en zal ik deze aan de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten doen toekomen.
2 Vraag
Wilt u ervoor zorgen dat de gevraagde informatie, waarvan zou worden nagegaan welk gedeelte ervan naar de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Buitenlandse Zaken kon worden gestuurd, alsnog ruim voor de tweede termijn van het algemeen overleg moslim-extremisme op 16 december 2003 naar de Kamer wordt gezonden?
2 Antwoord
Zoals aangegeven in het antwoord op de voorgaande vraag is verder verdiepend onderzoek van de AIVD naar de Saoedische problematiek noodzakelijk. Over lopende onderzoeken kan - zonder schade voor die onderzoeken - niet in het openbaar worden gesproken. Ik heb mij daarom beraden op welke wijze de Kamer op korte termijn in meer algemene zin kan worden geïnformeerd over de problematiek van de financiering van extremisme en terrorisme. Het verstrekken van de resultaten van een onderzoek van het Financieel Expertise Centrum naar non-profit organisaties en terrorismefinanciering is een mogelijkheid. Hierover vindt thans overleg plaats met het ministerie van Financiën. Tijdens het algemeen overleg van 11 februari 2004 over moslimextremisme zal ik de uitkomsten van dit overleg melden. Participanten in het FEC zijn instanties als de Autoriteit Financiële Markten, het Openbaar Ministerie en De Nederlandsche Bank. De AIVD neemt deel aan de werkgroep Terrorismefinanciering en terrorismebestrijding van het FEC.
3 Vraag
Heeft het AIVD-onderzoek inmiddels aanleiding gegeven tot strafrechtelijk, dan wel bestuursrechtelijk optreden tegen de Ar-Rahmanee moskee? Zo ja, welke maatregelen zijn genomen? Zo neen, waarom niet en is het dan wel mogelijk informatie te geven over de Saoedische eigenaar van deze moskee «Omar Ba-na-ama», zijn invloed op de gang van zaken in de moskee en de verbondenheid van de moskee met de radicale Al-Tabligh beweging? 3 Antwoord
Het onderzoek dat de AIVD heeft verricht naar de Arrahmane-moskee en dat onlangs is afgesloten, heeft geen aanknopingspunten opgeleverd voor een eventueel strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk optreden. De Arrahmane-moskee is het religieus centrum van de Jamaat Al-Tabligh Wal-Dawa (Tablighi Jamaat) in Nederland. Deze beweging heeft in Nederland drie- tot vierhonderd aanhangers die verspreid zijn over het gehele land. De Tablighi Jamaat is een -in beginsel- a-politieke beweging, die zich richt op het strikt naleven van de voorschriften van de islam en daarnaast, op een actieve en geweldloze manier, tracht moslims te «re-islamiseren». De AIVD heeft tot dusver geen aanwijzingen dat de Tablighi Jamaat zich vanuit de Arrahmane-moskee zou bezighouden met het rekruteren van jihadstrijders of met het ondersteunen van terroristische organisaties. De Tablighi Jamaat is evenwel, mede vanwege haar loyaliteit naar medegelovigen en een gebrekkig toezicht op haar aanhangers en bezoekers, kwetsbaar voor misbruik door radicale islamisten. Bovenstaande informatie is recentelijk gedeeld met de burgemeester van Amsterdam, de heer Cohen, ten behoeve van de bestuurlijke respons. Het AIVD-onderzoek heeft verder uitgewezen dat de gift aan de Arrahmane door de Saoedische zakenman Saeed Ba-Na-Ama naar alle waarschijnlijkheid éénmalig is geweest. Ondanks het feit dat de heer Ba-Na-Ama het eigendomsrecht heeft over de moskee, is zijn invloed op de gang van zaken in de moskee door de jaren heen minimaal geweest. De heer Ba-Na-Ama is reeds medio jaren negentig uitgeschreven als bestuurslid van de Stichting Moskee Arrahmane.


1) Kamerstuk 27 925, nr. 101.