Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross - Van Dorp, ter gelegenheid van de opening van de expositie Van de stobbe en de bossen in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Westerbork, 4 februari 2004

Achtergrond informatie: Een stobbe is een grote berg turf, opgebouwd als een piramide. De bedenker van de expositie, Ab van Dien (een joodse onderduiker), heeft zich tijdens de Tweede Wereldoorlog een tijdje verstopt gehouden in zo'n stobbe. Ook verstopte hij zich in holen en hutten in bossen in Drenthe, om zo uit de handen van de Duitsers te blijven. U houdt uw openingstoespraak in de zaal waar de stobbe staat.

Dames en heren,

Soms zie je op een tentoonstelling een voorwerp waarvan je in eerste instantie denkt: wat is dat en wat doet dat hier?
Pas als je de catalogus leest of het bijbehorende informatiebordje, begint het `ding' te leven. En bijna altijd blijkt het verhaal erachter dan zoveel indruk te maken, dat je het voorwerp met geheel andere ogen bekijkt.

Ik kan me voorstellen dat veel mensen dat hebben met deze stobbe. Een berg turf, wat doet die nou hier?, zullen veel bezoekers ongetwijfeld denken. En veel jongeren zullen niet eens weten dat dit blokken turf zijn en waarvoor ze vroeger dienden.

Gelukkig vroegen de Duitsers zich dat 60 jaar geleden niet af. Voor hen was zo'n bult turf niet vreemd. In Drenthe zag je die bij veel boerderijen. Als brandstof voor de kachel.

En gelukkig vonden de Duitsers de stobbe zo gewoon, dat ze nooit op het idee zijn gekomen dat je de turf ook voor iets anders kunt gebruiken. Als onderduikadres, bijvoorbeeld. Gelukkig maar. Het heeft in ieder geval het leven gered van Ab van Dien.

Deze stobbe maakt duidelijk hoe inventief mensen in tijden van nood kunnen zijn. Van het alledaagse werd iets onverwachts gemaakt. Ik wil straks dan ook graag even een kijkje aan de binnenkant nemen, ik ben heel nieuwsgierig hoe je in deze bult kunt leven.

Maar het verhaal van de stobbe gaat verder dan dat het een verstopplaats was. Het verbeeldt ook het verhaal van tienduizenden mensen die tijdens de oorlog besloten onder te duiken. Mensen die er bewust voor kozen om niet op transport gesteld te worden naar Westerbork. Alleen al 25.000 Nederlandse joden kozen hiervoor.

En wat zeker zo belangrijk is: deze turfberg vertelt ook het verhaal van de mensen die de onderduikers hielpen. Mensen die veelal anoniem hun hulp aanboden. Omdat ze het als hun plicht zagen te strijden tegen omrecht en onderdrukking. De hulpverleners vormden een grote groep, die samen, vaak zonder dat ze elkaar kenden, een levenslijn vormde voor een onbekende onderduiker. Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

Ook na de oorlog bleven deze helpers anoniem. Op een enkeling na zijn deze stille helden nooit gelauwerd. Het mooie van deze tentoonstelling is dan ook dat, bijna 60 jaar na de bevrijding, duidelijk wordt gemaakt welke heldenrol al deze onbekende personen hebben vervuld.

Deze tentoonstelling zal niet alleen indruk maken op de steeds kleiner wordende groep mensen die de oorlog bewust heeft meegemaakt, maar op iedereen. Ook op jongeren. Ongeacht hun geloof, huidskleur of nationaliteit. Jongeren horen en zien hier een verhaal. Een verhaal over mensen die zonder grootspraak dingen doen die levensgevaarlijk waren.
Deze mensen waren er niet alleen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook nu wagen mensen hun leven voor een ander. In de verschillende oorlogen die gevoerd worden. Maar ook bijvoorbeeld de brandweerlieden tijdens de WTC ramp op 11 september in New York. En ook zijn er in eigen land moderne helden. Akif Cakin, een Marokkaanse man die in januari 2003 met gevaar voor eigen leven twee kinderen redde uit een brandend huis. En dan dat 16 jarige meisje uit Almelo. Zij schoot op het station van Apeldoorn twee conducteurs van de NS te hulp, die door twaalf opgeschoten jongens werden mishandeld.

Kennis van de Tweede Wereldoorlog helpt te begrijpen wat het is om in een bezet land te leven. Maar ook wat het betekent om in vrijheid te leven in een rechtstaat waarin grondrechten de spelregels zijn van de samenleving.

Ik hoop daarom vooral dat deze expositie jongeren aanzet om bij zichzelf de vraag te stellen: wat zou ik doen als iemand hulp nodig heeft?

Later dit jaar zullen we opnieuw stilstaan bij het werk dat anonieme hulpverleners verrichten om mensenlevens te redden. We herdenken in september operatie Market Garden. Toen duidelijk werd dat deze aanval van de geallieerden mislukte, hebben honderden onbekende Nederlanders hun leven geriskeerd om andere mensenlevens te redden. Zij hebben in de nacht van 25 september, in de stromende regen, duizenden overlevenden geholpen om te ontsnappen uit het vijandelijke gebied. In kleine, vaak gammele bootjes zijn ze tientallen keren de Rijn overgestoken om Engelse soldaten in veiligheid te brengen.

Het is goed dat we zoveel jaren na de oorlog stilstaan bij de heldendaden die deze mensen, zonder enig eigenbelang, hebben verricht. Ze verdienen deze aandacht en ze kunnen daardoor een voorbeeld zijn voor huidige generaties.

Dan wil ik nu graag de tentoonstelling geopend verklaren. Toespraak


---- --