Ministerie van Buitenlandse Zaken

Nederland gaat helpen bij het verbeteren van de Afrikaanse capaciteit voor onderzoek naar de drie meest dodelijke ziektes, HIV/aids, malaria en tuberculose. De komende vijf jaar stelt minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) twintig miljoen euro beschikbaar aan het NACCAP (Netherlands African Partnership for Capacity Development and Clinical Interventions against Poverty Related Diseases). Van Ardenne wil zo Afrikaanse partnerlanden in staat stellen goed klinisch onderzoek uit te kunnen voeren.

Op woensdag 4 februari opent Van Ardenne het Europese secretariaat voor het EDCTP (European and Developing Countries Clinical Trials Partnership) waar het NACCAP is ondergebracht. Dit Europees-Afrikaans samenwerkingsverband zet zich in om versneld, betaalbare vaccins en behandelmethoden te ontwikkelen ten behoeve van HIV/aids, malaria en tuberculose.

Jaarlijks sterven vier miljoen mensen in Afrika aan HIV/aids, malaria en tuberculose. Van Ardenne: 'Dit veroorzaakt niet alleen diep menselijk leed, maar is ook in toenemende mate een tragedie die hele samenlevingen ontwricht en economische groei te niet doet.'

Het NACCAP moet er onder andere voor zorgen dat medicijnen op een veilige manier worden getest. Bovendien moet de organisatie Afrikaanse deskundigen stimuleren ook in Afrika aan het werk te gaan. Jaarlijks trekken 23000 academische professionals uit ontwikkelingslanden weg, blijkt uit cijfers van de wereldgezondheidsorganisatie. Omdat medicijnen niet in het westen, maar in ontwikkelingslanden zelf worden getest, wordt het voor academici aantrekkelijker in Afrika te werken. Zo probeert NACCAP een braindrain te voorkomen.