Lijst Pim Fortuyn
PERSBERICHT
Den Haag, 3 februari 2004
LPF dringt aan op verbod religieuze uitingen in publieke domein
De fractieleden Nawijn, Eerdmans en Kraneveldt van de Lijst Pim
Fortuyn hebben via Kamervragen bij het kabinet aangedrongen op een
verbod op religieuze uitingen door vertegenwoordigers van de overheid
en leden van de rechterlijke organisatie.
Een verbod op het uitdragen van een religieuze overtuiging door
afgevaardigden van de rechtelijke macht werd medio 2001 al bepleit
door de toenmalige minister van Justitie, Korthals (CDA). In reactie
op de weigering van de rechtbank Zwolle om een vrouw met hoofddoek aan
te nemen, beloofde Korthals met een wetsvoorstel te komen waarin het
uitdragen van de religie verboden zou worden. Sindsdien is van het
ministerie van Justitie niets meer vernomen. Joost Eerdmans drong
vorig jaar tijdens de Justitiebegroting al aan op een duidelijke
stellingname van het kabinet.
Voor de Lijst Pim Fortuyn is het glashelder: de scheiding van kerk en
staat impliceert neutraliteit van de staat. Zij mag geen enkele
religieuze optie bevoorrechten. Niet alleen de staat, maar ook de
godsdiensten profiteren van deze scheiding: de religies concentreren
zich uitsluitend op hun geestelijke taak en vinden daarin hun vrijheid
van meningsuiting; alleen een onpartijdige staat is van alle burgers.
LPF-woordvoerder Eerdmans: Rechters moeten elke schijn van
partijdigheid vermijden: het dragen van een hoofddoek of een keppeltje
doorbreekt die schijn volkomen. Hetzelfde geldt voor leraren op
openbare scholen, het is hun taak leerlingen in een neutrale omgeving
zodanig op te leiden dat ze in staat een zelfstandig oordeel te
ontwikkelen. Het uitdragen van een geloof is een privé-kwestie en
hoort niet thuis in het publieke domein.
De Lijst Pim Fortuyn gaat ervan uit dat de minister haar vragen tijdig
beantwoordt, zodat ze betrokken kunnen worden bij het komende debat
over het integratierapport.