Gemeente Gouda
datum: 4 februari 2004
afdeling: Communicatie en persvoorlichting
contactpersoon: Linda Dinkelman
telefoon: 0182-588221
standpunt uitgeprocedeerde asielzoekers:
Gouda zet meewerkende asielzoeker niet op straat
Uitgeprocedeerde asielzoekers dienen terug te keren naar het land van
herkomst. Zolang de asielzoeker daadwerkelijke medewerking aantoont,
blijven de opvangvoorzieningen volledig in stand, aldus het standpunt
van B en W van 3 februari 2004. De betrokkenen kunnen in Gouda
verblijven totdat adequate opvang in een uitzetcentrum van rijkswege
is geregeld. Indien het verblijf in een uitzetcentrum door een
rechterlijk bevel wordt beëindigd in verband met het ontbreken van
perspectief op vertrek, dan is het college bereid om de betrokkene
wederom in Gouda te huisvesten.
Op 1 februari 2004 zijn acht mensen op grond van een asielregeling in
Gouda woonachtig. Inmiddels is zo goed als duidelijk (op basis van
informatie van de Immigratie en Naturalisatie Dienst) dat de groep
asielzoekers uit Gouda niet onder een (pardon)regeling vallen. Naar
alle waarschijnlijkheid dienen de acht asielzoekers terug te keren
naar het land van herkomst. Uiteraard bestaat nog steeds de
mogelijkheid dat positief op hun asielaanvraag wordt besloten, want
van 7 van de 8 mensen heeft de gemeente Gouda nog geen
terugkeerdossier van de IND ontvangen. De juridische procedure om een
verblijfsvergunning is dus nog niet geheel afgerond.
beleid minister Verdonk
Minister Verdonk heeft aangekondigd in de komende drie jaar werk te
maken van de uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers uit
Nederland. Het kabinet geeft op voorstel van minister Verdonk ruim
2300 mensen alsnog een verblijfsvergunning. Daarvan mogen 2097 mensen
hier blijven op grond van de eenmalig beperkte pardonregeling en 220
mensen wegens hun schrijnende situatie. Uitgeprocedeerde asielzoekers
die onherroepelijk niet in aanmerking komen voor een
verblijfsvergunning en die er voor kiezen niet zelf te vertrekken,
worden via vertrekcentra of uitzetcentra het land uitgezet. Deze groep
van ongeveer 26.000 asielzoekers krijgt binnen 2 maanden te horen dat
zij Nederland dienen te verlaten en tegen deze beslissing staat geen
beroep meer open. De minister faciliteert de terugkeer van de
asielzoekers door asielzoekers na een periode van vrijwillige
terugkeer via een terugkeercentrum (eventueel gedwongen) uit te zetten
naar het land van herkomst. De VNG geeft aan dat wanneer terugkeer
niet mogelijk is, buiten de schuld van de asielzoeker om, het
buiten-schuld-criterium wordt toegepast en alsnog een
verblijfsvergunning wordt afgegeven.