College Bescherming Persoonsgegevens
3 februari 2004
Melding cameratoezicht op de openbare ruimte
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft ongeveer een
derde van de gemeenten waar cameratoezicht op de openbare ruimte is
ingesteld, verzocht op korte termijn nog eens na te gaan of de
betreffende verwerking van persoonsgegevens gemeld dient te worden bij
het CBP.
In het rapport Cameratoezicht in de openbare ruimte (2003) kondigde
het CBP al aan gemeenten met cameratoezicht te zullen benaderen over
de omstandigheden die melding verplicht maken.
Als handreiking is in de brief aan de gemeenten nogmaals het juridisch
kader geschetst voor de beoordeling van de vraag of cameratoezicht
gemeld zou moeten worden. De gemeenten wordt gevraagd binnen drie
weken te reageren.
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) - onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP) - houdt toezicht op de naleving van
wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet
het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.