Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

logoocw

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 4 februari 2004 21 januari 2004 2030406440

MLB/M/2004/5.097

Onderwerp Bijlage(n) vragen van het lid Atsma antwoorden

Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het antwoord op de vragen van het lid Atsma van uw Kamer inzake het functioneren van NICAM.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2030406440.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

(mr. Medy C. van der Laan)

5
10
OCW 05 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 www.minocw.nl

blad 2/3

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Atsma (CDA) van de Tweede Kamer der Staten- Generaal aan de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Van der Laan, en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ingezonden d.d. 20 januari 2004 kenmerk 2030406440)


1 Vraag:
Kent u het artikel 'U bekijkt het maar'?

Antwoord:
Ja.


2 Vraag:
Hoe oordeelt u over de grote verschillen in classificatie van films en tv series tussen Nederland en andere landen? Hoe verklaart u deze verschillen en worden kinderen door de afwijkende beoordeling op jonge leeftijd niet onnodig geconfronteerd met seks, grof taalgebruik en geweld?

Antwoord:
In het kabinetsstandpunt `Meekijken gewenst!' (Kamerstukken II 2003/04, 29 326, nr. 1, blz. 13) en bijlage IV komt de strengheid van Kijkwijzer in internationaal perspectief aan de orde. Om de kans voor kinderen op bedoelde confrontaties te verkleinen is het NICAM mede op ons verzoek gestart met kwaliteitsbewaking door internationale vergelijking van uitkomsten en steekproefgewijze herclassificatie van door aanbieders uitgevoerde classificaties.


3 Vraag:
Is het waar dat het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) producties hoofdzakelijk op visuele aspecten beoordeelt en veel minder of niet beoordeelt op dialogen en taalgebruik? Deelt u de mening dat ook taalgebruik schadelijk kan zijn voor jeugdigen?

Antwoord:
Neen. Op advies van de wetenschappelijke commissie van het NICAM is in de laatste versie van Kijkwijzer (september 2003) aan grof taalgebruik meer gewicht gegeven.


4 Vraag:
Deelt u de mening dat ook ouders betrokken moeten worden bij de beoordeling van audiovisuele producties en het classificatiesysteem? Op welke wijze zou dat vorm en inhoud kunnen worden gegeven?

Antwoord:
Het NICAM heeft ouderorganisaties in het onderwijs gevraagd zitting te nemen in de adviesraad van het NICAM. Wanneer zij hierop ingaan, kan in deze raad met deze organisaties besproken worden hoe ouders bij het functioneren van Kijkwijzer meer betrokken kunnen worden, bijvoorbeeld in discussiebijeenkomsten en panels. Zie verder het antwoord op vraag 5.


5 Vraag:
Zijn het NICAM en 'De Kijkwijzer' gebaseerd op zelfregulering? Is het terecht dat de overheid nog steeds een financiële bijdrage verleent om het NICAM te kunnen laten functioneren? Deelt u de mening dat onafhankelijk toezicht wenselijk is en, zo ja, welke stappen zullen in die richting worden gezet?

Antwoord:
Ja, het NICAM is een zelfreguleringsorganisatie. Daarnaast bieden de Mediawet en het Wetboek van Strafrecht (artikel 240a) een juridisch vangnet voor het omgaan met aanbieders die zich niet bij het NICAM hebben aangesloten.
Wat de financiering betreft is het kabinet van oordeel dat de subsidiëring kan worden verlaagd en dat de aangeslotenen een groter deel voor hun rekening moeten nemen. Een bijdrage van de overheid voor specifieke activiteiten op het gebied van voorlichting, Internet en op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 3/3

internationale vlak, die niet tot de routinematige werkzaamheden van het NICAM behoren, is terecht.
Op terrein van onafhankelijk toezicht is relevant, dat het Commissariaat voor de Media jaarlijks rapporteert over de uitvoering van de klachtenbehandeling. Wij zullen het Commissariaat voor de Media vragen ook jaarlijks te rapporteren over de kwaliteitscontrole door het NICAM (zie het antwoord op vraag 2) en over de criteria aan de hand waarvan NICAM bepaalt of de feitelijke classificatie betrouwbaar, valide, stabiel, consistent en nauwkeurig is. Het kabinet verwacht een adequate uitvoering van de 15 verbeterpunten uit het kabinetsstandpunt. Een groot deel is reeds gerealiseerd of in uitvoering. Gelet op de discussie die is ontstaan inzake jeugd, geweld en media, stellen wij ons de vraag op welke wijze de verantwoordelijkheid van de verschillende betrokkenen (ouders, overheid, veld) voor de bescherming en weerbaarheid van jeugdigen kan worden verbeterd. Daarom zijn wij voornemens een commissie van deskundigen in te stellen die zo spoedig mogelijk aan ons hierover advies zal uit brengen. Over de opdracht en samenstelling van de commissie zullen wij de Kamer inlichten voorafgaand aan het Algemeen Overleg van 18 februari a.s.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl